Op 16 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door Polen. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 7 oktober 2022. De opgeëiste persoon, geboren in 1990 in Polen, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S. de Goede, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft de behandeling van de vordering in verschillende zittingen voortgezet, waarbij de wettelijke termijn voor het doen van uitspraak is verlengd. Tijdens de zittingen op 22 november 2022, 21 december 2022 en 2 februari 2023 zijn de identiteit van de opgeëiste persoon en de inhoud van het EAB beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Mourik als voorzitter, samen met mrs. G.M. Beunk en A. Pahladsingh, en is uitgesproken in het openbaar. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 29, tweede lid, OLW.