4.1.3.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Op 22 december 2021 rond 10:45 uur komen bij de politie Amsterdam meerdere meldingen binnen van een schietincident in de Wieringerstraat in Amstelveen. Het slachtoffer is de 56-jarige [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ). Uit onderzoek blijkt dat zevenmaal met een vuurwapen in de richting van [slachtoffer] is geschoten, waarvan drie kogels hem (dodelijk) hebben geraakt. Onderzoek ter plaatse op dezelfde dag wijst uit dat onder de auto van [slachtoffer] een baken is geplaatst.
Op grond van de bewijsmiddelen is vast komen te staan dat de moord op [slachtoffer] is uitgevoerd door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Zij hebben in de periode van 15 december 2021 tot en met 22 december 2021 intensief met elkaar samengewerkt om de geplande moord op [slachtoffer] uit te voeren. Zo hebben zij veelvuldig contact met elkaar onderhouden, een vuurwapen opgehaald waarmee zij hebben proef geschoten, voorverkenningen uitgevoerd, een baken onder de auto van [slachtoffer] geplaatst en uiteindelijk op 22 december 2021 de moord op [slachtoffer] uitgevoerd. [medeverdachte 1] heeft hierbij telkens de (vlucht)auto bestuurd en [medeverdachte 2] heeft geschoten.
Verdachte wordt er door het Openbaar Ministerie van verdacht de opdrachtgever van deze moord te zijn geweest door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] uit te lokken deze moord te plegen. Om de vraag te kunnen beantwoorden of verdachte daadwerkelijk de uitlokker is geweest van deze moord zal de rechtbank allereerst vaststellen welk telefoonnummer en welke social media accounts aan verdachte kunnen worden gekoppeld. Daarna zal de rechtbank de vraag beantwoorden of verdachte betrokken is geweest bij de moord en zo ja, welke rol hij daarbij heeft gespeeld.
Accounts en telefoonnummers verdachte
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: * [telefoonnummer] )
Verdachte is op 2 februari 2022 in België aangehouden in verband met een andere strafzaak. Bij zijn aanhouding is de telefoon die verdachte op dat moment bij zich had in beslag genomen. Deze telefoon maakte op dat moment gebruik van telefoonnummer * [telefoonnummer] . De telefoon is op verzoek van de Belgische politie door de Nederlandse politie uitgelezen. Uit onderzoek naar deze telefoon blijkt uit verschillende gegevens dat verdachte de gebruiker is geweest van deze telefoon. Verdachte heeft tijdens eerdere verhoren ook verklaard dat hij dit telefoonnummer in gebruik had. Daarnaast is gebleken dat dit telefoonnummer in december 2021 in de nachtelijke uren gebruik maakt van Cell-ID’s aan de [adres] , de woning van de moeder van verdachte, en Cell-ID’s op het [adres] , België, waar verdachte op dat moment bij zijn zus verbleef. Tevens zijn meerdere familieleden van verdachte als contacten opgeslagen in zijn telefoon.
Verdachte heeft zich tijdens de inhoudelijke behandeling van de onderhavige strafzaken op zijn zwijgrecht beroepen, maar heeft in een eerder politieverhoor verklaard dat hij zijn telefoon wel uitleende. Verdachte heeft echter niet verteld aan wie hij zijn telefoon zou hebben uitgeleend en op welke momenten dit is gebeurd, zodat deze verklaring niet te verifiëren is. Nu voornoemde gegevens juist duiden op het eigen gebruik van de telefoon door verdachte en verdachte zijn bewering niet concreet heeft gemaakt, concludeert de rechtbank dat verdachte de gebruiker van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer] is geweest.
Snapchataccount ‘ [gebruikersnaam] ’
Het snapchataccount met gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam] ’ is aangetroffen op de hierboven genoemde telefoon. Van dit snapchataccount is de displaynaam meermalen gewijzigd, waaronder in verschillende vormen van ‘ [gebruikersnaam] ’ (anders gespeld), ‘ [displaynaam] ’, ‘ [displaynaam] ’ en ‘ [displaynaam] ’. Het Snapchataccount is gekoppeld aan het telefoonnummer * [telefoonnummer] . Ook heeft verdachte tijdens zijn verhoor door de Belgische politie op 28 april 2022 verklaard dat hij gebruik maakt van een Snapchataccount genaamd ‘ [gebruikersnaam] ’.
Tevens is een screenshot van dit account aangetroffen in de telefoon van verdachte. Onderzoek door de politie heeft uitgewezen dat dit screenshot met het genoemde toestel is gemaakt en dus niet is doorgestuurd vanaf een andere telefoon.
Verdachte heeft ter zitting niet willen verklaren hoe dit Snapchataccount in zijn telefoon terecht is gekomen en of hij de gebruiker was van dit account. De rechtbank concludeert bij gebreke van enig alternatief scenario, op basis van bovenstaande gegevens, dat verdachte de gebruiker van het Snapchataccount ‘ [gebruikersnaam] ’ moet zijn geweest.
Snapchataccount ‘ [displaynaam] ’
Het Snapchataccount ‘ [displaynaam] ’ is tevens gekoppeld aan het telefoonnummer * [telefoonnummer] . Van dit snapchataccount is de displaynaam meermalen gewijzigd in onder andere ‘ [displaynaam] ’ en ‘ [displaynaam] ’, welke namen overeen komen met displaynamen van het hiervoor genoemde Snapchataccount ‘ [gebruikersnaam] ’. Het Snapchataccount ‘ [displaynaam] ’ is aangetroffen in de telefoon die onder verdachte in beslag is genomen tijdens zijn aanhouding in België.
In de telefoon die bij verdachte is aangetroffen tijdens zijn aanhouding in Nederland op 6 februari 2023 zijn meerdere accounts aangetroffen met de naam ‘ [displaynaam] ’ of ‘ [displaynaam] ’, onder andere een e-mailadres waarmee een ticket voor verdachte is aangeschaft voor een reis naar Londen, te weten [e-mailadres] . In de telefoon van [naam 2] is een Whatsappcontact aangetroffen met de naam ‘ [displaynaam] ’ met telefoonnummer * [telefoonnummer] . Op de profielfoto van dit contact wordt verdachte herkend. Ook zijn meerdere afbeeldingen in de telefoon van [naam 2] aangetroffen met de tekst ‘ [displaynaam] ’, waarop verdachte is herkend.
Tevens is een screenshot aangetroffen in de telefoon van verdachte van dit account. Onderzoek door de politie heeft uitgewezen dat dit screenshot met de genoemde telefoon is gemaakt en dus niet is doorgestuurd.
Dat de bijnaam ‘ [displaynaam] ’ door meerdere personen wordt gebruikt, zoals de verdediging heeft gesteld, doet niet af aan het feit dat in onderhavige zaak deze specifieke accounts aan verdachte kunnen worden gelinkt door onder andere zijn eigen telefoon. Uit tapgesprekken, video’s op de telefoon van verdachte en gegevens uit de telefoons van anderen blijkt immers ook dat verdachte ‘ [displaynaam] ’ wordt genoemd.
Verdachte heeft ter zitting niets willen verklaren over het gebruik van het Snapchataccount ‘ [displaynaam] ’. Nu dit account is aangetroffen in zijn telefoon, gekoppeld is aan zijn telefoonnummer en uit meerdere gegevens blijkt dat hij gebruik heeft gemaakt van de bijnaam ‘ [displaynaam] ’ concludeert de rechtbank dat verdachte de gebruiker is geweest van voornoemd Snapchataccount.
Signalaccount ‘ [accountnaam] ’
In de telefoon die verdachte tijdens zijn aanhouding in België bij zich had, met daaraan gekoppeld telefoonnummer * [telefoonnummer] , zijn screenshots aangetroffen van een Signal accountpagina met de naam [accountnaam] . Onderzoek door de politie heeft uitgewezen dat de screenshots met hetzelfde toestel zijn gemaakt als waarop ze zijn aangetroffen. Dit betekent dat de gebruiker van het toestel de screenshots moet hebben gemaakt en derhalve toegang had tot het Signalaccount met de naam [accountnaam] . De screenshots van de betreffende accountpagina zijn gemaakt op 6, 12 en 14 december 2021. Dit betekent dat het account rondom de periode van de moord op [slachtoffer] in gebruik moet zijn geweest bij de gebruiker van de telefoon. Hierboven heeft de rechtbank vastgesteld dat dit verdachte is geweest.
Op één van de screenshots is te zien dat [accountnaam] de tijdspanne waarbinnen de berichten worden verwijderd, aanpast. Er is op de screenshot te zien: ‘je hebt de tijdspanne voor verlopende berichten aangepast’. Hieruit blijkt dat de gebruiker van de telefoon, verdachte, communiceerde via het account van [accountnaam] .
Daar komt bij dat het hierboven genoemde snapchataccount ‘ [displaynaam] ’ ook meermalen gebruik gemaakt van displaynamen met verschillende vormen van de naam ‘ [accountnaam] ’ en dat in de telefoon van [naam 3] het telefoonnummer van verdachte (* [telefoonnummer] ) is opgeslagen onder de naam ‘ [displaynaam] ’.
Verdachte heeft ter zitting niet willen verklaren of hij de gebruiker was van het ‘ [accountnaam] ’ Signalaccount. Nu er diverse aanwijzingen in de telefoon van verdachte zijn aangetroffen dat hij de gebruiker was van dit account en hij hier geen verklaring voor heeft willen geven, kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat verdachte de gebruiker is geweest van dit account.
Gelet op bovenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte de gebruiker is geweest van het telefoonnummer eindigend op * [telefoonnummer] , de Snapchataccounts ‘ [gebruikersnaam] ’ en ‘ [displaynaam] ’ en het Signalaccount ‘ [accountnaam] ’.
Verklaring van verdachte [medeverdachte 1]
Verdachte [medeverdachte 1] heeft op 18 juli 2022 bij de politie een bekennende verklaring afgelegd over zijn betrokkenheid bij de moord. Samengevat heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij in de week van 17 december 2021 via Snapchat door iemand is benaderd met de vraag of hij wilde autorijden bij een moord en of hij de trekker wilde overhalen. Hierbij is hem een bepaald geldbedrag in het vooruitzicht gesteld. [medeverdachte 1] heeft aangegeven dat hij niet de trekker wilde overhalen, maar dat hij wel wilde rijden. Hij is toen in contact gebracht met de latere schutter. Op een gegeven moment kregen zij een foto en het adres van het slachtoffer doorgestuurd.
Ook kregen zij een vuurwapen geleverd dat ze moesten ophalen, met daarbij het adres [adres] . Ze hebben het vuurwapen opgehaald en met dit vuurwapen hebben zij proefgeschoten in het Bijlmerpark.
Omdat het volgens de opdrachtgever allemaal te lang duurde kregen zij een baken geleverd om het slachtoffer te volgen. Dit baken kon volgens de opdrachtgever als een magneet onder de auto van het slachtoffer worden geplakt. Het slachtoffer is twee dagen later, op 22 december 2021, geliquideerd.
De persoon die verdachte [medeverdachte 1] via social media zou hebben benaderd, geld in het vooruitzicht heeft gesteld en hem zou hebben voorzien van informatie, het wapen en het baken, had de displaynaam ‘ [accountnaam] ’.
De verdediging heeft bepleit dat de verklaring van [medeverdachte 1] als onbetrouwbaar dient te worden beschouwd en dus moet worden uitgesloten van het bewijs. Het bericht dat door [accountnaam] naar [medeverdachte 1] zou zijn gestuurd met de vraag of hij de auto wilde besturen of de trekker wilde overhalen bevindt zich niet in het dossier. Er kan dan ook niet worden vastgesteld wat de inhoud van dit bericht is en of dit bericht überhaupt bestaat. De overige verstuurde berichten kunnen niet worden geduid en zijn voor meer dan één uitleg vatbaar. Daarnaast blijkt uit het dossier dat is gecommuniceerd via Signal en niet via Snapchat en wordt de naam [accountnaam] door de politie genoemd en niet door [medeverdachte 1] zelf.
De rechtbank overweegt dat de verklaring van [medeverdachte 1] strookt met de bewijsmiddelen in het dossier. De verklaring van [medeverdachte 1] wordt ondersteund door de gegevens die zijn aangetroffen in zijn telefoon, zoals de filmpjes van het proefschieten en de communicatie met het baken onder de auto van [slachtoffer] . Daarnaast wordt zijn verklaring bevestigd door hetgeen op de camerabeelden is te zien en met het feit dat de moord op [slachtoffer] is uitgevoerd.
Dat een ondergeschikt detail uit deze verklaring, namelijk de naam van de berichtenapplicatie waaruit de berichten zouden zijn verstuurd en ontvangen niet lijkt te kloppen, maakt niet dat deze verklaring in zijn geheel onbetrouwbaar is.
Dat [medeverdachte 1] de naam [accountnaam] in zijn verhoor niet zelf heeft genoemd in zijn verklaring maakt dit ook niet anders. Er zijn immers diverse foto’s aangetroffen, gemaakt met het toestel van [medeverdachte 1] , van de gesprekken waarover [medeverdachte 1] heeft verklaard. Op deze foto’s is te zien dat wordt gecommuniceerd met een persoon met de displaynaam ‘ [accountnaam] ’. Daarnaast heeft [medeverdachte 1] tijdens het politieverhoor op 18 juli 2022 desgevraagd bevestigd dat hij inderdaad is benaderd door [accountnaam] .
Gelet op bovenstaande acht de rechtbank de verklaring van [medeverdachte 1] betrouwbaar en zal deze bezigen voor het bewijs.
Hoe de berichten geduid moeten worden zal de rechtbank hieronder verder bespreken.
De rechtbank zal hieronder chronologisch uiteen zetten aan welke chatgesprekken verdachte in de aanloop naar de moord heeft deelgenomen. Als wordt gesproken over [accountnaam] , [gebruikersnaam] of [displaynaam] gaat het telkens over verdachte, zoals hierboven al door de rechtbank is vastgesteld.
15 december 2021:
In de telefoon van [medeverdachte 1] is te zien dat hij op 15 december 2021 om 00:54 uur een foto ontvangt van [accountnaam] . Dit betreft een foto van het slachtoffer [slachtoffer] . [medeverdachte 1] heeft verklaard dat rondom dit moment ook het adres van [slachtoffer] werd gedeeld.
Verder zijn in zijn telefoon foto’s aangetroffen van gesprekken op 15 december 2021 met de tijdstippen 01:08 uur, 13:36 uur en 13:41 uur. Dit betreffen foto’s van het scherm van een andere telefoon, waarvan [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij die in gebruik had. Op de foto’s zijn gesprekken te zien tussen [medeverdachte 1] en [accountnaam] . In één van deze gesprekken wordt door [accountnaam] ‘ [woonplaats slachtoffer] ’ (de rechtbank begrijpt: [woonplaats slachtoffer] ) genoemd, de woonplaats van het slachtoffer. Om 01:08 uur is het volgende gesprek zichtbaar:
[accountnaam] : Tamara kom ik met iets waardoor je vrijdag kanNN-gebruiker: Ai ns[accountnaam] : Easy toch?[accountnaam] : Oke en met een capuchon aanbellen is niet slim[accountnaam] : Met een doos ofzo snap je[accountnaam] : Er zijn geen camera's in de straatNN-gebruiker: Ja Drm Ga hem zeggen Doe alsofje iets gaat bezorgen[accountnaam] : Top
De rechtbank interpreteert dit gesprek zo dat [accountnaam] morgen met iets komt waardoor zij vrijdag kunnen. Daarnaast geeft [accountnaam] instructies over hoe aan te bellen.
Om 13:36 uur wordt het volgende gesprek gevoerd:
NN- [accountnaam] : (Ik stuurde je gister)NN- [accountnaam] : O van p haha soNN- [accountnaam] : SiNN-gebruiker: (lachende emoji)NN- [accountnaam] : [adres]NN-gebruiker: Aii
De rechtbank interpreteert dit gesprek zo dat wordt gesproken over de plek waar ‘p’, het pistool, moet worden opgehaald. Dit sluit aan op de verklaring van [medeverdachte 1] dat hij en de mededader het wapen hebben opgehaald nabij het adres [adres] en vervolgens met dit wapen hebben proefgeschoten in het Bijlmerpark.
[adres] betreft een historisch GBA-adres van verdachte.
16 december 2021:
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij samen met de schutter in de avond van 16 december 2021 het wapen heeft opgehaald nabij het adres [adres] en dat zij vervolgens zijn gaan proefschieten in het Bijlmerpark.
Er is een screenshot aangetroffen in de telefoon van verdachte met daarop het volgende gesprek tussen [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en ‘ik’ (verdachte) op 16 december 2021.
[medeverdachte 1] : Ben 18:35, 19 bij die manIk: 18:35?[medeverdachte 1] : geef hem die tijd. 18:45 man
In de telefoon van [medeverdachte 1] zijn filmpjes aangetroffen die zijn gemaakt in het Bijlmerpark op 16 december 2021 tussen 19:42 en 19:44 uur. Gelet hierop, op het gesprek van de vorige middag en de verklaring van [medeverdachte 1] , interpreteert de rechtbank het gesprek zo dat wordt bedoeld dat [accountnaam] van [medeverdachte 1] moet doorgeven dat hij om 18:45 uur bij [adres] is om het wapen op te halen.
17 december 2021:
In de telefoon van verdachte is een screenshot aangetroffen van een gesprek dat heeft plaatsgevonden met [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ). Op dit screenshot is het volgende gesprek te lezen:
[medeverdachte 1] : Ben ko man, ze he(bben wag)gie pica gemaakt , ze gingen blauw bellen en 3 mannen gingen met die Blemmer takken man[accountnaam] : Sang[medeverdachte 1] : Ja man. Kk[accountnaam] : Waar stond hij voor die deur ofzo.. Zeker black on black kill[medeverdachte 1] : Noh Bij de uitgang van die straat man. Daarna deed hij alsof hij ging joggen, grijze hoodie met zwarte brakka.[accountnaam] : Jullie moeten niet 2 uur Staan op een plek Rondjes maken Hoe weet je van blauw
Uit de camerabeelden, de Snappcargegevens en de telefoongegevens van [medeverdachte 1] blijkt dat op 17 december 2021 in de vroege ochtend een voorverkenning heeft plaatsgevonden bij de woning van [slachtoffer] . Uit de camerabeelden blijkt dat een persoon bij de woning van het slachtoffer rondhangt, heen en weer loopt en even later heen en weer jogt langs de woning. Ook blijkt dat [medeverdachte 1] de gehuurde auto inlevert bij Snappcar en twee dagen later een andere auto huurt.
Gelet hierop wordt het bovenstaande gesprek dan ook zo geïnterpreteerd dat hier wordt gesproken over de voorverkenning bij de woning van [slachtoffer] op 17 december 2021.
20 december 2021:
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat het baken op 20 december 2021 onder de auto van [slachtoffer] is geplakt. Aan de hand van de telefoongegevens van [medeverdachte 1] in combinatie met gegevens van het baken kan vastgesteld worden dat het telefoonnummer van het baken op 20 december 2021 voor het eerst registraties vertoont om 01:58 uur en vermoedelijk vanaf dat moment geactiveerd is. Om 01:53 uur wordt door [medeverdachte 1] via Snapchat gebeld naar het snapchataccount ‘ [gebruikersnaam] ’ en om 01:58 uur naar het Snapchataccount ‘ [displaynaam] ’ met displaynaam ‘ [displaynaam] ’. Deze communicatie valt derhalve samen met het activeren van het baken.
22 december 2021:
[slachtoffer] wordt rond 10:45 uur beschoten in de Wieringerstraat in Amstelveen.
23 december 2021:
[medeverdachte 1] heeft een gesprek met [medeverdachte 2] over de uitbetaling van het geld. In dit gesprek is het volgende te lezen:
15:54:30 ontvangen: Bra hoop dat die mannen me niet boren eh bra15:54:33 ontvangen: Hoop et echt15:55:43 ontvangen: Pff15:55:51 ontvangen: Kan [naam 4] niet langer wachten15:56:03 ontvangen: Geen dag later15:56:08 ontvangen: Dit was M!15:56: 18 ontvangen: Moest et gelijk krijgen al15:56:24 ontvangen: Maak ss van dit15:56:27 ontvangen: Dens die lik15:56:30 verzonden: No message content to display.15:56:39 verzonden: Aii15:56:40 ontvangen: Want ben kk heet nu eh16:33:41 ontvangen: Weet hij ook nii rond hlt die pap komt?
Tegelijkertijd voert [medeverdachte 1] ook een gesprek met het snapchataccount ‘ [gebruikersnaam] ’, waarin het volgende te lezen is:
15:55:34 ontvangen: Ga15:55:35 ontvangen: Hem15:55:35 ontvangen: Dit15:55:36 ontvangen: Senden15:55:44 verzonden: Sii16:26:45 ontvangen: No message content to display.16:26:45 ontvangen: Bruya mannetje kon hij dit gw niet eerder zeggen
In de telefoon van verdachte is een screenshot aangetroffen van een gesprek met ‘ [bijnaam] ’ op 23 december 2021 om 21:58 uur. In dit gesprek is het volgende te lezen:
[accountnaam] : Ja bro dat is er gezegd komtgoed[bijnaam] : Broer die [medeverdachte 1] loopt die man. Aan haakje te houden. Hij zegt gister. Dan vandaag[accountnaam] : Wie is [medeverdachte 1][bijnaam] : [medeverdachte 1] . Die kk latino[accountnaam] : Ja komt door mijn betaler b
Blijkens het dossier wordt [medeverdachte 1] ook wel ‘ [medeverdachte 1] ’ genoemd en blijkt dat [bijnaam] ook een contact is van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Naar het oordeel van de rechtbank moeten de gesprekken zo worden geïnterpreteerd dat zij betrekking hebben op de betaling voor het uitvoeren van de moord op [slachtoffer] .
Overige informatie met betrekking tot de moord
In de telefoon van verdachte die tijdens zijn aanhouding in België in beslag is genomen, is nog meer informatie met betrekking tot de moord op [slachtoffer] aangetroffen, die bovengenoemde gesprekken ook verder duiden.
Met de telefoon van verdachte is onder andere gezocht op de volgende zoektermen: ‘ [adres] ’, ‘man doodgeschoten amstelveen’ en ‘schietincident amstelveen’. De [adres] betreft de straat waar [slachtoffer] woonde en de moord op [slachtoffer] is uitgevoerd in Amstelveen.
In de telefoon van verdachte die tijdens zijn aanhouding in Nederland in beslag is genomen is een nieuwbericht aangetroffen met betrekking tot de strafeisen tegen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in deze strafzaak, met daarbij de tekst: ‘no spang’ en een gebroken hartje.
Hieruit kan worden afgeleid dat verdachte bijzondere interesse had in deze strafzaak en de verdachten die zijn aangehouden. Verdachte heeft niet willen verklaren waar deze interesse vandaan kwam. Evenmin heeft hij verklaard waarom hij heeft gezocht op de [adres] , terwijl deze straatnaam niet naar voren komt in nieuwsberichten over de moord en dit de enige straat in Nederland is met die naam. De rechtbank ziet in deze overige telefoongegevens een extra aanwijzing voor de betrokkenheid van verdachte bij de moord.
Gelet op de verklaring van [medeverdachte 1] , de hierboven genoemde chats en de overige bewijsmiddelen in het dossier stelt de rechtbank vast dat verdachte degene is geweest die contact heeft gehad met [medeverdachte 1] rondom de moord op [slachtoffer] en betrokkenheid had bij de moord op [slachtoffer] . Het verweer van de verdediging dat de berichten onvoldoende kunnen worden geduid verwerpt de rechtbank, omdat de berichten moet worden bezien in het licht van en in samenhang met de rest van het dossier.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld hoe de handelingen van verdachte gekwalificeerd moeten worden.
Voor een bewezenverklaring van uitlokking dient aan de volgende vereisten te worden voldaan.
Het opzet van de uitlokker is zowel gericht op het uitlokken van de ander als op het delict waartoe de ander is aangezet.
De rechtbank overweegt dat verdachte [medeverdachte 1] heeft gevraagd auto te rijden, dan wel de trekker over te halen bij een moord. Hieruit blijkt dat het opzet van verdachte gericht is geweest op het delict, te weten moord, en dat zijn opzet tevens gericht is geweest op het overhalen van [medeverdachte 1] om deze moord te plegen.
Het aanzetten van een ander.
Verdachte heeft door [medeverdachte 1] te benaderen hem op het idee gebracht om de moord uit te voeren. Immers blijkt uit niets dat [medeverdachte 1] al voor het contact met verdachte het idee had om [slachtoffer] te vermoorden. Dit heeft hij ook niet verklaard. Voor het uitlokken van het medeplegen van de moord is voldoende dat verdachte één van de medeplegers heeft overgehaald.
Gebruik van één of meer uitlokkingsmiddelen.
Er is sprake van een limitatieve opsomming van uitlokkingsmiddelen. Deze uitlokkingsmiddelen zijn in artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) genoemd. Deze middelen dienen te zijn gebruikt om de ander over te halen en niet slechts om behulpzaam te zijn bij het plegen van het feit.
De rechtbank stelt vast dat verdachte in ieder geval twee uitlokkingsmiddelen heeft gebruikt. Zo heeft hij een belofte gemaakt, namelijk door het in het vooruitzicht stellen van een bepaald geldbedrag. Dat dit geldbedrag in het vooruitzicht is gesteld is de reden geweest dat [medeverdachte 1] wilde deelnemen aan het plegen van de moord op [slachtoffer] . Daarnaast heeft verdachte middelen en inlichtingen verschaft door een foto van het slachtoffer en zijn adres te delen en een vuurwapen en een baken te leveren. Deze middelen en inlichtingen zijn cruciaal geweest om ervoor te zorgen dat het delict werd gepleegd.
Het uitgelokte delict is gevolgd.
De moord op [slachtoffer] is op 22 december 2021 uitgevoerd.
De uitgelokte moet strafbaar zijn.
Beide uitvoerders van de moord zijn strafbaar en ook bestraft door de rechtbank en het gerechtshof.
Gelet op bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de vereisten voor uitlokking, zodat de onder 1 primair ten laste gelegde uitlokking van het medeplegen van de moord op [slachtoffer] wettig en overtuigend bewezen kan worden.