ECLI:NL:RBAMS:2023:8110

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
AMS 23/2732
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening van het beroepschrift

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, wonende te Amsterdam, en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Eiser had op 10 mei 2023 een beroepschrift ingediend tegen een besluit van verweerder van 29 maart 2023. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten omdat voortzetting niet nodig was en heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn op 10 mei 2023 eindigde. Eiser heeft het beroepschrift op 16 mei 2023 op de post gedaan, wat betekent dat het te laat is ingediend. Eiser heeft als reden voor de te late indiening aangegeven dat hij het beroepschrift online wilde indienen, maar dat dit niet mogelijk was door een storing. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet heeft aangetoond dat er daadwerkelijk een storing was en dat hij niet heeft onderbouwd wanneer hij heeft geprobeerd om digitaal beroep in te stellen. Hierdoor is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat de te late indiening van het beroepschrift niet verschoonbaar is. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard en is niet toegekomen aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 23/2732

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , te Amsterdam, eiser,

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

De rechtbank heeft op 10 mei 2023 een beroepschrift van eiser ontvangen dat is gericht tegen het besluit van verweerder van 29 maart 2023 (het bestreden besluit).

Overwegingen

1. De rechtbank sluit het onderzoek in de zaak omdat voortzetting van het onderzoek niet nodig is. De rechtbank doet uitspraak zonder dat een zitting wordt gehouden, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. [1]
2. In de wet staat dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken is.
De eerste dag van deze termijn is de eerste dag nadat het bestreden besluit op de post is gedaan. [2]
3. In de wet staat dat een beroepschrift ook op tijd is ingediend wanneer het voor het einde van de termijn op de post is gedaan en als het beroepschrift niet later dan een week na afloop van de laatste dag van de termijn is ontvangen.
Als op de enveloppe een leesbaar poststempel is geplaatst, neemt de rechtbank in beginsel aan dat het beroepschrift op die dag op de post is gedaan. De rechtbank wijkt alleen van dit uitgangspunt af als de indiener van het beroepschrift aannemelijk maakt dat het op een eerdere datum op de post is gedaan.
Als iemand een beroepschrift te laat indient dan verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
4. In de wet staat verder dat als de indiener van het beroepschrift redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij het beroepschrift te laat heeft ingediend, dat beroepschrift niet niet-ontvankelijk wordt verklaard. [3]
5. Het is aannemelijk dat het bestreden besluit op 29 maart 2023 is verzonden. Er is namelijk geen reden om vast te stellen dat het bestreden besluit later dan die datum is verzonden. De laatste dag van de beroepstermijn was dus 10 mei 2023.
6. Eiser heeft het op 10 mei 2023 gedateerde beroepschrift per post verstuurd. Volgens de datum op het poststempel is het beroepschrift op 16 mei 2023 op de post gedaan. Eiser heeft niet bewezen dat het beroepschrift eerder op de post is gedaan. Het beroepschrift is bij de rechtbank op 17 mei 2023 ontvangen. Het beroepschrift is dus te laat ingediend.
Dat is later dan een week na afloop van de beroepstermijn. Het beroepschrift is dus te laat
7. Eiser heeft als reden van de te late indiening van het beroepschrift in zijn brief van 13 juni 2023 geschreven dat hij het beroepschrift online zou indienen, maar wegens een storing dit niet op tijd was te doen.
8. De reden die eiser heeft gegeven voor het te laat indienen van het beroepschrift kan niet leiden tot de conclusie dat de te late indiening van het beroepschrift verschoonbaar is. [4] Eiser heeft niet geschreven op welke datum hij geprobeerd heeft om digitaal beroep in te stellen noch op welke wijze hij heeft geprobeerd om digitaal beroep in te stellen. Eiser heeft de door hem gestelde storing evenmin onderbouwd.
Het digitaal instellen van beroep kan onder meer via het Digitaal Loket. [5] Op de website van de Rechtspraak staat vermeld wanneer (delen van) het Digitaal Loket niet beschikbaar is vanwege onderhoud of storing. [6] Daarnaast zijn de vaste dagen en uren vermeld waarop onderhoud wordt gepleegd en wat te doen bij een storing. De rechtbank is niet bekend met een storing van het Digitaal Loket op 10 mei 2023 of kort daarvoor waardoor het instellen van beroep bij de bestuursrechter niet mogelijk was. [7] Voor zover eiser heeft geprobeerd om via het Digitaal Loket beroep in te stellen op een moment dat het betreffende deel van het Digitaal Loket vanwege vooraf aangekondigd onderhoud niet beschikbaar was, lag het op de weg van eiser om op een andere wijze tijdig beroep in te stellen.
Eiser heeft het beroepschrift pas op 16 mei 2023 ter post bezorgd. Dat is te laat. De te late indiening van het beroepschrift komt dan ook voor risico van eiser.
9. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank komt hierdoor niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van het beroep. Voor een proceskostenveroordeling is bij die uitkomst geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.D. Arnold, rechter, in aanwezigheid van
M.P. Osinga Sanders, de griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
20 december 2023
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Bent u het niet eens met deze uitspraak, dan kunt u een verzetschrift opsturen naar deze rechtbank. U kunt een verzetschrift opsturen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. In het verzetschrift kunt u vragen om te worden gehoord. In dat geval vindt alsnog een zitting plaats.
Coll: M.P.O.
D: B

Voetnoten

1.artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
2.artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb
3.artikel 6:11 van de Awb
4.met verschoonbaar wordt bedoeld niet-verwijtbaar
5.een andere mogelijkheid is via beveiligde e-mail
6.zie www.rechtspraak.nl/Onderhoud-en-storingen
7.op 9 mei 2023 en 11 mei 2023 werd aan andere onderdelen van het Digitaal Loket dan het onderdeel