Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht(kantonrechtbank)
Aachen(Duitsland) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Aachenvan 9 mei 2012, met dossiernummer 334 Ls 59/11.
Amtsgericht Aachenvan 9 mei 2012.
die Staatsanwältin in Aachen(officier van justitie) is gebleken dat bij voornoemd vonnis rekening is gehouden met de vrijheidsstraf van een vonnis van het
Amtsgericht Bergisch Gladbachvan 20 september 2011, met dossiernummer 43 Ls 39/11.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Amtsgericht Aachenheeft geleid. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW is dus niet aan de orde.
Amtsgericht Bergisch Gladbachvan 20 september 2011 (referentie: 43 Ls 39/11) is opgenomen in het vonnis van het
Amtsgericht Aachenvan 9 mei 2012. De rechtbank leest dit zo dat ook ten aanzien van de bij dit vonnis uit 2011 opgelegde straf de overlevering wordt verzocht, zodat ook dit vonnis moet worden getoetst aan de bepalingen van Overleveringswet. Op verzoek van de rechtbank Amsterdam heeft het Openbaar Ministerie (hierna: OM) daarom op 22 november 2023 de volgende aanvullende vragen gesteld aan de Duitse autoriteiten.
Could you indicate what the total of imprisonment as imposed is and what the remaining sentence is for the abovementioned judgment?
Please inform us of the facts and circumstances that have led to the abovementioned judgement (including time, place and the role of the wanted person).
Could you please fill in the model from of Section D included as an annex to this email with regards to the abovementioned judgement. Please include the reference of the judgment on the model form of Section D.
Amtsgericht Bergisch Gladbachvan 20 september 2011. Uit de vraagstelling van 23 november 2023 – waarin wordt verwezen naar ‘
above mentioned judgement’ – blijkt onvoldoende op welk vonnis de vraagstelling ziet.
Amtsgericht Bergisch Gladbachdient de overlevering op grond van artikel 12 OLW te worden geweigerd.
Amtsgericht Bergisch Gladbachvan 20 september 2011. Uit de e-mails van 29 november 2023 en 4 december 2023 van de Duitse autoriteiten volgt dat de straf die is opgelegd bij het vonnis van 20 september 2011 van het
Amtsgericht Bergisch Gladbachis meegenomen in het vonnis van 9 mei 2012 van het
Amtsgericht Aachen. De Duitse autoriteiten verklaren hierover het volgende:
Since after the judgement from Amtsgericht Aachen (334 Ls 59/11), basically there is just one sentence (the new inclusive one) to execute. The judgement from Landgericht Kleve (21 StVK 363/14)[rechtbank: bij e-mail van 4 december 2023 hebben de Duitse autoriteiten bevestigd dat ‘Landgericht Kleve’ een verschrijving is en dat het gaat om het ‘Landgericht Krefeld’]concerns the inclusive judgement from Amtsgericht Aachen (334 Ls 59/11), which contains the sentence from Bergisch Gladbach.”
Amtsgericht Bergisch Gladbachvan 20 september 2011 definitief uitspraak is gedaan over de schuld van de opgeëiste persoon, nadat de zaak in feite en in rechte ten gronde is behandeld, valt dit vonnis onder de reikwijdte van artikel 12 OLW. [4] Uit het D-formulier – gevoegd als bijlage aan de e-mail van 29 november 2023 – blijkt dat de opgeëiste persoon aanwezig was bij de zitting die heeft geleid tot het vonnis van
Amtsgericht Bergisch Gladbachvan 20 september 2011. De rechtbank oordeelt dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW zich derhalve niet voordoet.
Landgericht Krefeldbij beschikking van 9 december 2014 de verdere tenuitvoerlegging van het strafrestant heeft opgeschort. Aangezien de opgeëiste persoon tijdens de proeftijd recidiveerde, werd de opgeschorte straf bij beschikking van het
Landgericht Krefeldvan 29 maart 2017 herroepen.
Landgericht Krefeldop 14 februari 2017 (referentie: 31 Ds – 2 Js 494/16 – 11/17) in verband met een poging tot gewapende diefstal en diefstal. Deze veroordeling van 14 februari 2017 valt daarom – gelet op de voornoemde jurisprudentie van het HvJ EU – onder de reikwijdte van artikel 12 OLW. Uit het D-formulier dat is gevoegd bij de e-mail van 5 oktober 2023 volgt dat de opgeëiste persoon aanwezig is geweest op de zitting die heeft geleid tot het vonnis van het
Landgericht Krefeldvan 14 februari 2017. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW is daarom niet van toepassing op dit vonnis.
Landgericht Krefeldvan 29 maart 2017 tot omzetting van het voorwaardelijke strafdeel zelf is geen beslissing waarbij de aard of de maat van de aanvankelijk opgelegde straf is gewijzigd. Deze beslissing valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 12 OLW. [6]
5.Strafbaarheid
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod.
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Overtreding van artikel 107, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994.
Poging tot gewapende diefstal en diefstal.
Poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Diefstal.
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- de verdovende middelen op Duits grondgebied zijn ingevoerd;
- de verdovende middelen in Duitsland in beslag zijn genomen;
- het opsporingsonderzoek in Duitsland heeft plaatsgevonden; en
- de opgeëiste persoon in Duitsland al onherroepelijk is veroordeeld bij vonnis van het
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Aachen(Duitsland) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB en de aanvullende informatie.