ECLI:NL:RBAMS:2023:8192
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- R.A. Sipkens
- J.G. Vegter
- C.A.R. Bleijendaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot gijzeling na betalingsregeling in ontnemingszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 december 2023 een vordering tot toepassing van gijzeling afgewezen. De vordering was ingediend door de officier van justitie op grond van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, in het kader van een ontnemingsmaatregel die eerder was opgelegd aan de veroordeelde. De veroordeelde had een ontnemingsmaatregel opgelegd gekregen door het gerechtshof Amsterdam, waarbij hij verplicht was om een bedrag van € 286.579,- aan de Staat te betalen. Tot de datum van indiening van de vordering had de veroordeelde echter geen betalingen verricht.
Tijdens de procedure heeft de rechtbank meerdere zittingen gehouden, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was, maar zijn raadsman, mr. J.H. van Dijk, wel. De verdediging voerde aan dat de veroordeelde niet in staat was om te betalen, ondanks het feit dat hij twee onroerende goederen bezat. De veroordeelde had een betalingsregeling getroffen met het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), waarbij hij vanaf november 2023 maandelijks € 100,- zou betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerste betaling van deze regeling op 4 december 2023 door het CJIB was ontvangen.
Gezien het feit dat de veroordeelde nu blijk heeft gegeven van zijn bereidheid om te betalen en er voldoende vertrouwen is dat hij de betalingsregeling zal nakomen, heeft de rechtbank besloten de vordering tot gijzeling af te wijzen. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters in de zaak.