ECLI:NL:RBAMS:2023:8350
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurinkomsten en ongerechtvaardigde verrijking tussen ex-echtgenoten
Op 14 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen een eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.Q. Potter, en een gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. W.M. van Agt. De zaak betreft een geschil over huurinkomsten van een vakantiehuis in Frankrijk, dat eigendom is van een rechtspersoon naar Frans recht, waarvan de ex-echtgenoot van de gedaagde de enige bestuurder is. De eiser vordert een bedrag van € 109.528,65 aan huurinkomsten, die volgens hem ten onrechte door de gedaagde zijn ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde en haar ex-echtgenoot de verhuurders waren en dat de huurders de huurpenningen aan hen verschuldigd waren. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake is van ongerechtvaardigde verrijking, omdat de ex-echtgenoot op de hoogte was van de verhuur en de ontvangen huurinkomsten. De vorderingen van de eiser zijn afgewezen, en de eiser is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn vastgesteld op € 6.037,00. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.