Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2023.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de terugvordering van bijstandsuitkering over de periode van 31 januari 2020 tot en met 31 juli 2021, omdat hij ten onrechte bijstand had ontvangen. De gemeente had de bijstandsuitkering van eiser ingetrokken omdat hij als zelfstandig ondernemer zou zijn gaan werken, wat eiser niet had betwist. De gemeente vorderde in totaal €13.716,91 terug.
Eiser had zijn bezwaar tegen de terugvordering te laat ingediend, namelijk op 31 december 2021, terwijl de termijn voor het indienen van bezwaar zes weken na het primaire besluit was. De gemeente verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat eiser geen verschoonbare omstandigheden had aangevoerd voor de termijnoverschrijding. Eiser stelde dat hij telefonisch was geïnformeerd over een verlenging van de bezwaartermijn, maar de rechtbank oordeelde dat hij dit niet voldoende had aangetoond.
De rechtbank overwoog dat de termijnoverschrijding niet snel als verschoonbaar wordt geacht en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij een verlenging van de termijn had gekregen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand bleef. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.