ECLI:NL:RBAMS:2023:8352

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
13/040423-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting, poging tot verkrachting en mishandeling in Amsterdam

Op 21 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting, poging tot verkrachting en mishandeling van een aangeefster. De feiten vonden plaats op 24 oktober 2021 in Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de aangeefster meermalen heeft geslagen en haar gedwongen heeft tot seksuele handelingen, waaronder penetratie. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster betrouwbaar waren en voldoende steun vonden in ander bewijsmateriaal, zoals video-opnamen en getuigenverklaringen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, en moest een schadevergoeding betalen aan de benadeelde partij. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, dat mogelijk PTSS-klachten heeft ontwikkeld als gevolg van de verkrachting.

Uitspraak

eindvonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.040423.22
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/040423-22
Datum uitspraak: 21 december 2023
Eindvonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1980,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 21 juni en 7 december 2023, alsmede naar aanleiding van het tussenvonnis van 5 juli 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie,
mrs. B.Y. de Boer en S.M. Hoogerheide, en van wat verdachte en zijn raadsman,
mr. N.D. de Fluiter, naar voren hebben gebracht.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering tot schadevergoeding die door de benadeelde partij [slachtoffer] is ingediend en ter terechtzitting van 21 juni 2023 is toegelicht door haar advocaat, mr. S.S. van Gijn. Ook is door [slachtoffer] gebruik gemaakt van het spreekrecht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – kort gezegd – van beschuldigd dat hij zich op 24 oktober 2021 te Amsterdam ten aanzien van [slachtoffer] heeft schuldig gemaakt aan:
verkrachting;
poging tot verkrachting en
mishandeling.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 2 naar voren gebracht dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van een begin van uitvoering van de anale verkrachting. Verdachte dient van feit 2 te worden vrijgesproken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken, omdat op basis van het dossier onvoldoende vast staat dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. De beschuldiging komt namelijk volledig voort uit de verklaring van aangeefster en die verklaring vindt geen steun in het dossier.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Aanleiding onderzoek
Op 24 oktober 2021 omstreeks 10:48 uur kregen verbalisanten de melding om naar de [adres] te gaan alwaar de vriendin van meldster verkracht zou zijn. In de woning troffen verbalisanten [slachtoffer] (hierna: aangeefster) aan. Ook zagen zij in de woning een man zitten op een stoel. Deze man bleek te zijn genaamd: [verdachte] (hierna: verdachte). Verbalisanten spraken in de woning met aangeefster en zij zagen dat zij aan het shaken was en ook zagen en hoorden zij dat zij huilde. Aangeefster verklaarde het volgende:
“Wij kennen elkaar nu een half jaartje. Hij noemt zichzelf [naam 1] . Vannacht rond 04:30 uur was hij bij mij en heeft hij mij meerdere malen geslagen. Hij heeft een klap gegeven op mijn linker heup en hij bleef mij van die veegslagen geven met de vlakke hand in mijn gezicht. Hij wilde mij anaal neuken maar dat wilde ik niet. Ik heb het condoom bij hem omgedaan. Hij had zijn piemel ver in mijn keel geduwd. Hij heeft ook over mij heen geplast en gespuugd in de douche. Op een gegeven moment ben ik opgestaan. Ik was helemaal naakt. Ik heb een sjaal gepakt van de kapstok en ben naar buiten gerend de galerij op. Ik heb het condoom wat hij droeg in de prullenbak gestopt. Ik heb uit angst mijn vriendin geappt en een jongen genaamd [naam jongen] . [naam 1] zei steeds dat het mijn schuld was dat dit is gebeurd. Hij is boos op mij omdat ik ook met andere jongens seks heb.”
Verbalisanten zagen dat aangeefster een kleine rode plek had op haar linker heup. Zij zagen op tafel een fles glijmiddel staan en in de prullenbak een condoom liggen. [2]
Verklaringen aangeefster
Tijdens het informatief gesprek zeden heeft aangeefster verklaard dat zij op zaterdagavond (23 oktober 2021) met verdachte had afgesproken. Verdachte kwam om 02:00 uur bij aangeefster en vertelde dat hij als verrassing een vrouw had geregeld om een trio mee te doen. Dat wilde aangeefster niet. Verdachte is toen weggegaan om de vrouw op te halen, maar zij is niet op komen dagen. Rond 04:15 uur kwam verdachte terug bij aangeefster. Verdachte vroeg aangeefster of er iemand anders in haar was geweest. Verdachte werd boos en trok aan de kleding van aangeefster. Verdachte ging weg en kwam even later weer terug naar haar woning. Verdachte zei:
“Ik ga je neuken als de kankerhoer die je bent!”. Verdachte heeft aangeefster toen met de platte hand een aantal keer in het gezicht geslagen. Verdachte begon te schreeuwen en werd heel boos. Verdachte schreeuwde onder andere:
“Wil je dat ik je ga slopen!”. Verdachte wilde toen dat aangeefster hem ging pijpen. Dit wilde ze niet maar ze was bang dat verdachte haar weer ging slaan. Aangeefster heeft toen zijn penis vastgepakt met haar handen. Verdachte sloeg haar handen weg en duwde zijn penis diep in haar keel. Hij pakte het hoofd van aangeefster vast. Aangeefster moest kokhalzen. Verdachte bleef haar kankerhoer noemen en haar in haar gezicht slaan met zijn vlakke hand. Ook heeft verdachte aangeefster op haar heupbot geslagen. Dit deed zeer. Aangeefster begon te schreeuwen en te gillen. Het was toen 06:30 uur. Verdachte hield haar mond dicht en hij hield zijn handen op haar keel. Verdachte zei dat ze haar kankerbek moest houden. Aangeefster moest verdachte weer pijpen. Aangeefster moest muziek aanzetten op haar laptop, maar dat lukte niet. Hierdoor werd verdachte boos en zei hij dat hij haar anaal ging verkrachten en ze moest van hem een condoom om zijn penis doen. Ze heeft daarbij tijd gerekt. In de tussentijd heeft aangeefster haar vriendinnen geappt, een vriend een berichtje gestuurd en filmpjes gemaakt.
Aangeefster heeft verdachte op een gegeven moment weg kunnen duwen en is naakt met een sjaal om zichzelf gewikkeld de galerij opgerend. Verdachte zei toen dat hij weg zou gaan, maar verdachte gooide aangeefster op bed. Aangeefster kon op enig moment bellen met een vriend en ze vroeg hem bij de bushalte op haar te wachten. Aangeefster heeft een string, bh en een jas aangetrokken en is naar de bushalte gerend. Samen met de vriend is aangeefster naar de McDonalds gereden. Deze vriend heeft aangeefster later thuis afgezet. Verdachte belde aangeefster vervolgens heel vaak. Verdachte stond bij haar voor de deur en uiteindelijk heeft ze hem ook binnengelaten. Toen kwam de politie en werd verdachte aangehouden.
Aangeefster heeft veel last van haar hoofd en nek. [3]
Bij haar aangifte heeft aangeefster aanvullend nog het volgende verklaard. Verdachte heeft aangeefster gevraagd of ze een andere ‘dick’ in haar had gehad. Aangeefster zei dat ze ook met iemand anders was geweest. Verdachte werd toen heel boos. Verdachte was weggegaan maar kwam weer terug en zei:
“Je wilt hoertje gaan spelen, ik ga je neuken als de kankerhoer die je bent”. Aangeefster had een broek aan, die verdachte open trok waarna hij begon te duwen en te slaan. Verdachte heeft aangeefster geslagen in het gezicht. Verdachte deed zijn broek uit en pakte het hoofd van aangeefster vast en duwde zijn penis in haar mond. Aangeefster deed dit omdat ze anders nog meer werd geslagen. Verdachte zei steeds dat aangeefster een kankerhoer was. Aangeefster probeerde verdachte weg te duwen maar hij sloeg haar handen steeds weg. Verdachte deed zijn penis diep in de keel van aangeefster totdat zij moest kokhalzen. Tijdens het pijpen pakte verdachte aangeefster bij haar nek en hoofd vast. Aangeefster moest verdachte pijpen anders zou hij haar slaan. Op enig moment kon aangeefster haar telefoon pakken en heeft zij zichzelf gefilmd toen verdachte tegen haar aan het schreeuwen was. Daarna is verdachte verder gegaan met het slaan van aangeefster.
Verdachte heef tegen aangeefster gezegd dat hij was gekomen om te neuken en om haar te verkrachten. Verdachte wilde aangeefster anaal verkrachten. Dat is het moment dat aangeefster naakt is weggerend. Dat hij haar anaal wilde verkrachten heeft zij ook naar [naam jongen] gestuurd.
Aangeefster is met [naam jongen] naar de McDonalds gegaan. Later heeft zij haar vriendinnen gebeld en is zij naar huis gegaan. [4]
Belgeschiedenis
Uit een uitdraai van de belgeschiedenis van de telefoon van aangeefster blijkt dat zij gisteren (zondag 24 oktober 2023, ten opzichte van het verhoor op 25 oktober 2023) om 07:08 een gesprek van 3 minuten en 27 seconden heeft gehad met [naam jongen] en dat om 07:30 uur een video-oproep is uitgegaan naar [naam jongen] . [5]
Letselverklaring
Uit de letselverklaring van 24 oktober 2023 blijkt dat zowel in het gelaat links als de buitenzijde van de linker dij/bil verkleuringen zichtbaar zijn die goed zouden kunnen passen bij bloeduitstortingen van het type outlinehematoom, die weer goed zouden kunnen passen bij slaan met de vlakke hand. Op de linker wang is een kleine U-vormige verkleuring zichtbaar, die zou kunnen passen bij een bloeduitstorting wat zou kunnen passen bij een afdruk van een vinger. [6]
Aantreffen condoom
Bij het forensisch onderzoek in de woning van aangeefster is achter het bed op de grond een condoomverpakking en in de afvalbak in de keuken een condoom aangetroffen. [7]
Afschrijving McDonalds
Uit een bankafschrift van de Rabobank rekening op naam van aangeefster blijkt dat op 24 oktober 2021 om 08:53 uur ten gunste van een vestiging van McDonalds in Amsterdam
€ 4,60 is afgeschreven. [8]
Video
Aangeefster heeft verklaard een video opgenomen te hebben tijdens het incident, welke video zij aan de politie heeft verstrekt. Deze video is verbatim uitgewerkt en in het dossier gevoegd. Op deze video is het volgende te horen:
“Ik wil bitch neuken hier in jouw . Al die bitches in je block wil ik neuken. Geloof mij maar. Geloof me nou maar. Ik neuk al die bitches hier in je kankerblock. Weet je dat meisje dat was? Ik kom hier voor jou. Ik heb die bitch voor jou laten gaan, voor fucking jou. […]
Ik doe je alleen, ik doe jouw fucking.” [9]
WhatsApp- en Snapchatgesprekken
Uit de screenshots van een WhatsApp groepsgesprek, met de naam [naam groep] , blijkt dat aangeefster met haar vriendinnen het volgende gesprek heeft gevoerd:
2.35
uur:
Help. Deze hele [naam 1] heeft ‘als verrassing’ een of andere meid geregeld, ik weet niet of ik dit wil2.36 uur:
Hij komt nu, half 3 ‘s nachts hiermee2.37 uur:
Hij is hier 1 minuut zegr ‘ik moet die meid ophalen’. Dat is de verrassinf. Top2.39 uur:
En ik moet whiskey voor hem inschenken
4.17
uur:
Dat meisje is niet gekomen. Oke hij vroeg of er iemand anders in me was geweest. Ik zei niks4.24 uur:
Dus hij zo, ‘hoe langer je stil bent, hoe meer je zegt’4.25 uur:
Dus ik zo, dan weet je je antwoord al4.26 uur:
Dus hij boos. Kleren aan, ‘ik ga je ghosten nu’4.27 uur:
Ik ben des duivels zegt ie. Omdat ik over die meid praat
4.38
uur:
Hij zegt dat ik hoertje wil spelen4.40 uur:
Hij staat voor mijn deur help7.58 uur:
Sla die filmpjes op
9.27
uur:
Ben hele nacht geslagen9.34 uur:
Ben bij [naam jongen]9.45 uur:
Zijn auto is hier nog9.55 uur:
Voor mijn huis
9.56
uur:
Breng even [naam jongen] broek terug9.58 uur:
Mijn bil is blauw volgens mij10.28 uur:
Hij blijft bellen10.46 uur:
[adres] . Bel niet
11.36
uur:
Vond het wel kut, maar thanks [naam 2]11.41 uur:
Alleen echt hoofdpijn. Zieke hoofdpijn. [10]
Uit een WhatsApp gesprek met een onbekend gebleven persoon blijkt dat aangeefster het volgende gesprek heeft gevoerd:
7.24
uur:
Ik sta nu buiten. Hij is echt eng. Niet komen7.25 uur:
Ik sta naakt buiten7.26 uur:
Ben binnen. Hij gaat nu weg. Ik ga naar popo.7.33 uur:
Ben nu weer binnen. Hij probeerde me tw verkrachten.7.33 uur, onbekende persoon:
pak je sleutels […] en kom na de bushalte?7.35 uur:
Ben naakt. In sjaal. Kom niet. Hij is breed.7.37 uur:
Hij houd me tegen. Wacht.7.38 uur:
Kan niet, hij is hier. Hij volgt me
10.32
uur:
Hij belt aan [11]
Uit een WhatsApp gesprek met [naam 2] blijkt dat aangeefster het volgende gesprek heeft gevoerd:
9.05
uur:
Ben met [naam jongen] . Ben goed. Wel veel hoofdpijn
9.07
uur, [naam 2] :
Waar ben je nu?
9.07
uur:
Mc donalds. Weet niet precies meer, ben heel de nacht op mijn hoofd geslagen
9.24
uur, [naam 2] :
En [naam jongen] is bij je?
9.24
uur:
Ja. Die heeft me opgepikt. Ben naar hem toegerend. [12]
Verklaringen verdachte
Verdachte heeft tijdens zijn aanhouding onderweg naar het cellencomplex verklaard dat hij aangeefster niet heeft verkracht en dat ze die dag niet eens seks hebben gehad.
Ook heeft hij verklaard dat hij en aangeefster een woordenwisseling hadden omdat aangeefster seks heeft gehad met een andere man. [13]
Tijdens het verhoor bij de politie op 24 oktober 2021 heeft verdachte verklaard dat hij en aangeefster een woordenwisseling hebben gehad, dat verdachte uit de woning van aangeefster is weggegaan en dat hij is teruggekomen. Verdachte heeft aan aangeefster gevraagd of zij tijdens hun relatie een ander heeft gehad waarop aangeefster geantwoord heeft dat dat zo was. Aangeefster moest toen huilen.
Verder heeft verdachte verklaard dat hij op 24 oktober 2021 om 2:00 uur bij aangeefster kwam. Verdachte had een verrassing voor aangeefster, namelijk dat hij een ander meisje mee zou nemen. Aangeefster wilde dat niet en het andere meisje ook niet. Daardoor is een woordenwisseling ontstaan.
Vóór de woordenwisseling heeft aangeefster orale handelingen bij verdachte verricht. Ná de woordenwisseling zijn dezelfde handelingen verricht door aangeefster. De sfeer was toen wel anders, omdat verdachte aangeefster erop had gewezen dat zij iets verkeerd had gedaan. Aangeefster was op dat moment nog steeds emotioneel, aldus verdachte. [14]
Verdachte heeft ter terechtzitting van 7 december 2023 verklaard dat hij teleurgesteld was in aangeefster, omdat zij was vreemdgegaan. Verdachte heeft verder verklaard dat hij te horen en te zien is in het filmpje dat aangeefster tijdens de ruzie tussen haar en verdachte heeft gemaakt. [15]
4.3.2
Juridisch kader
4.3.2.1 Bewijs in zedenzaken
Voor de beoordeling van het bewijs in zedenzaken geldt dat er vaak slechts twee personen aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Bij een ontkennende verdachte zal dit in veel gevallen betekenen dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel voorhanden is. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is de enkele verklaring van één getuige (waaronder die van het slachtoffer) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
Daar staat echter tegenover dat - op grond van vaste rechtspraak - de bewijsminimumregel slechts geldt voor de gehele tenlastelegging. Onderdelen daarvan mogen wel slechts op één enkele verklaring berusten. Dat geldt ook voor de verschillende ten laste gelegde gedragingen. In een zedenzaak is dus in principe voor het bewijs van de seksuele handelingen één getuigenverklaring genoeg, mits deze op bepaalde punten wordt bevestigd door andere bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen moeten afkomstig zijn uit een andere bron. De vraag of er voldoende steunbewijs is indien de bewezenverklaring zwaar leunt op de verklaring van één getuige, zoals in zedenzaken vaak het geval is, is afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval.
4.3.2.2 Artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht (Sr)
Voor een bewezenverklaring van verkrachting is volgens artikel 242 Sr vereist dat een verdachte een ander door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Het
gewelden de
bedreiging met gewelddient van voldoende kaliber te zijn om de weerstand van het slachtoffer te breken. Onder geweld kan onder meer worden verstaan het aanwenden van fysieke kracht of het onverhoeds met kracht penetreren van de ander. Bedreiging met geweld zou erin kunnen bestaan dat de verdachte indirect door zijn optreden de vrees opwekt dat hij zal overgaan tot geweld tegen het slachtoffer als het slachtoffer niet toegeeft. De Hoge Raad heeft beslist dat van bedreiging met geweld niet alleen sprake is indien verbale of fysieke bedreigingen zijn geuit maar ook wanneer de dader een dermate dreigende situatie heeft gecreëerd, dat de vrees van het slachtoffer voor geweld van de zijde van verdachte gerechtvaardigd is.
Van
(bedreiging met) een andere feitelijkheidkan bijvoorbeeld sprake zijn in het geval de verdachte fysieke handelingen verricht, zoals het stevig vastpakken van de ander. Van een andere feitelijkheid kan ook sprake zijn als de verdachte gebiedende taal bezigt, of indien misbruik wordt gemaakt van een lichamelijk of geestelijk overwicht dat verdachte op de ander heeft of in het geval dat onverhoeds (seksuele) handelingen worden verricht.
Van
dwangin de zin van artikel 242 Sr kan worden gesproken, wanneer de geweldshandelingen, de bedreiging met geweld of andere feitelijkheden die van de verdachte uitgaan zijn gericht op het bewerkstelligen van seksueel contact en dat deze van een zodanig kaliber zijn dat de ander zich daartegen redelijkerwijs niet heeft kunnen verzetten. Verdachte heeft met zijn handelen veroorzaakt dat de ander de handelingen tegen zijn/haar wil heeft ondergaan. Voorwaardelijk opzet is hiervoor voldoende. Dat de ander zich tegen de dwang van de verdachte daadwerkelijk heeft verzet, hoeft niet te blijken. De kern van dwang is dat degene die eraan blootstaat iets toelaat wat hij of zij zonder die dwang niet zou laten gebeuren.
4.3.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.3.1 Betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en steunbewijs
De rechtbank dient bij het beoordelen van de verklaringen van aangeefster behoedzaamheid te betrachten. In het algemeen geldt dat verklaringen moeten worden beoordeeld op consistentie, accuraatheid en volledigheid. Het enkele feit dat in verklaringen op punten tegenstrijdigheden voorkomen maakt deze verklaringen op zichzelf echter nog niet onbetrouwbaar. Eventuele tegenstrijdigheden kunnen te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen, door emoties of schaamte komen dan wel ontstaan zijn door het delict of tijdsverloop. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken en de wijze waarop zij zijn afgelegd.
Aangeefster heeft op verschillende momenten verklaringen afgelegd, zoals hiervoor is beschreven in rubriek 4.3.1. De rechtbank vindt dat de verklaringen van aangeefster op hoofdlijnen consistent zijn en daarmee betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. Bij dat oordeel wordt betrokken dat de verklaringen van aangeefster voldoende steun vinden in het overige bewijsmateriaal. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Aangeefster heeft verklaard dat zij op 24 oktober 2021 met verdachte had afgesproken en dat verdachte voor haar als verrassing had geregeld dat hij een vrouw mee zou nemen om een trio mee te doen. Aangeefster heeft verdachte gezegd dat zij dat niet wilde. Aangeefster heeft in antwoord op de vraag van verdachte verteld dat zij seks had gehad met een andere man. Hierdoor is tussen verdachte en aangeefster een ruzie ontstaan. Verdachte heeft in zijn verklaringen de aanleiding van de ruzie, zoals door aangeefster is verklaard, bevestigd en heeft verklaard dat hij teleurgesteld was. Dat deel van de verklaring van aangeefster vindt dus steun in de verklaring van verdachte. Aangeefster heeft vervolgens verklaard dat verdachte verbaal agressief werd en begon te schreeuwen en schelden tegen aangeefster. De verklaring van aangeefster op dit punt wordt ondersteund door de video die zij heeft opgenomen van dat moment in de ruzie tussen hen en waarop is te horen dat verdachte zijn boosheid tegen haar uit door haar de volgende woorden toe voegen:
“Ik wil bitch neuken hier in jouw . Al die bitches in je block wil ik neuken. Geloof mij maar. Geloof me nou maar. Ik neuk al die bitches hier in je kankerblock. Weet je dat meisje dat was? Ik kom hier voor jou. Ik heb die bitch voor jou laten gaan, voor fucking jou. […] Ik doe je alleen, ik doe jouw fucking.”.
Voorts vindt de rechtbank steun voor de verklaring van aangeefster in de (voice)berichten die zij via WhatsApp heeft gedeeld met haar vriendinnen. Hetgeen aangeefster tegen haar vriendinnen heeft gezegd in die (voice)berichten komt qua inhoud en qua tijdspad overeen met haar bij de politie afgelegde verklaringen en daarnaast hebben deze (voice)berichten ertoe geleid dat één van de vriendinnen de politie heeft ingeschakeld.
Verder heeft aangeefster verklaard dat zij tijdens de ruzie contact heeft gezocht met een vriend genaamd ‘ [naam jongen] ’, dat zij naar hem is gevlucht en dat zij samen naar de McDonalds zijn gegaan. Dit onderdeel van haar verklaring vindt steun in de uitkomsten van het onderzoek naar de belgeschiedenis van de telefoon van aangeefster waaruit blijkt dat zij om 07:08 uur een gesprek van 3 minuten en 27 seconden heeft gehad met [naam jongen] en dat er om 07:30 uur een video-oproep is uitgegaan naar [naam jongen] . Ook vindt haar verklaring op dit punt steun in de bankafschrijving van de Rabobankrekening op haar naam waaruit blijkt dat op 24 oktober 2021 om 08:53 uur € 4,60 is afgeschreven ten gunste van een vestiging van McDonalds in Amsterdam.
4.3.3.2 Feit 1, verkrachting
De rechtbank acht de verklaring van aangeefster zoals gezegd betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of bewezen kan worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan verkrachting.
De rechtbank stelt vast dat verdachte aangeefster gedurende de nacht meermalen heeft geslagen in het gezicht, dat hij haar tegen haar heup heeft geslagen, dat hij haar heeft geduwd en haar bij haar keel heeft vastgepakt. Voorts heeft verdachte het volgende tegen aangeefster geschreeuwd: “Wil je dat ik je ga slopen?” en “Ik ga je neuken als de kankerhoer die je bent” en “Ik ben gekomen om je te verkrachten” en “Ik wil je anaal verkrachten”. Verdachte heeft het hoofd en de nek van aangeefster vastgepakt en heeft zijn penis met kracht en onverhoeds in haar mond geduwd. Verdachte deed zijn penis zo diep in haar keel dat aangeefster ervan moest kokhalzen. Aangeefster probeerde verdachte weg te duwen maar hij sloeg haar handen steeds weg.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte met de genoemde handelingen en geuite woorden aangeefster gedwongen tot het ondergaan van de penetratie. Zij kon hierdoor namelijk niet anders dan de penetratie ondergaan. Het geweld bestond hieruit dat verdachte fysieke kracht heeft aangewend door aangeefster bij haar hoofd vast te pakken en zijn penis onverhoeds in haar mond te duwen. Daarnaast heeft verdachte met de geuite woorden aangeefster bedreigd met het toepassen van geweld. Gelet op het eerder die nacht toegepaste geweld kon bij aangeefster hierdoor de redelijke vrees worden opgewekt dat verdachte wederom zou overgaan tot geweld. Zij verkeerde immers al in een zeer dreigende situatie. Voren omschreven handelingen leveren naar het oordeel van de rechtbank ook ‘een andere feitelijkheid’ op in de zin van artikel 242 Sr. Verdachte heeft immers misbruik gemaakt van zijn lichamelijke overwicht dat hij op aangeefster had.
De rechtbank stelt verder vast dat de hiervoor beschreven geweldshandelingen en de bedreigingen door verdachte jegens aangeefster zijn gericht op het bewerkstelligen van seksueel contact en dat deze van een zodanig kaliber zijn dat aangeefster zich daartegen redelijkerwijs niet heeft kunnen verzetten. Verdachte heeft met zijn handelen veroorzaakt dat aangeefster de handelingen tegen haar wil heeft ondergaan. Aangeefster heeft immers verklaard dat zij verdachte probeerde weg te duwen, maar dat dat niet lukte en dat zij zich op enig moment niet meer heeft verzet tegen de seksuele handelingen om te voorkomen dat zij nogmaals werd geslagen.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte aangeefster, door middel van (bedreiging met) geweld en een andere feitelijkheid, heeft gedwongen seksuele handelingen te ondergaan die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam en aldus dat verdachte aangeefster heeft verkracht.
4.3.3.3 Feit 2, poging tot verkrachting
Blijkens de aangifte heeft verdachte tegen aangeefster geroepen: “Ik ben gekomen om je te verkrachten” en “Ik wil je anaal verkrachten”. Verdachte had aangeefster, terwijl zij naakt was, op het bed gegooid, waarop aangeefster verdachte heeft weten weg te duwen. Zoals hiervoor overwogen acht de rechtbank de aangifte betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs. De rechtbank vindt ook dat dit onderdeel van de verklaring van aangeefster voldoende steun vindt in de door aangeefster opgenomen video, waaruit blijkt dat verdachte zich boos en seksueel agressief gedroeg.
De rechtbank is van oordeel dat de voormelde gedragingen van verdachte, naar de uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf van verkrachting. Gelet hierop kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte deze handelingen heeft verricht ter uitvoering van zijn voornemen om het lichaam van het slachtoffer, tegen haar wil, seksueel binnen te dringen.
4.3.3.4 Feit 3, mishandeling
De rechtbank acht de ten laste gelegde mishandeling, gelet op de inhoud van de genoemde bewijsmiddelen en voorgaande overwegingen, bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
ten aanzien van feit 1
op 24 oktober 2021 te Amsterdam, meermalen, door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten onder meer het met kracht duwen en houden en bewegen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] ,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en die bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin dat verdachte meermalen, aan die [slachtoffer] heeft toegevoegd de woorden: “Wil je dat ik je ga slopen?” en “Ik ga je neuken als de kankerhoer die je bent” en “Ik ben gekomen om je te verkrachten” en “ik wil je anaal verkrachten”
en opzettelijk gebruik heeft gemaakt van het lichamelijk overwicht dat verdachte op die [slachtoffer] had, in welke lichamelijke overwicht situatie die [slachtoffer] zich niet kon verzetten tegen en/of onttrekken aan die seksuele handelingen van verdachte en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
ten aanzien van feit 2
op 24 oktober 2021 te Amsterdam, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een handeling die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten onder meer het duwen van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [slachtoffer] ,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en die bedreiging met geweld of die andere feitelijkheid hierin dat verdachte meermalen, aan die [slachtoffer] heeft toegevoegd de woorden: “Wil je dat ik je ga slopen?” en “Ik ga je neuken als de kankerhoer die je bent” en “Ik ben gekomen om je te verkrachten” en “ik wil je anaal verkrachten”
en opzettelijk gebruik heeft gemaakt van het lichamelijk overwicht dat verdachte op die [slachtoffer] had, in welke lichamelijke overwicht situatie die [slachtoffer] zich niet kon verzetten tegen en/of onttrekken aan die seksuele handelingen van verdachte en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ten aanzien van feit 3
op 24 oktober 2021 te Amsterdam, [slachtoffer] heeft mishandeld, door met kracht:
- tegen diens bovenlichaam te duwen en
- in diens gezicht te slaan en
- tegen diens heup te slaan en
- bij diens keel vast te pakken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1 en 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de strafeis aanzienlijk te matigen en eventueel een hoge voorwaardelijke straf of de hoogst mogelijke taakstraf op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting, poging tot verkrachting en mishandeling van aangeefster. Door te handelen zoals bewezen is verklaard heeft verdachte getoond geen enkel respect te hebben gehad voor de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Hij heeft haar op een buitengewoon vernederende en pijnlijke wijze behandeld. Bovendien hebben deze feiten plaatsgevonden in de nachtelijke uren in de woning van aangeefster. Een plek waar je veilig moet kunnen zijn. Dit moet zeer beangstigend zijn geweest voor aangeefster. Verdachte heeft kennelijk enkel oog gehad voor het bevredigen van zijn eigen lustgevoelens en heeft daarbij geen rekening gehouden met de gevoelens en belangen van het slachtoffer. Verdachte heeft zijn boosheid, frustratie en teleurstelling op een buitengewoon kwalijke wijze op aangeefster afgereageerd. De rechtbank rekent het verdachte erg aan dat hij groot leed heeft veroorzaakt bij het slachtoffer. Algemeen bekend is dat dergelijke ernstige zeden- en geweldsdelicten nog voor lange tijd negatieve psychische gevolgen hebben voor de slachtoffers. Ook in deze zaak is dat het geval, zoals blijkt uit de ter zitting van 21 juni 2023 afgelegde slachtofferverklaring. Aangeefster heeft mogelijk PTSS-klachten. De verkrachting heeft een grote impact op haar gehad en heeft dat naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst eveneens.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 20 november 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld.
Gelet op het voorgaande en gezien de ernst van de feiten acht de rechtbank alleen de oplegging van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend. De rechtbank ziet aanleiding een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom een strafbaar feit te plegen.

9.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

9.1
De vordering
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert € 772,86 aan vergoeding van materiële schade en € 8.000,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
9.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij geheel toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering is voldoende deugdelijk onderbouwd.
9.3
Het standpunt van de raadsman
De raadsman heeft verzocht de gevraagde schade aanzienlijk te matigen.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
9.4.1
Vergoeding van materiële schade
Vast staat dat aan de benadeelde partij, [slachtoffer] , door het onder feit 1, 2 en 3 bewezen verklaarde rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De vordering tot schadevergoeding van materiële schade is niet betwist.
Eigen risico 2022
Dit deel van de vordering, dat de rechtbank overigens ook niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal geheel worden toegewezen tot een bedrag van € 204,82,- (zegge: tweehonderdvier euro en tweeëntachtig cent).
Eigen risico 2023
Dit deel van de vordering, voor zover dat ziet op hetgeen reeds door de benadeelde partij is betaald, en dat de rechtbank overigens ook niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal worden toegewezen tot een bedrag van € 299,66. De benadeelde partij wordt voor wat betreft de gevorderde toekomstige schade van € 85,34,- (€ 385 - € 299,66) niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze kosten (nog) niet zijn gemaakt.
Reiskosten ouders
De benadeelde partij wordt voor dit deel van de vordering (€ 183,04) niet-ontvankelijk verklaard, omdat niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met de bewezen verklaarde feiten.
9.4.2
Vergoeding van immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat aan benadeelde partij door het onder feit 1, 2 en 3 bewezen verklaarde ook rechtstreeks immateriële schade (pijn en groot geestelijk ongemak) is toegebracht. Verdachte heeft een ingrijpende inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de benadeelde partij. Er is sprake van een ernstige normschending. De aard en de ernst van deze normschending brengen, naar het oordeel van de rechtbank, met zich dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen voor de benadeelde zo voor de hand liggen dat sprake is van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onder b BW.
De rechtbank acht, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard en ernst van de schade en de gevolgen - zoals die mede blijken uit de slachtofferverklaring - alsmede met de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te kennen, toewijzing van een bedrag van € 4.000,- aan immateriële schadevergoeding (voor zowel de pijn als het geestelijk ongemak) billijk. Tot dit bedrag zal de vordering worden toegewezen.
9.4.3
Conclusie
De rechtbank wijst de vordering toe tot een bedrag van € 4.504,48, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 24 oktober 2021 tot het moment van algehele voldoening. Het toegewezen bedrag bestaat voor € 4.000,- aan immateriële schade en voor € 504,48 uit materiële schade.
Voor het overige zal de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor de benadeelde partij blijft de mogelijkheid behouden, in geval in de toekomst meer materiële of immateriële schade intreedt, zich ter zake daarvan met een nadere vordering tot de civiele rechter te wenden. De rechtbank zal tevens de gevorderde wettelijke rente toewijzen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57, 242 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1
verkrachting;
ten aanzien van feit 2
poging tot verkrachting;
ten aanzien van feit 3
mishandeling.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
3 (drie) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, groot
1 (één) jaar, van deze gevangenisstraf
niet ten uitvoer gelegdzal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 504,48 (zegge vijfhonderdvier euro achtenveertig cent) aan vergoeding van materiële schade en
€ 4.000,- (zegge vierduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 oktober 2021) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 4.504,48 (zegge vierduizend vijfhonderdvier euro en achtenveertig cent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 oktober 2021) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 55 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
mrs. P.L.C.M. Ficq en P.P.C.M. Waarts, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Baart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 december 2023.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer 2021218443-3, p. 04-05.
3.Een proces-verbaal van bevindingen, informatief gesprek zeden, met nummer 2021218443-6, p. 08-09.
4.Een proces-verbaal van aangifte, met nummer 2021218443-14, p. 14-18.
5.Een proces-verbaal van aangifte, met nummer 2021218443-14, bijlage p. 20-21.
6.Een geschrift, te weten een letselrapportage van 24 oktober 2023, door Reijnders forensisch arts, p. 48-51.
7.Een proces-verbaal va forensisch onderzoek woning, met nummer 2021218443-11, p. 60.
8.Een geschrift, te weten een afschrijving Rabo Bankieren van 24 oktober 2021, rekeninghouder [slachtoffer] , p. 132.
9.Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer 2021218443-28, p. 181-182.
10.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2021218443-25, p. 104-106 en 120-129.
11.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2021218443-25, p. 107-111.
12.Een proces-verbaal van bevindingen met nummer 2021218443-25, p. 112-113 en 117.
13.Een proces-verbaal van bevindingen, met nummer 2021218443-5, p. 06.
14.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, met nummer 2021218443-7, p. 33-35.
15.Een proces-verbaal ter terechtzitting van 7 december 2023.