ECLI:NL:RBAMS:2023:8336

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
22/4794
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.M. van der Linden - Kaajan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening AOW-pensioen en de vraag naar huwelijk en gezamenlijke huishouding

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 22 december 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de herziening van haar AOW-pensioen door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) behandeld. Eiseres, die sinds 1 oktober 2007 een AOW-pensioen ontvangt naar de norm van een alleenstaande, heeft in 2021 op een formulier levensbewijs aangegeven dat zij op 27 september 2020 gehuwd is met de heer [naam 1]. De SVB heeft op basis van deze informatie haar AOW-pensioen herzien naar de norm voor gehuwden, wat eiseres betwist. Eiseres stelt dat zij nooit officieel gehuwd is en dat de SVB onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar gehuwde status. De rechtbank oordeelt dat de SVB niet voldoende heeft gemotiveerd dat eiseres gehuwd is en dat de SVB de bewijslast niet heeft nageleefd. De rechtbank vernietigt het besluit van de SVB en draagt hen op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de gedetailleerde verklaring van eiseres in acht moet worden genomen. De rechtbank concludeert dat de SVB het griffierecht aan eiseres moet vergoeden, maar geen proceskosten hoeft te vergoeden, omdat eiseres geen vergoede proceskosten heeft gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/4794

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 december 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Bhaktivedanta Swami Marg (India), eiseres

en

de raad van bestuur van de sociale verzekeringsbank, verweerder (de SVB).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de herziening van haar AOW [1] -pensioen.
Met het bestreden besluit van 24 augustus 2022 op het bezwaar van eiseres is de SVB bij de herziening gebleven.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt. Ook heeft zij partijen gevraagd of zij op een zitting gehoord willen worden. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting.

Beoordeling door de rechtbank

1. De rechtbank beoordeelt in deze uitspraak of de SVB het AOW-pensioen van eiseres terecht heeft herzien.
2. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is
.Dit betekent dat eiseres gelijk krijgt. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat aan deze procedure voorafging
3. Eiseres ontvangt vanaf 1 oktober 2007 een AOW-pensioen naar de norm van een alleenstaande. Vanaf 22 augustus 2018 woont eiseres in India. Vanaf dat moment vult eiseres jaarlijks een formulier levensbewijs in. Op 10 september 2021 heeft eiseres op dit formulier ingevuld dat zij op 27 september 2020 gehuwd is met de heer [naam 1] .
4. In het door eiseres ingevulde formulier heeft de SVB aanleiding gezien om nader onderzoek te doen naar de woonsituatie van eiseres.
5. Met een besluit van 19 januari 2022 heeft de SVB het AOW-pensioen van eiseres vanaf oktober 2020 herzien naar de norm voor een gehuwde. Eiseres is daartegen in bezwaar gegaan omdat dit besluit volgens haar berust op een misverstand. Zij is namelijk nooit officieel gehuwd.
6. In het bestreden besluit is de SVB bij de herziening gebleven. Volgens de SVB kan van de juistheid van de door eiseres verstrekte informatie op het formulier levensbewijs worden uitgegaan. De verklaring van eiseres dat zij gehuwd is, is namelijk ook nog door een bevoegde autoriteit ondertekend en bestempeld. Eiseres heeft hier volgens de SVB onvoldoende documenten en/of bewijsstukken tegenover gesteld. De SVB gaat er dus vanuit dat eiseres gehuwd is.
7. Eiseres is het hier niet mee eens. Kort gezegd voert eiseres aan dat zij niet gehuwd is. Daarnaast is geen sprake van een gezamenlijke huishouding.
Wel of geen huwelijk
8. De rechtbank is van oordeel dat de SVB een nieuwe beslissing op het bezwaar van eiseres moet nemen. De SVB heeft in het bestreden besluit namelijk niet goed gemotiveerd dat eiseres gehuwd is en dat had wel gemoeten. Dit motiveert de rechtbank als volgt.
9. Als de SVB een AOW-uitkering herziet dan is dat een zogenoemd belastend besluit. De betrokkene wiens AOW-uitkering gewijzigd wordt komt door de herziening namelijk in een slechtere (financiële) positie dan daarvoor. Als de SVB een belastend besluit neemt moet zij dit extra goed motiveren. Daarom rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor herziening is voldaan in beginsel op de SVB. Dit betekent dat de SVB de nodige kennis over de relevante feiten moet verzamelen.
10. Naar het oordeel van de rechtbank is de SVB daar niet in geslaagd. De rechtbank vindt dat de SVB in het door eiseres ingevulde formulier levensbewijs in eerste instantie terecht aanleiding heeft kunnen zien om de AOW-uitkering van eiseres te herzien met het besluit van 19 januari 2022. Eiseres had op het formulier levensbewijs namelijk zelf ingevuld dat zij gehuwd was. Echter, daarna heeft eiseres in bezwaar en nu ook in beroep uitgelegd waarom zij dat had ingevuld op het formulier en waarom het niet klopt. Aan die toelichting is de SVB ten onrechte voorbij gegaan.
11. De rechtbank vindt de verklaring van eiseres geloofwaardig. Eiseres heeft een goede verklaring gegeven waarom zij op het formulier ingevuld heeft dat zij gehuwd is met [naam 1] , haar buurman. Zij dacht namelijk op een snelle manier haar studievisum te kunnen wijzigen naar een ‘spousevisum’ of ‘entry visum’. Hiervoor moest zij gehuwd zijn. Later, in bezwaar en beroep, heeft eiseres echter aannemelijk gemaakt dat dit huwelijk niet rechtsgeldig is. Het ging namelijk alleen om een Hindoestaanse vuurceremonie, vergelijkbaar met een kerkelijk huwelijk in Nederland. Zo’n huwelijk is in zowel India als Nederland niet rechtsgeldig. Bovendien heeft eiseres geloofwaardig verklaard dat het huwelijk niet geregistreerd is. Dit volgt uit het feit dat de FRRO [2] , de vreemdelingendienst van India, het door haar aangevraagde visum niet heeft verstrekt. De SVB vindt dat eiseres dat met stukken had moeten bewijzen, maar dat vindt de rechtbank in dit geval een onredelijke eis, gelet op wat eiseres daarover heeft verklaard. Eiseres is twee keer in Lucknow bij het kantoor van de FRRO geweest, maar heeft geen schriftelijke toelichting gekregen over de afwijzing van haar visum. Dat gaat volgens eiseres bij de FRRO nu eenmaal anders dan bij de SVB. Om te voldoen aan de eis van de SVB zou zij weer naar het kantoor in Lucknow moeten gaan. Dat is anderhalve dag reizen met de trein. Ook dan zal zij echter geen schriftelijke verklaring krijgen, maar alleen een mondelinge toelichting. De rechtbank merkt op dat de SVB zelf ook heeft ondervonden dat het lastig is om van de FRRO stukken te krijgen. De SVB heeft de FRRO twee keer verzocht om toe te lichten op welke grond de FRRO de aanvraag van eiseres om een visum heeft afgewezen en de SVB heeft daarop geen reactie ontvangen. Dit ondersteunt de verklaring van eiseres over haar ervaring met de FRRO.
12. Daarnaast heeft eiseres gemotiveerd weersproken dat uit het feit dat de notaris het formulier levensbewijs heeft ondertekend en gestempeld volgt dat eiseres officieel gehuwd is. De werkwijze van de Indiase notaris die de stempel heeft gezet is volgens eiseres namelijk onzorgvuldig. De notaris leest nauwelijks de Engelse vertaling van het formulier. Eiseres schrijft daarover: “
Hij kijkt in mijn paspoort en verklaart dat ik nog in leven ben. Dan bevestigt hij wat ik al eerder ingevuld heb. Het is voor hem kennelijk niet belangrijk of ik getrouwd ben of niet. (…) Hij stempelt en tekent het formulier en ik ben binnen 5 min weer buiten.” Tijdens de hoorzitting heeft eiseres aangegeven dat zij de notaris geld betaald heeft en de notaris vervolgens alleen gekeken heeft of hij [naam 1] kent. De rechtbank acht verder van belang dat eiseres verklaard heeft dat [naam 1] kennelijk al getrouwd was. Eiseres kwam daar achteraf achter, na het houden van de vuurceremonie. Zij kán dus helemaal niet (officieel) met hem trouwen. Ten slotte heeft eiseres aangegeven dat zij het huwelijk niet geregistreerd heeft, omdat zij daar als buitenlander extreem veel voor moet betalen. De rechtbank merkt op dat eiseres telkens hetzelfde verklaard heeft. Haar verhaal is uitgebreid en consistent. Gelet op de gedetailleerde toelichting die eiseres heeft gegeven lag het op de weg van de SVB om nader te onderzoeken of eiseres daadwerkelijk is gehuwd.
Gezamenlijke huishouding
13. Eiseres wijst er verder op dat van een gezamenlijke huishouding geen sprake is. Eiseres woont weliswaar in dezelfde woning als [naam 1] , maar [naam 1] doet aan Seva. Dat is vrijwilligerswerk in dienst van god. Hierdoor is hij vanaf 4 uur ’s ochtends tot ’s avonds laat van huis. Daarom heeft [naam 1] het grootste deel van de woning verhuurd aan eiseres. Eiseres heeft een geheel andere dagindeling, woont in een apart deel van de woning, betaalt zelf de energiekosten en het internet. Ook doet eiseres zelf boodschappen en wast zij zelf. Eiseres betaalt enkel huur aan [naam 1] .
14. De rechtbank merkt op dat de SVB in het bestreden besluit niet ingaat op de vraag of sprake is van een gezamenlijke huishouding. Dit ligt niet aan de herziening van het AOW-pensioen van eiseres ten grondslag. De rechtbank bespreekt deze omstandigheden daarom niet. Mocht de SVB in de nieuwe beslissing die zij zal moeten nemen op het bezwaar van eiseres, wel een standpunt innemen over de huishouding van eiseres, dan zijn de omstandigheden die eiseres hierover in beroep heeft aangevoerd relevant.

Conclusie en gevolgen

15. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit niet goed gemotiveerd is. [3] De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit. Omdat de SVB nader onderzoek zal moeten doen naar de vraag of eiseres gehuwd is, ziet de rechtbank geen reden om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten of zelf een beslissing over het AOW-pensioen van eiseres te nemen.
16. De rechtbank bepaalt daarom dat de SVB een nieuw besluit moet nemen. Daarbij moet de SVB deze uitspraak betrekken. [4] De rechtbank geeft de SVB hiervoor zes weken. Deze termijn gaat pas lopen als de termijn om hoger beroep in te stellen is verstreken of, als hoger beroep wordt ingesteld, daarop is beslist.
17. Omdat het beroep gegrond is moet de SVB het griffierecht aan eiseres vergoeden. De SVB hoeft geen proceskosten te vergoeden, omdat eiseres geen proceskosten heeft gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de SVB op om met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, binnen zes weken na de dag nadat de termijn om hoger beroep in te stellen ongebruikt is verstreken, of als hoger beroep wordt ingesteld, na de dag nadat daarop is beslist;
- bepaalt dat de SVB het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M. van der Linden - Kaajan, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. van ‘t Hoff, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
22 december 2023.
griffier
de rechter is verhinderd om

de uitspraak te ondertekenen

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Algemene Ouderdomswet.
2.Foreigner registration in India.
3.Artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4.Met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb.