In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 8 december 2023 een tussenvonnis gewezen in een geschil tussen Achmea Schadeverzekeringen N.V. (eiseres) en een consument (gedaagde) die niet is verschenen. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 263,22 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een schadeverzekeringsovereenkomst. De gedaagde heeft geen verweer gevoerd en is verstek verleend. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieverplichtingen van eiseres onderzocht, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek en Europese richtlijnen, met betrekking tot de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten.
De rechter heeft vastgesteld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd van de informatie die aan gedaagde is verstrekt, waaronder de algemene voorwaarden en het ontbindingsrecht. Eiseres heeft alleen een kopie van het polisblad en een aanmaning overgelegd, maar geen duidelijkheid gegeven over de wijze waarop de informatie is verstrekt. De kantonrechter heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten en de benodigde documenten te overleggen, waaronder de algemene voorwaarden en bewijs van de informatieverstrekking.
De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door eiseres, waarbij zij moet aantonen dat zij aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan. De rechter heeft aangegeven dat als eiseres niet voldoende toelichting geeft, dit kan leiden tot afwijzing van de vordering. De verdere beslissing is aangehouden in afwachting van de door eiseres te nemen akte.