ECLI:NL:RBAMS:2023:8384

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
13/261425-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van een Europees Aanhoudingsbevel met betrekking tot een opgeëiste persoon die zich in België heeft gemeld

Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, België. De officier van justitie had op 11 oktober 2023 verzocht om het EAB in behandeling te nemen, maar de opgeëiste persoon had zich inmiddels gemeld bij de Belgische autoriteiten en was daar aangehouden. Hierdoor was de opgeëiste persoon niet meer in Nederland aanwezig.

Tijdens de zitting op 6 december 2023 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, en zijn raadsman, mr. J.W. Heemskerk, had voorafgaand aan de zitting laten weten niet te verschijnen. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat deze de Nederlandse nationaliteit heeft. Gezien de omstandigheden was de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, aangezien de grondslag voor de vordering was komen te vervallen.

De rechtbank heeft vervolgens de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB. Tevens is vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie was geëindigd en is de teruggave van de borgsom aan de opgeëiste persoon bevolen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/261425-23
Datum uitspraak: 6 december 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 11 oktober 2023 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 9 oktober 2023 door de Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, België, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[geboortedag] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 6 december 2023, in aanwezigheid van mr. W.H.R. Hogewind, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen. De raadsman van de opgeëiste persoon, mr. J.W. Heemskerk, advocaat in Roermond, heeft voorafgaand aan de zitting meegedeeld niet te verschijnen in verband met het feit dat de opgeëiste persoon zich inmiddels heeft gemeld bij de Belgische autoriteiten en aldaar is aangehouden.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid officier van justitie

Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Inmiddels staat vast dat de opgeëiste persoon zich in België heeft gemeld bij de justitiële autoriteit en zich dus niet meer in Nederland bevindt. Daarmee is de grondslag aan de vordering van de officier van justitie ontvallen.

4.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
STELT VASTdat de geschorste overleveringsdetentie is geëindigd.
BEVEELT de TERUGGAVEvan de borgsom aan de opgeëiste persoon.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. B.M. Vroom-Cramer en A.W.T. Klappe, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.T.P. van Munster, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 6 december 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.