ECLI:NL:RBAMS:2023:8181

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
10625204 TB EXPL 23-2255
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Europees civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van incassokosten en bedingen in ziektekostenverzekeringen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 12 december 2023, stond de toetsing van incassokosten en bedingen in de context van een ziektekostenverzekering centraal. Eiseres, Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V., had een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet verschenen was. De procedure volgde op een tussenvonnis van 5 september 2023, waarin de hoofdsom als niet bestreden werd toegewezen. Eiseres diende een akte met producties in, maar de gedaagde reageerde niet op de stukken.

De kern van de zaak betrof de vraag of de bedingen in de algemene voorwaarden van de verzekering eerlijk waren en of de vordering tot betaling van rente en incassokosten gegrond was. Eiseres stelde dat het beding in de voorwaarden enkel informatief was en geen specifieke verplichtingen voor de gedaagde met zich meebracht. De kantonrechter oordeelde echter dat de bedingen niet duidelijk genoeg waren en dat de consument niet goed in staat was om de economische gevolgen van het beding te begrijpen. Dit leidde tot de conclusie dat de bedingen met betrekking tot invorderings- en administratiekosten oneerlijk waren.

De rechter wees de gevorderde incassokosten af, maar kende de wettelijke rente toe. Tevens werd bepaald dat eiseres in toekomstige dagvaardingen een kopie van het polisblad moest overleggen. De gedaagde werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal € 338,49 bedroegen, inclusief btw. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10625204 TB EXPL 23-2255
vonnis van: 12 december 2023
fno.: 393

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.

gevestigd te Utrecht
eiseres
gemachtigde: GGN Mastering Credit Rotterdam
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen

Verder verloop van de procedure

Op 5 september 2023 is een tussenvonnis gewezen.
Eiseres heeft op 3 oktober 2023 een akte met producties ingediend. Eiseres heeft een afschrift van het tussenvonnis en de akte met producties aan gedaagde verstuurd.
Gedaagde heeft niet gereageerd.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.

Gronden van de beslissing

Bij tussenvonnis van 5 september 2023 is overwogen dat de hoofdsom als niet bestreden toewijsbaar is. Eiseres is in de gelegenheid gesteld toe te lichten op welke bedingen de vordering tot betaling van rente en incassokosten is gegrond of konden worden gegrond.
Eiseres voert bij akte aan - kort samengevat en voor zover van belang - dat de vordering tot betaling van rente en incassokosten is gegrond of kan worden gegrond op artikel 9.2 van de toepasselijke voorwaarden basisverzekeringen en aanvullende verzekeringen (ingangsdatum 1 januari 2022) Basis Budget, Basis Zeker, Basis Exclusief en aanvullende verzekeringen.
3. Volgens eiseres heeft zij met dit beding de consument alleen willen informeren/ waarschuwen dat bij betalingsverzuim een bedrag aan wettelijke rente en incassokosten in rekening gebracht zou kunnen worden. Omdat het beding gezien de bewoordingen geen specifieke verplichtingen op het gebied van incassokosten en wettelijke rente voor gedaagde met zich mee brachten, zijn de wettelijke rente en incassokosten gevorderd uit hoofde van de wet, aldus eiseres.
4. Indien voornoemd beding niet als informatief of aanvullend van aard kan worden beschouwd, is dit beding niet oneerlijk, aldus eiseres. Het beding is volgens eiseres in lijn met de wet en eiseres heeft niet beoogd om af te wijken van dwingendrechtelijke wetsbepalingen. Ook in de uitvoering handelt eiseres in overeenstemming met dwingendrechtelijke wetgeving. Zij brengt bovendien lagere kosten in rekening dan waar zij recht op heeft. Er is dus geen sprake van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht.

Beoordeling

5. Artikel 9.2 van de algemene voorwaarden luidt, voor zover van belang
:Als u (verzekeringnemer) niet op tijd betaalt, kunnen wij administratiekosten, invorderingskosten (waaronder incassokosten) en de wettelijke rente aan u (verzekeringnemer)in rekening brengen.
6. Eiseres kan op grond van dit beding kosten en de wettelijke rente in rekening brengen, daarom moet dit beding, ook als het alleen ter informatie is bedoeld, op eerlijkheid getoetst worden.
7. Het onderhavige beding bestaat uit een bepaling met betrekking tot invorderings- en administratiekosten en een bepaling met betrekking tot rente. Nu deze bepalingen geen zodanig verband met elkaar hebben dat zij niet van elkaar kunnen worden gescheiden zonder de inhoud van het gehele beding te herzien, worden deze twee bepalingen afzonderlijk getoetst, HvJ EU 23 november 2023 (ECLI:EU:C:2023:911 (Provident Polska S.A).
8. Anders dan eiseres stelt wordt de consument door dit beding niet uitsluitend geïnformeerd over mogelijke kosten en rente bij betalingsverzuim, maar heeft eiseres met de tekst: “kunnen wij administratiekosten, invorderingskosten (waaronder incassokosten)” ook een mogelijkheid gecreëerd om meer dan de wettelijke buitengerechtelijke incassokosten bij consument in rekening te brengen. De bedongen invorderingskosten en administratiekosten zijn bovendien niet gespecifieerd, zodat niet duidelijk is hoe hoog de kosten zijn die in rekening zullen of kunnen worden gebracht, noch wordt er een maximum aan verbonden. Op basis van deze informatie is de consument niet goed in staat de economische gevolgen van dit beding te begrijpen en met kennis van zaken te beslissen of hij zich contractueel wil verbinden.
De bedongen invorderings- en administratiekosten zijn daarom oneerlijk, zodat de consument hieraan niet aan gebonden. Terugvallen op de wettelijke regeling met betrekking de incassokosten is daarna niet meer mogelijk, zie HvJ EU 27 januari 2021, ECLI:EU:2021:68 (Dexia) en HR 10 februari 2023, ECLI:NL:2023:198 (Kinderopvang).
9. Met betrekking tot de bedongen rente wordt wel verwezen naar de wet, zodat deze bepaling eerlijk is.
10. Dit betekent dat de gevorderde incassokosten worden afgewezen en dat de gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen.
10. Bij tussenvonnis van 5 september 2023 is vastgesteld dat eiseres het polisblad niet had overgelegd, maar is eiseres niet in de gelegenheid gesteld dit alsnog over te leggen.
Eiseres dient in het vervolg in alle dagvaardingen waarin de vordering gegrond is op een (ziektekosten)verzekering een kopie van het polisblad over te leggen.
10. Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten en nakosten belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van € 282,64 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op:
€ 128,00 aan eiseres voor het griffierecht;
€ 80,00 aan eiseres voor salaris gemachtigde;
€ 130,49 aan eiseres voor verschotten;
------------
€ 338,49 in totaal
één en ander, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 19,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023 in tegenwoordigheid van de griffier