ECLI:NL:RBAMS:2023:8263

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
13-303496-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grootschalige cocaïnehandel met procesafspraken

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij de aflevering, verstrekking en het vervoer van ongeveer 600 kilogram cocaïne, evenals de voorbereiding van een transport van ongeveer 307 kilogram cocaïne. De verdachte heeft op de zitting een bekennende verklaring afgelegd en is met het Openbaar Ministerie (OM) tot verstrekkende procesafspraken gekomen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. J.J. Smilde, en de verdediging door zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel. De verdachte heeft afstand gedaan van bepaalde verdedigingsrechten in ruil voor een lagere straf. De rechtbank heeft de procesafspraken beoordeeld en vastgesteld dat deze in overeenstemming zijn met het recht op een eerlijk proces. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en een gevangenisstraf van 58 maanden opgelegd, conform de strafeis van het OM. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

Uitspraak

verkort vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/303496-22
Datum uitspraak: 20 oktober 2023
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1960,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in [detentieadres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 13 juli 2023 en 6 oktober 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. J.J. Smilde, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de tussen het openbaar ministerie en verdachte op 1 oktober 2023 gesloten overeenkomst ten aanzien van de door hen gemaakte procesafspraken.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er - na nadere omschrijving van de tenlastelegging op de zitting van 6 oktober 2023 - kort gezegd van beschuldigd dat hij:
1.
in de periode van 7 februari 2020 tot en met 27 maart 2020 te Amsterdam en/of in Colombia en/of in Spanje, met anderen, ongeveer 600 kilogram cocaïne opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd;
2.
in de periode van 7 mei 2020 tot en met 23 mei 2020 te Amsterdam en/of in Colombia en/of in België, met anderen, de import in en/of de export vanuit Nederland van ongeveer 307 kilogram cocaïne heeft voorbereid en/of bevorderd door het voorhanden hebben van cryptotelefoons met het programma Sky-ECC en/of door met die cryptotelefoons encrypted Sky-ECC chatgesprekken te voeren over het transport en/of de verdeling van deze cocaïne.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in
bijlage 1en geldt als hier ingevoegd.

3.Procesafspraken

3.1.
Totstandkoming procesafspraken
Het openbaar ministerie en de raadsman van verdachte hebben voorafgaand aan de zitting van 13 juli 2023 de mogelijkheid besproken van het maken van procesafspraken met betrekking tot de afdoening van deze strafzaak. Het openbaar ministerie beoogt door het maken van procesafspraken de behandeling van deze strafzaak zo efficiënt mogelijk te maken en verdachte beoogt door het maken van procesafspraken een lagere straf opgelegd te krijgen. Uiteindelijk is een overeenkomst tot stand gekomen waarin de procesafspraken zijn vastgelegd. Deze overeenkomst is op 1 oktober 2023 door verdachte, zijn raadsman en de officier van justitie ondertekend en op 3 oktober 2023 aan de rechtbank overgelegd. De ondertekende procesafspraken zijn als
bijlage IIaan dit vonnis gehecht en gelden als hier ingevoegd.
3.2.
Overeengekomen procesafspraken
Het openbaar ministerie en de raadsman zijn in de procesafspraken overeengekomen dat:
  • verdachte afziet van het indienen van onderzoekswensen;
  • door de verdediging geen bewijsverweren worden gevoerd;
  • het openbaar ministerie zal rekwireren tot bewezenverklaring van feit 1 en feit 2;
  • door de verdediging en het openbaar ministerie geen hoger beroep wordt ingesteld indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdachte/verdediging en het openbaar ministerie gemaakte afspraken;
  • het openbaar ministerie het afzien van het instellen van hoger beroep ook afhankelijk stelt van het nakomen van de geldelijke verplichtingen van verdachte die onderdeel uitmaken van deze overeenkomst;
  • verdachte afstand doet van de inbeslaggenomen cryptocurrencies ter hoogte van EUR 6.391,91;
  • het in beslag genomen Rolex-horloge (goednummer 768531) is getaxeerd op een waarde van EUR 29.000,-. Na ontvangst van dat bedrag als zekerheidsstelling zal het horloge teruggegeven worden aan de beslagene. Deze zekerheidsstelling komt voor 6 oktober 2023 beschikbaar. Verdachte zal afstand doen van deze zekerheidsstelling;
  • om te voorkomen dat langdurig onderzoek moet worden gedaan naar de herkomst van de vermoedelijk EUR 250.000,- waar verdachte het over heeft en die hij heeft weggesluisd of heeft geprobeerd weg te sluizen, spreken het openbaar ministerie en verdachte af dat hij voor 6 oktober 2023, althans voor de uitspraak van de rechtbank op of omstreeks 20 oktober 2023, EUR 175.000,- beschikbaar stelt aan het openbaar ministerie ten behoeve van de lopende ontneming in de zaak met parketnummer 10-600203-08. Naast dit bedrag komen de zekerheidsstelling van het horloge (EUR 29.000,-) en het beslag ter hoogte van EUR 6.391,91 beschikbaar ten behoeve van de genoemde ontneming. In reactie daarop zal het openbaar ministerie het vermoeden van witwassen van EUR 250.000,- door verdachte niet verder onderzoeken;
  • het openbaar ministerie van oordeel is dat verdachte in het kader van de afspraken geen nadere verklaring hoeft af te leggen. Uiteraard staat het hem vrij dit ter zitting alsnog/wel te doen;
  • verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken. De tenuitvoerlegging zal onmiddellijk na het onherroepelijk worden van het vonnis plaatsvinden.
3.3.
Beoordeling procesafspraken door de rechtbank
Gelet op het feit dat verdachte in de procesafspraken afstand doet van bepaalde aan hem toekomende verdedigingsrechten, dient de rechtbank te onderzoeken of is voldaan aan de eisen van het recht op een eerlijk proces zoals vermeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), alvorens zij deze afspraken in overweging kan nemen (Hoge Raad 27 september 2022, ECLI:NL:HR: 2022:1252).
De rechtbank heeft de inhoud van de procesafspraken op de zitting van 6 oktober 2023 met verdachte en zijn raadsman besproken. Verdachte heeft verklaard dat hij gedurende het gehele proces is voorzien van rechtsbijstand. Hij is zelf niet bij de gesprekken tussen zijn raadsman en het openbaar ministerie aanwezig geweest, maar is wel voortdurend door zijn raadsman ingelicht over zowel de totstandkoming als de inhoud van de procesafspraken en voorgelicht over de rechtsgevolgen daarvan. Over de reden dat hij tot het maken van procesafspraken is overgegaan, verklaart verdachte dat hij - mede gelet op zijn oudere leeftijd en het feit dat hij twee kleinkinderen heeft - wil weten waar hij aan toe is. Hij wil de zaak daarom zo snel mogelijk afronden en zijn straf, met een ‘korting’ van meer dan twee jaar, uitzitten.
Ter zitting heeft de rechtbank de mogelijke gevolgen van de procesafspraken voor de verdachte en zijn rechtspositie concreet aan de orde gesteld. Verdachte heeft daarop verklaard dat hij zich bewust is van de inhoud van de afspraken en van de mogelijke gevolgen daarvan en dat hij nog altijd achter de gemaakte procesafspraken staat.
Gelet op de verklaring die verdachte ter zitting heeft afgelegd over de totstandkoming en inhoud van de procesafspraken, is de rechtbank van oordeel dat hij vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie, en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen is gekomen tot een ondubbelzinnige beslissing om mee te werken aan de overeengekomen procesafspraken met het openbaar ministerie en de daarin opgenomen afstand van verdedigingsrechten. De rechtbank ziet dan ook geen reden om de inhoud van de procesafspraken niet bij haar oordeel te betrekken.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich - overeenkomstig de procesafspraken - op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten kunnen worden bewezen.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - overeenkomstig de procesafspraken - geen bewijsverweren gevoerd.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
Op basis van de bewijsmiddelen in het dossier en de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. Gelet op het standpunt van de verdediging behoeft dit oordeel geen nadere motivering.
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte:
1.
in de periode van 7 februari 2020 tot en met 27 maart 2020 te Amsterdam, Nederland, en/of in Colombia en/of in Spanje, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd ongeveer 600 kilogram cocaïne.
2.
in de periode van 7 mei 2020 tot en met 23 mei 2020 te Amsterdam, Nederland, en/of in Colombia en/of in België, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 307 kilogram cocaïne,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of anderen gelegenheid en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en zijn mededaders wisten of ernstige reden hadden om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededaders:
- een of meer cryptotelefoon(s) voorhanden gehad en/of
- op die telefoon een Sky-chatapplicatie geïnstalleerd en/of gebruikt en/of
- een (encrypted Sky-ECC) groepschat aangemaakt en/of aan (encrypted Sky-ECC) groepschats deelgenomen die betrekking heeft/hebben op de (internationale) handel in verdovende middelen en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de hoeveelheid te versturen cocaïne en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de (voorgenomen) datum van transport van de cocaïne en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de container(s) waarmee de cocaïne moest worden vervoerd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de (beste) plaats om de cocaïne (in de container(s)) te plaatsen en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de vindplaats van de cocaïne en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de (voorgenomen) plaats van vertrek en (eind)bestemming van het transport van cocaïne en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de kosten voor transport van de cocaïne en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd met betrekking tot het moment van de te verrichten betaling voor het bewerkstelligen van het transport van de cocaïne en/of
- ( encrypted Sky-ECC) chatgesprekken gevoerd over de verdeling van de cocaïne.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezengeachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

6.De strafbaarheid van de feiten en van verdachte

De bewezengeachte feiten zijn volgens de wet strafbaar en verdachte is hiervoor strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
Strafeis van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft - overeenkomstig de procesafspraken - gevorderd dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 58 maanden zal worden opgelegd.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht dat - overeenkomstig de procesafspraken - de strafeis van de officier van justitie zal worden gevolgd.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezengeachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan de aflevering, de verstrekking en het vervoer van ongeveer 600 kilogram cocaïne en het samen met anderen voorbereiden van een transport van ongeveer 307 kilogram cocaïne. Cocaïne is zeer schadelijk voor de volksgezondheid en de grootschalige internationale handel in harddrugs brengt allerlei vormen van zware criminaliteit en dikwijls ook zware geweldsmisdrijven met zich mee. Het is algemeen bekend dat met de handel in harddrugs enorme sommen geld worden verdiend. Verdachte heeft bij zijn handelen naar het zich laat aanzien geen rekening gehouden met de risico’s van zijn gedrag voor anderen en enkel oog gehad voor zijn eigen snelle financiële gewin.
Uit het dossier volgt dat verdachte vrijwel dagelijks deelnam aan encrypted Sky-ECC-chatgesprekken die betrekking hadden op in ieder geval de in onderhavige zaak bewezenverklaarde (voorbereiding van) transporten van cocaïne vanuit Zuid-Amerika naar Europa. Uit de inhoud van de chats blijkt dat verdachte een coördinerende rol had. Hij was de schakel tussen de Sky-ECC-gebruikers die de verdovende middelen in Zuid-Amerika op transport zetten en de Sky-ECC-gebruikers die de verscheepte cocaïne in Europa zouden uithalen.
Uit het strafblad van verdachte van 2 oktober 2023 blijkt dat hij op 2 maart 2017 in hoger beroep door het gerechtshof Den Haag is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren voor het (mede)plegen van drugsdelicten. De rechtbank vindt het kwalijk dat verdachte zich desondanks opnieuw bezig heeft gehouden met soortgelijke strafbare feiten.
Gelet op de omvang van beide partijen cocaïne, de coördinerende rol van verdachte en het feit dat hij eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten, ligt een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf in de rede. De rechtbank heeft ook oog voor de proceshouding van verdachte. Verdachte is met het openbaar ministerie tot verstrekkende procesafspraken gekomen, die bovendien meer omvatten dan alleen deze strafzaak. Verdachte heeft immers onder meer toegezegd 175.000 euro beschikbaar te stellen aan het openbaar ministerie ten behoeve van een lopende ontnemingszaak. Dit bespaart veel tijd en kosten voor de maatschappij, omdat het openbaar ministerie anders het vermoeden van witwassen nader zou hebben moeten onderzoeken en het desbetreffende geld - of een deel daarvan - wellicht niet of in ieder geval pas op een veel later moment beschikbaar was gekomen. Ook heeft verdachte ter terechtzitting een bekennende verklaring afgelegd, terwijl in de procesafspraken is overeengekomen dat hij dit niet hoefde te doen. Door deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de in de procesafspraken overeengekomen gevangenisstraf voor de duur van 58 maanden in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak en voldoende recht doet aan de belangen van de maatschappij. Daarom zal de rechtbank de strafeis van de officier van justitie volgen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.3. is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van feit 2
medeplegen van
het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid/middelen/inlichtingen te verschaffen
en/of
het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door zich/een ander gelegenheid/middelen/ inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen
en/of
het voorbereiden of bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door voorwerpen, gelden en andere betaalmiddelen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
58 (achtenvijftig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol, voorzitter,
mrs. M.R.J. van Wel en R.K. Pijpers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.L. Köhler, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 oktober 2023.
[…]