De beoordeling
in de zaak 23-890
Het ontslag op staande voet
9. Het gaat in deze zaak om de vraag of aan [verzoeker] diverse vergoedingen moeten worden toegekend. Daarbij moet allereerst worden beoordeeld of [verzoeker] al dan niet terecht op staande voet is ontslagen. Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet moet sprake zijn van een onverwijlde opzegging wegens een dringende reden en die reden moet onverwijld aan de werknemer zijn medegedeeld.
10. Volgens artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen voor een ontslag op staande voet beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen.
11. Prologis heeft in de brief van 17 juli 2023 als dringende reden opgegeven dat [verzoeker] een groot aantal documenten met bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie van Prologis’ server naar zijn persoonlijke Dropboxaccount heeft geüpload.
12. Tussen partijen staat vast dat [verzoeker] 791 documenten heeft overgezet naar een externe privélocatie. Prologis heeft een lijst van deze documenten overgelegd en daarbij aangeduid welke 220 documenten eigendom van Prologis zijn, met een korte vermelding van de inhoud van de documenten. [verzoeker] heeft daartegenover onvoldoende duidelijk gemaakt dat maar 60 documenten eigendom van Prologis zijn. Bij de documenten zitten wel veel stukken die [verzoeker] zelf heeft opgesteld, maar dat is kennelijk gebeurd in het kader van zijn werkzaamheden voor Prologis. Anders dan [verzoeker] heeft betoogd, maakt dit daarom nog niet dat de documenten niet aan Prologis toebehoren. De kantonrechter gaat dan ook uit van de 220 aangeduide documenten op de lijst van Prologis.
13. Volgens [verzoeker] zijn deze documenten niet bedrijfsgevoelig of vertrouwelijk. Ze bestaan onder meer uit kopieën van zijn agenda, zijn arbeidsovereenkomst en zijn leaseregeling. Echter, uit de lijst van Prologis en de voorbeelden die Prologis ter zitting heeft getoond blijkt dat het veel verder gaat dan dat. Ter zitting is onder meer een zeer uitgebreid intern ‘management handbook’ en een ‘maintenance agreement’ getoond waarvan evident is dat het bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie betreft. Naar het oordeel van de kantonrechter levert het meenemen van dergelijke stukken in de aanloop naar een einde van een arbeidsovereenkomst een dringende reden op. Het spreekt voor zich dat dit niet geoorloofd is en dat dit schade kan toebrengen aan de werkgever. Daarbij komt dat Prologis hieromtrent ook nog eens een duidelijk beleid hanteert waarmee [verzoeker] bekend was of in ieder geval bekend behoorde te zijn. Prologis heeft onweersproken gesteld dat dit beleid onderdeel uitmaakt van de IT Security Polices (hierna: het IT-beleid) en uit een door Prologis overgelegd overzicht (productie 15 bij het verweerschrift) volgt dat [verzoeker] digitaal heeft verklaard dat hij het IT-beleid gelezen heeft en de inhoud daarvan begrijpt. Bovendien heeft [verzoeker] niet weersproken dat Prologis de onder 1.6 genoemde e-mail naar alle medewerkers heeft verzonden en dat ook hij die e-mail heeft ontvangen.
14. Voor het antwoord op de vraag of het ontslag onverwijld is gegeven, is beslissend het tijdstip waarop de dringende reden tot dat ontslag ter kennis is gekomen van degene die bevoegd was het ontslag te verlenen. [verzoeker] heeft niet weersproken dat Prologis voor het eerst op 10 juli 2023 door haar ICT-afdeling op de hoogte is gebracht van de informatie uit het systeem. Vervolgens heeft Prologis enkele dagen onderzoek gedaan en overleg gehad waarna [verzoeker] op 14 juli 2023 uitgenodigd is voor een gesprek. Toen dit gesprek geen doorgang heeft gevonden, heeft Prologis op 17 juli 2023 het ontslag gegeven. Naar het oordeel van de kantonrechter is hiermee voldoende voortvarend gehandeld en het ontslag is dan ook onverwijld gegeven.
15. De conclusie is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven en de daarmee samenhangende verzoeken van [verzoeker] dus niet toewijsbaar zijn.
Ernstig verwijtbaar handelen
16. De kantonrechter is van oordeel dat de gedragingen van [verzoeker] ook ernstig verwijtbaar zijn. Toen duidelijk werd dat zijn arbeidsovereenkomst zou eindigen heeft [verzoeker] de bewuste keuze gemaakt een grote hoeveelheid know how van Prologis binnen zijn eigen bereik te brengen. Dat dit niet mag moet [verzoeker] zonder meer hebben begrepen. Bovendien waren er interne regels die dit verboden, waarmee [verzoeker] bekend moest zijn. Het is evident dat een werknemer die zich op die manier bedrijfsgevoelige kennis van zijn werkgever toe-eigent ernstig verwijtbaar handelt. Er is dus geen transitievergoeding verschuldigd.
17. [verzoeker] heeft verder verzocht om een kopie van zijn agenda over de periode 1 september 2022 tot en met 31 augustus 2023. Volgens [verzoeker] heeft hij deze nodig om aan de Belastingdienst te bewijzen dat hij de bedrijfsauto niet privé heeft gereden. Prologis heeft weliswaar naar voren gebracht dat [verzoeker] deze niet nodig heeft omdat hij over een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ beschikt, maar in die verklaring staat ook vermeld dat de werknemer daarnaast moet kunnen bewijzen dat hij niet meer dan 500 kilometer op jaarbasis rijdt. [verzoeker] heeft dus wel degelijk een belang bij zijn verzoek. Prologis zal dan ook veroordeeld worden om binnen 14 dagen de agenda te verstrekken over de periode 1 september 2022 tot aan het einde van het dienstverband. De verzochte dwangsom wordt gematigd tot € 100,00 per dag met een maximum van € 2.500,00.
Vakantiedagen
18. Volgens [verzoeker] heeft hij nog recht op uitbetaling van 13,9 opgebouwde en niet-genoten vakantiedagen. Prologis beroept zich ter zake hiervan op verrekening. Dit beroep slaagt. Prologis heeft onweersproken aangevoerd dat zij het loon over de gehele maand juli heeft uitbetaald, terwijl de arbeidsovereenkomst op 17 juli is geëindigd. Prologis was dan ook gerechtigd de nog openstaande vakantiedagen met dit onverschuldigde uitbetaalde loon te verrekenen. Het verzoek is daarom niet toewijsbaar.
Bonus
19. [verzoeker] stelt dat hij op grond van artikel 4.2 van de arbeidsovereenkomst recht heeft op een (pro rata) bonus ter hoogte van 15% van het loon over de acht maanden die hij in 2023 heeft gewerkt. De kantonrechter volgt dit standpunt niet. Gelet op de bewoordingen van het beding komt een werknemer alleen in aanmerking voor een bonus als deze in dienst is op het moment dat de bonus wordt uitbetaald. Aangezien de bonus over 2023 pas volgend jaar wordt uitbetaald, kan [verzoeker] daar geen aanspraak op maken. Het verzoek wordt afgewezen.
Boetes
20. Prologis maakt aanspraak op een boete wegens overtreding van het geheimhoudingsbeding in artikel 11 van de arbeidsovereenkomst. Prologis betoogt dat het opslaan van vertrouwelijke informatie op een privélocatie een schending van het beding oplevert, terwijl [verzoeker] dit betwist omdat de gegevens niet met derden zijn gedeeld.
20. Partijen verschillen dus over de uitleg van het beding. Voor het beantwoorden van de vraag of [verzoeker] het geheimhoudingsbeding heeft geschonden, is het nodig vast te stellen wat partijen met dat beding hebben beoogd. Daarbij kan niet worden volstaan met alleen een taalkundige uitleg van de onderhavige bepaling. Het komt immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden daaraan over en weer redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
20. Doel en strekking van een geheimhoudingsbeding als het onderhavige is in het algemeen het voorkomen dat vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie bij derden terechtkomt, vanwege de daaraan verbonden zakelijke risico’s. De ratio van het beding is dan ook dat informatie niet aan derden ter beschikking wordt gesteld dan wel dat derden geen inzage krijgen in die informatie. Niet is gebleken dat [verzoeker] de informatie die hij op zijn persoonlijke Dropboxaccount heeft geüpload ter inzage of ter beschikking heeft gesteld aan derden. Zolang dat niet is gebeurd, is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van schending van het geheimhoudingsbeding. De verzochte veroordeling tot betaling van een boete zal dan ook worden afgewezen.
Vernietiging documenten
23. Het verzoek van Prologis tot vernietiging van de documenten en ondertekening van een verklaring ter bevestiging daarvan is wel toewijsbaar. Ter zitting heeft Prologis verduidelijkt dat zij vernietiging van de 220 aan haar toebehorende documenten verzoekt zoals vermeld op de lijst. Vast is komen te staan dat deze documenten bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie bevatten, zodat [verzoeker] gehouden is deze te vernietigen. De verzochte dwangsom wordt gematigd tot € 100,00 per dag met een maximum van € 2.500,00.
In de zaak 23-893
24. Prologis verzoekt [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 jo 3 sub a BW. Dat artikel bepaalt dat een partij die door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen schadeplichtig is, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Uit hetgeen hiervoor is overwogen heeft [verzoeker] schuld aan het ontslag op staande voet, zodat hij de gefixeerde schadevergoeding aan Prologis verschuldigd is. [verzoeker] heeft de hoogte van het gevorderde bedrag niet betwist, zodat de verzochte vergoeding toewijsbaar is.
In de zaak 23-890 en 23-893
25. De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] omdat hij voor het overgrote deel in het ongelijk wordt gesteld. Gelet op de samenhang tussen beide zaken worden deze in totaal gesteld op na te melden bedragen.