ECLI:NL:RBAMS:2023:806

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
C/13/724108 / HA ZA 22-827
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadestaatprocedure wegens onrechtmatige foutmelding door HP printers

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in een schadestaatprocedure die door de Stichting 123Inkt-Huismerk Klanten was aangespannen tegen HP Nederland B.V. en HP Inc. De Stichting vorderde schadevergoeding namens 970 deelnemers die hun vorderingen op HP aan de Stichting hadden gecedeerd, als gevolg van een incorrecte foutmelding die gebruikers van HP-printers kregen door een automatisch geïnstalleerde firmware. Deze foutmelding leidde tot de indruk dat de huismerkcartridges van 123Inkt niet functioneerden, wat mogelijk schade veroorzaakte voor de gebruikers. De rechtbank oordeelde dat de Stichting niet voldoende concrete schade had gesteld, ondanks dat het Hof eerder had geoordeeld dat de mogelijkheid van schade aannemelijk was. De rechtbank wees de vorderingen van de Stichting af, omdat zij niet had voldaan aan haar stelplicht en geen specifieke schade had onderbouwd voor de deelnemers. De Stichting werd veroordeeld in de proceskosten van HP, die tot op heden zijn begroot op € 11.027,-.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/724108 / HA ZA 22-827
Proces-verbaal van mondeling vonnis van 13 februari 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING 123INKT-HUISMERK KLANTEN,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. Th.C.J.A. van Engelen te Utrecht,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
2. de rechtspersoon naar buitenlands recht
HP INC.,
gevestigd te California,
gedaagden,
advocaat mr. J.D. Drok te Amsterdam.
Partijen zullen hierna de Stichting en HP genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ingevolge het vonnis van deze rechtbank van 11 januari 2023.
Tegenwoordig zijn mr. M.R. Jöbsis, rechter, en mr. T. Kok, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen
  • de heer [naam 1] , voorzitter van de Stichting,
  • mevrouw [naam 2] , bedrijfsjurist van de Stichting,
  • mr. Van Engelen, voornoemd,
  • mevrouw [naam 3] , senior litigation counsel bij HP,
  • de heer [naam 4] , head of litigation outside the US bij HP,
  • mr. Drok, voornoemd,
  • mevrouw C.M. Penndings, tolk Engels voor HP,
  • mevrouw K. van den Berg, tolk Engels voor HP.
In deze zaak heeft vandaag een mondelinge behandeling plaatsgevonden.
De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan . Daarvan is dit proces-verbaal opgemaakt, zoals voorgeschreven in artikel 30p lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De rechter doet de volgende uitspraak.

1.De gronden van de beslissing

de voorgeschiedenis en de vordering

1.1.
Het gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) heeft in een voorafgaande procedure tussen partijen geoordeeld dat HP onrechtmatig heeft gehandeld door een incorrecte foutmelding te laten zien aan gebruikers van HP printers als gevolg van ‘
dynamic security’, die automatisch was geïnstalleerd door de firmware op de printers. [1] De gebruikers van andere dan HP-cartridges kregen daardoor enige tijd de foutmelding dat er een probleem was met een cartridge, dat de cartridge(s) beschadigd leek / leken en dat de cartridge(s) verwijderd en vervangen moest(en) worden.
1.2.
De drempel om een zaak naar de schadestaatprocedure te verwijzen is dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Het Hof heeft geoordeeld dat de mogelijkheid van schade van de gebruikers wiens HP printers blokkeerden aannemelijk is, omdat zij door de incorrecte foutmelding mogelijk dachten, ten onrechte, dat hun huismerkcartridges van 123Inkt het niet deden, althans dat deze beschadigd waren. Daarom heeft het Hof de zaak naar de schadestaatprocedure verwezen, zoals was gevorderd door de Stichting.
1.3.
Onderhavige procedure betreft de schadestaatprocedure. De Stichting vordert € 382.180,- aan schadevergoeding namens 970 (rechts)personen die hun vorderingen op HP aan de Stichting hebben gecedeerd (de Deelnemers).
de beoordeling
1.4.
De Stichting heeft betoogd dat de schade van de Deelnemers abstract moet worden vastgesteld. Zij heeft gesteld dat materieel sprake is van een massaschadeclaim. Zij heeft toegelicht dat een abstracte vaststelling van de schade in dit geval ook praktisch en kostenefficiënt is: er is sprake van veel Deelnemers die allemaal relatief weinig schade hebben geleden. Volgens de Stichting is het aannemelijk dat de Deelnemers feitelijk allemaal schade hebben geleden, want zij hebben allemaal een HP printer waarvoor zij bij 123Inkt huismerkcartridges hebben gekocht.
1.5.
Het uitgangspunt is dat schade moet worden begroot op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Als de omvang van de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, dan wordt de schade geschat. Dat staat in artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Het is in deze zaak bewerkelijk voor de Stichting om de schade nauwkeurig te begroten, maar het is wel mogelijk. De Stichting beschikt over de namen van de Deelnemers en zij weet welke HP printers de Deelnemers hadden. De Stichting kan dus bij iedere Deelnemer nagaan welke schade zij hebben geleden door de onjuiste foutmelding.
1.6.
De Stichting heeft gevraagd om nog een extra schriftelijke ronde om de concrete schade te onderbouwen als de rechtbank van oordeel is dat de schade concreet moet worden vastgesteld. Dat verzoek wordt om de volgende redenen afgewezen. In de eerste plaats bepaalt de wet dat in de dagvaarding de gronden en de (voor de beslissing van belang zijnde) feiten volledig worden opgenomen. Daarnaast heeft het Hof in rechtsoverweging 3.16 van haar vonnis al uitgebreid overwogen waarom de toen gegeven onderbouwing van de Stichting over de schade onvoldoende is om de schade te kunnen begroten. [2] De Stichting heeft in onderhavige procedure niet méér aangevoerd dan bij het Hof. De Stichting heeft gesteld dat het aannemelijk is dat elke Deelnemer schade heeft geleden, maar zij heeft voor geen enkele Deelnemer concreet gesteld dat hij / zij schade heeft geleden, en zo ja welke. De Stichting heeft tijdens de mondelinge behandeling wel gesteld hoeveel procent van de Deelnemers welke soort HP printer bezaten. Maar dat betekent nog niet dat die Deelnemers daadwerkelijk cartridges hebben gebruikt en hebben weggegooid, en dat de Deelnemers dus daadwerkelijk schade hebben geleden. De Stichting heeft daarom niet voldaan aan haar stelplicht.
1.7.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen worden afgewezen. De rechtbank realiseert zich dat de uitkomst hiervan is dat de Stichting een feitelijke instantie mist om haar concrete schade te stellen en onderbouwen. Dat maakt de beslissing van de rechtbank echter niet anders, omdat de Stichting geacht wordt te weten wat er op grond wat de wet in de dagvaarding moet staan en bovendien de uitspraak van het Hof kende.
proceskosten
1.8.
De Stichting zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van HP worden tot op heden begroot op:
- griffierecht € 5.737,00
- salaris advocaat € 5.290,00 (2,0 punten × € 2.645,- liquidatietarief)
Totaal € 11.027,00
1.9.
De nakosten worden begroot en toegewezen zoals hierna vermeld onder ‘De beslissing’.

2.De beslissing

De rechtbank
2.1.
wijst de vorderingen af,
2.2.
veroordeelt de Stichting in de proceskosten, aan de zijde van HP tot op heden begroot op € 11.027,-,
2.3.
veroordeelt de Stichting in de na dit vonnis aan de zijde van HP ontstane nakosten, begroot op € 173,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 90,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.

Voetnoten

1.Gerechtshof Amsterdam 17 december 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4502.
2.Gerechtshof Amsterdam 17 december 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4502.