ECLI:NL:RBAMS:2023:8332

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
13/201690-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gekwalificeerde diefstallen van scootmobielen in Amsterdam-West

De rechtbank Amsterdam heeft op 30 november 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan vijf gekwalificeerde diefstallen van scootmobielen in Amsterdam-West. De verdachte, geboren in 1985 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd op 16 november 2023 ter terechtzitting gehoord. De officier van justitie, mr. R. van Zanten, eiste een gevangenisstraf van achttien maanden, terwijl de verdediging pleitte voor een lagere straf. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan alle ten laste gelegde feiten, waarbij hij gebruik had gemaakt van een valse sleutel. De rechtbank achtte de diefstallen zwaarwegend, gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers die afhankelijk waren van hun scootmobielen. De verdachte had bovendien een rol gespeeld in een golf van diefstallen die leidde tot een tekort aan scootmobielen in de regio. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien maanden, met aftrek van voorarrest. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 47, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/201690-23
Datum uitspraak: 30 november 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1985,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
momenteel gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
(mr. R. van Zanten) en van wat verdachte en zijn raadsvrouw (mr. M.S. Gerson) naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is (na wijziging op de zitting) – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
diefstal van een scootmobiel op 31 juli 2023 door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel;
diefstal van een drietal scootmobielen in de periode van 23 juli 2023 tot en met
27 juli 2023, gepleegd tezamen en in vereniging met een of meer anderen door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel;
diefstal van een (lok)scootmobiel op 11 augustus 2023 door middel van braak, verbreking en/of een valse sleutel.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage I. Deze bijlage is aan dit vonnis gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Inleiding
3.1.1
De volgende feiten en omstandigheden dienen als uitgangspunt voor de beoordeling van de bewijsvraag en hebben tijdens het onderzoek ter terechtzitting niet ter discussie gestaan.
3.1.2
Verdachte heeft zijn rol ten aanzien van alle vijf de diefstallen, al dan niet na geconfronteerd te zijn met de camerabeelden die beschikbaar waren, bekend.
3.1.3
Ten aanzien van de diefstallen op 31 juli 2023 en 11 augustus 2023 heeft verdachte verklaard dat hij de beide scootmobielen heeft kunnen starten door een klein metalen staafje tegen het contact aan te houden. Als gevolg daarvan sloegen de scootmobielen aan en kon verdachte erop wegrijden.
3.1.4
Voor wat betreft de diefstal van de drie scootmobielen, zoals onder 2 ten laste gelegd, geldt dat verdachte heeft verklaard deze tezamen en in vereniging met een ander gepleegd te hebben. Het was hierbij steeds de mededader die een schroevendraaier in de sleutelopening stak en een draaiende beweging maakte als gevolg waarvan de scootmobielen aansloegen, aldus verdachte.
3.2
Standpunt van de officier van justitie
3.2.1
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van alle drie de ten laste gelegde feiten, waarbij er voor wat betreft de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten sprake is van het gebruik van een valse sleutel. Bij het onder 2 ten laste gelegde feit is er naast medeplegen steeds sprake van braak en/of verbreking, dan wel van het gebruik van een valse sleutel.
3.3
Standpunt van de verdediging
3.3.1
De raadsvrouw heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden en dat verdachte daarbij gebruik heeft gemaakt van een valse sleutel.
3.3.2
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de diefstal aan de Nierkerkestraat. Voor wat betreft de diefstallen aan de Pieter Calandlaan en de Willem Augustinusstraat heeft de raadsvrouw betwist dat sprake is van braak en/of verbreking, omdat uit niets blijkt dat er aan de scootmobielen schade is ontstaan. Het gebruik van een valse sleutel acht zij ten aanzien van deze diefstallen evenmin bewezen, omdat niet blijkt dat verdachte het door hem beschreven metalen staafje ook bij deze diefstallen bij zich had. Zij verzoekt verdachte op dit punt dan ook vrij te spreken.
3.4
Oordeel van de rechtbank
3.4.1
De rechtbank is van oordeel dat bewezen is dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt heeft aan alle aan hem ten laste gelegde diefstallen en dat verdachte bij de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten gebruik heeft gemaakt van een valse sleutel in de vorm van het door hem omschreven metalen staafje.
3.4.2
Gelet op hetgeen verdachte heeft verklaard over de handelingen van zijn mededader bij de diefstal van de drie scootmobielen, zoals onder 2 ten laste gelegd, acht de rechtbank bewezen dat daarbij sprake is geweest van braak. Het kan niet anders dan dat het in een slot steken van een schroevendraaier en het daarmee vervolgens maken van een draaiende beweging schade aan dat slot veroorzaakt.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van het voorgaande en de in
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
1
op 31 juli 2023 te Amsterdam (aan de Gerrie Knetemannlaan) een scootmobiel (type: Pride Solar 3-wiel grijs) die aan [aangever 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
2
in de periode van 23 juli 2023 tot en met 27 juli 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, meerdere scootmobielen:
- op 23 juli 2023 een scootmobiel (type: Orion Metro 3-wiel) aan de Nierkerkestraat,
- een scootmobiel (type: Orion Metro grijs) aan de Pieter Calandlaan,
- op 27 juli 2023 een scootmobiel (type: Sterlin Elite X2) aan de Willem Augustinstraat,
die aan [aangever 2] , [aangever 3] , [aangever 4] en/of [aangever 5] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om ze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader die weg te nemen schootmobielen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
3
op 11 augustus 2023 te Amsterdam (aan de Osdorper Ban) een lokscootmobiel (type: Sterling Calipso, verzekeringsnummer: [verzekeringsnummer] ), die aan de politie toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen en maatregelen

7.1
Eis van de officier van justitie
7.1.1
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van voorarrest.
7.2
Het standpunt van de verdediging
7.2.1
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om aan verdachte een straf op te leggen die lager is dan de eis van de officier van justitie, eventueel met een voorwaardelijk deel.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
7.3.1
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
7.3.2
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
7.3.3
Naar aanleiding van een golf aan diefstallen van scootmobielen in Amsterdam-West, waardoor zelfs bij de leverancier van de scootmobielen tekorten ontstonden, heeft de politie besloten een lokscootmobiel in te zetten. Al binnen één dag na plaatsing werd verdachte op deze scootmobiel aangetroffen. Vervolgens is hij gelinkt aan nog eens vier diefstallen van scootmobielen, die hij al dan niet in vereniging heeft gepleegd. De scootmobielen behoorden stuk voor stuk toe aan kwetsbare slachtoffers, die voor hun mobiliteit afhankelijk waren van hun vervoermiddel. De diefstallen worden verdachte dan ook zwaar aangerekend. Voor zijn handelen heeft verdachte slechts beperkt verantwoordelijkheid genomen. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij de scootmobielen heeft gestolen om zichzelf te verplaatsen ongeloofwaardig. Uit het dossier volgt duidelijk dat verdachte de scootmobielen heeft gestolen om deze vervolgens door te verkopen. Hij heeft gehandeld uit eigen financieel gewin en zich niets aangetrokken van het nadeel dat hij andere mensen toebracht. Ook heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het tekort aan scootmobielen dat in Amsterdam-West is ontstaan als gevolg van de golf aan diefstallen.
7.3.4
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 13 november 2023. Hieruit blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaar tot drie keer toe is veroordeeld voor een veelvoud aan vermogensdelicten. Dit weegt in het nadeel van verdachte mee.
7.3.5
De rechtbank neemt het oriëntatiepunt voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor de categorie diefstal van een brommer, scooter, snorfiets of elektrische fiets als uitgangspunt bij het bepalen van de straf die aan verdachte zal worden opgelegd. Wanneer sprake is van veelvuldige recidive, zoals dat bij verdachte het geval is, wordt ten aanzien van die categorie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden genoemd. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vijf diefstallen. De rechtbank weegt daarnaast de volgende omstandigheden in strafverzwarende zin mee. Verdachte heeft het merendeel van de diefstallen samen met een ander gepleegd. Bij alle diefstallen was sprake van een professionele werkwijze, waarbij de diefstal werd gepleegd door middel van braak en/of het gebruik van een valse sleutel. Het gaat om kwetsbare slachtoffers en verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan het tekort aan scootmobielen.
7.3.6
De reclassering heeft in een rapport van 14 november 2023 geadviseerd om aan verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. De kans op onttrekking aan eventueel op te leggen voorwaarden wordt als hoog ingeschat, gelet op het feit dat verdachte afspraken met de reclassering in het verleden niet is nagekomen. De woonplek van verdachte wisselt vaak of is onduidelijk. Verdachte komt volgens de reclassering niet altijd betrouwbaar over.
7.3.7
Alles afwegende legt de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf van veertien maanden op, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Dit is een lagere gevangenisstraf dan de officier van justitie heeft gevorderd. Dit is reeds te verklaren doordat de officier van een ander oriëntatiepunt is uitgegaan, namelijk de categorie diefstal motorfiets of auto (in geparkeerde toestand door braak/verbreking), waar in geval van recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden wordt genoemd.
7.3.8
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.Ten aanzien van de vordering benadeelde partij

8.1
Door de benadeelde partijen [aangever 3] en [aangever 6] is een schadevergoeding gevorderd.
8.2
Benadeelde partij [aangever 3] vordert € 105,89 aan materiële schade voor een scootmobielhoes, een loopstok en een slot.
8.3
Benadeelde partij [aangever 6] vordert € 68,16 aan materiële schade voor een scootmobielhoes en een slot.
8.4
Beide benadeelde partijen hebben verzocht het schadebedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. Ook hebben zij verzocht om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.5
De rechtbank stelt vast dat uit het dossier volgt dat het gaat om schade aan één en dezelfde scootmobiel. Mede namens [aangever 3] en namens [aangever 6] is door
[aangever 6] aangifte gedaan van de door verdachte van de Pieter Calandlaan gestolen scootmobiel. Er is aldus sprake van een dubbel ingediende vordering.
8.6
De beide vorderingen zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Uit de aangifte of overige stukken in het dossier kan niet blijken dat er samen met de scootmobiel ook een scootmobielhoes, slot of loopstok zijn weggenomen, dan wel dat daaraan schade is ontstaan.
8.7
De benadeelde partijen zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen. De behandeling van de vorderingen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op omdat de vorderingen zoals hiervoor genoemd onvoldoende zijn onderbouwd en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partijen kunnen hun vorderingen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8.8
De benadeelde partijen en de verdachte zullen ieder de eigen kosten dragen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47, 57, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
t.a.v. feit 1 en 3:
telkens: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels
t.a.v. feit 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige
het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel
van braak, meermalen gepleegd
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
14 (veertien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart [aangever 3] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Verklaart [aangever 6] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partijen en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. C.A.E. Wijnker en C.A.R. Bleijendaal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. mr. L.J.F. Ceelie, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 november 2023.