ECLI:NL:RBAMS:2023:8314

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
C/13/742188 / KG ZA 23-990
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in kort geding met veroordeling tot betaling door gedaagde

Op 18 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een verstekvonnis gewezen in een kort geding tussen eiseressen, waaronder Juno Holdings Ltd., en gedaagde Peil Investment B.V. Gedaagde is niet verschenen op de zitting van 14 december 2023, waar eiseressen hun vorderingen hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldeed en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagde. De vorderingen van eiseressen zijn toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond werden geacht. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van aanzienlijke bedragen aan de eiseressen, met rente, en is ook verantwoordelijk voor de proceskosten. De totale veroordeling omvat betalingen van € 10.400.000,00 aan Juno, € 21.380.000,00 en € 17.000.000,00 aan [eiser 1], en € 30.000.000,00 aan [eiseres 2], met bijbehorende rentepercentages. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/742188 / KG ZA 23-990 IHJK / JD
Vonnis in kort geding van 18 december 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
[eiseres 2],
gevestigd te [plaats] ,
3. de rechtspersoon naar buitenlands recht
JUNO HOLDINGS LTD.,
gevestigd te George Town, Grand Cayman (Kaaimaneilanden),
eiseressen bij dagvaarding van 5 december 2023,
advocaat mr. J. Meuleman te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PEIL INVESTMENT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
niet verschenen.
Eiseressen zullen hierna afzonderlijk ook [eiser 1] , [eiseres 2] , en Juno worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 14 december 2023 hebben eiseressen gesteld en gevorderd overeenkomstig de dagvaarding. Vervolgens hebben eiseressen verzocht vonnis te wijzen en is de vonnisdatum bepaald op heden.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling was namens eiseressen mr. Meuleman aanwezig. Gedaagde is niet verschenen en heeft zich ook niet door een advocaat laten vertegenwoordigen.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek tegen gedaagde zal worden verleend.
2.2.
Het gevorderde komt niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseressen wordt begroot op € 106,73 aan dagvaardingskosten, € 5.737,00 aan griffierecht en € 697,00 aan salaris advocaat.
2.4.
Het bedrag tot voldoening waarvan gedaagde zal worden veroordeeld, geldt als voorschot op en ter nadere verrekening met hetgeen gedaagde ten gronde zal blijken verschuldigd te zijn.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2.
veroordeelt gedaagde tot:
  • betaling van € 10.400.000,00 (zegge tienmiljoen vierhonderdduizend euro) aan Juno, te vermeerderen met een rente van 20,75% vanaf 15 december 2021 tot aan de dag van algehele voldoening, uit hoofde van de Tennor Bonds;
  • betaling van € 21.380.000,00 (zegge eenentwintigmiljoen driehonderdtachtigduizend euro) aan [eiser 1] , te vermeerderen met een rente van 23,50% vanaf 15 februari 2022 tot aan de dag van algehele voldoening, uit hoofde van de Trent Bonds;
  • betaling van € 17.000.000,00 (zegge zeventienmiljoen euro) aan [eiser 1] , te vermeerderen met een rente van 22,75% vanaf 31 januari 2022 tot aan de dag van gehele voldoening, uit hoofde van de Latitude Bonds;
  • betaling van € 500.000,00 (zegge vijfhonderdduizend euro) aan eiseressen, des dat aan de een betalende, gedaagde jegens de anderen gekweten zal zijn;
  • betaling van een bedrag van € 30.000.000,00 (zegge dertigmiljoen euro) aan [eiseres 2] , te vermeerderen met een rente van 22,75% vanaf 4 januari 2022 tot aan de dag van algehele voldoening, uit hoofde van de Latitude Bonds,
3.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van eiseressen begroot op € 6.540,73,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J. Dekker, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2023. [1]

Voetnoten

1.type: JD