Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 december 2023 in de zaak tussen
[eiser 2] en [eiser 3] , uit [woonplaats] , eisers en derde-belanghebbenden,(hierna: [eiser 2] en [eiser 3] ),
[VvE] , uit [woonplaats] , eiseres en derde-belanghebbende,(hierna: [VvE] ),
[derde-belanghebbende 1] en [derde-belanghebbende 2] , uit [woonplaats] , derde-belanghebbenden,(hierna: [derde-belanghebbende 1] en [derde-belanghebbende 2] ),
Inleiding
E. de Beaufort (van De Beaufort Bouwadvies), de gemachtigde van het college, [vergunningverlener] (vergunningverlener bij het college) en deskundige [naam] (van de Omgevingsdienst), [eiser 2] , haar gemachtigde en haar deskundige J.W.J. Hoekstra (van Van Rossum Raadgevende ingenieurs) en namens de [VvE] de voorzitter [voorzitter] , haar deskundige W. Nelis (van Duyts Bouwconstructies) en haar gemachtigde.
Totstandkoming van de bestreden besluiten
juni 2018, heeft [eiser 1] op 24 augustus 2018 een omgevingsvergunning aangevraagd voor het herstellen en vergroten van de 1e-, 2e- en kapverdieping, met behoud van de bestemming tot woning. Op de kapverdieping is een dakterras met dakluik voorzien.
[pand 2] .
Beoordeling door de rechtbank
Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben."
[VvE] tegen dat besluit van rechtswege als beroep moet worden aangemerkt.
Geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren heeft gebracht, geen bezwaar heeft gemaakt of geen administratief beroep heeft ingesteld.”
7 mei 2021 ten grondslag. De Omgevingsdienst concludeert hierin dat voldoende aannemelijk is dat de fundering onder de bouwmuur tussen [pand 3] en [pand 1] en de fundering onder de bouwmuur tussen [pand 1] en [pand 2] de erop werkende krachten in de aangevraagde situatie kunnen opnemen. De Omgevingsdienst heeft zijn advies onder andere gebaseerd op het rapport van Fugro van 22 mei 2019 en het rapport van De Beaufort van 29 april 2021.
[eiser 2] zelf ook de mogelijkheid hebben om wijzigingen in haar woning aan te brengen die (mogelijk) leiden tot een zwaardere belasting van de fundering. Zij vindt het onredelijk als zij daartoe als gevolg van het met het bestreden besluit II vergunde bouwplan kostbare maatregelen zou moeten treffen.
[pand 2] evident aantoonbaar slecht was en die van [pand 1] niet. Een verder onderzoek naar de fundering van [pand 1] was volgens Fugro daarom niet nodig.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep van [eiser 3] niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep van de [VvE] niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep van [eiser 2] ongegrond;
- verklaart het beroep van [eiser 1] gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit I voor zover daarin geen nieuw besluit is genomen;
- veroordeelt het college in de proceskosten van [eiser 1] tot een bedrag van
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 181,- aan [eiser 1] te vergoeden.
en mr. A.M. van der Linden-Kaajan, leden, in aanwezigheid van mr.M.M. Mazurel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
14 december 2023.