Op 16 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Sąd Okręgowy w Przemyślu in Polen. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 3 december 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1972, werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk tijdens de openbare zitting op 2 februari 2023. De rechtbank constateerde dat de termijn van 90 dagen voor het nemen van een beslissing op het overleveringsverzoek was verstreken, wat betekende dat er geen grondslag meer was voor gevangenhouding.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en onderzocht of aan de voorwaarden voor overlevering was voldaan. De opgeëiste persoon had aangevoerd dat hij rechtmatig in Nederland verbleef, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet had aangetoond dat hij vijf jaar ononderbroken rechtmatig verblijf had gehad. De overgelegde stukken waren onvoldoende om dit te onderbouwen, en de rechtbank verwierp het verweer van de raadsman.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering. De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon aan Polen toegestaan voor de feiten die in het EAB zijn omschreven, waarbij de toepasselijke wetsbepalingen zijn genoemd. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.