ECLI:NL:RBAMS:2023:8011

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
10710115 EA VERZ 23-893 en 10706482 EA 23-890
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en geheimhoudingsbeding in arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Prologis Management B.V. [verzoeker] was in dienst als Procurement Manager en is op staande voet ontslagen nadat hij vertrouwelijke bedrijfsinformatie had geüpload naar zijn persoonlijke Dropboxaccount. Prologis stelde dat dit handelen in strijd was met de geheimhoudingsbepalingen in de arbeidsovereenkomst en hun interne beleid.

[verzoeker] verzocht om een billijke vergoeding van € 114.027,72 en andere vergoedingen, stellende dat het ontslag onterecht was en dat hij niet op de hoogte was van de schending van het geheimhoudingsbeding. Prologis voerde aan dat het ontslag onverwijld was gegeven en dat er sprake was van een dringende reden. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat [verzoeker] een groot aantal documenten had gedownload en deze had opgeslagen op een externe locatie, wat in strijd was met de arbeidsovereenkomst en het beleid van Prologis.

De rechter wees de verzoeken van [verzoeker] af en veroordeelde hem tot het vernietigen van de vertrouwelijke documenten en het betalen van een gefixeerde schadevergoeding aan Prologis. Tevens werd Prologis veroordeeld om [verzoeker] een kopie van zijn agenda te verstrekken. De proceskosten werden voor rekening van [verzoeker] gesteld, omdat hij grotendeels in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10710115 EA VERZ 23-893 en 10706482 EA 23-890
beschikking van: 7 december 2023

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

[verzoeker]

wonende te [woonplaats]
verzoeker in het verzoek, verweerder in het tegenverzoek in de zaak 23-890
verweerder in de zaak 23-893
nader te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. I.I. Feenstra
t e g e n

de besloten vennootschap Prologis Management B.V.

gevestigd te Amsterdam
verweerster in het verzoek, verzoekster in het tegenverzoek in de zaak 23-890
verzoekster in de zaak 23-893
nader te noemen: Prologis
gemachtigde: mr. M.S.J. Top en mr. P.R. Bartens.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

[verzoeker] heeft op 15 september 2023 een verzoek met producties ingediend dat thans
– na wijziging – nog strekt tot toekenning van een billijke vergoeding, met nevenverzoeken. Op 30 oktober 2023 heeft [verzoeker] zijn verzoek vermeerderd. Prologis heeft op 31 oktober 2023 een verweerschrift ingediend met producties, tevens houdende een tegenverzoek. Op 8 november 2023 heeft Prologis nog een reactie ingediend.
Verder heeft Prologis op 17 september 2023 in een afzonderlijk verzoek met producties verzocht dat [verzoeker] veroordeeld wordt tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding. [verzoeker] heeft een verweerschrift met producties ingediend.
Beide zaken zijn gezamenlijk op 9 november 2023 mondeling behandeld. [verzoeker] is in persoon verschenen vergezeld door de gemachtigde. Namens Prologis is verschenen
[Hoofd HR] (Hoofd HR Europa), [Legal Counsel] (Legal Counsel), [General Counsel] (General Counsel), vergezeld door de gemachtigden. Partijen hebben hun standpunten aan de hand van een pleitnota toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.Na verder debat is beschikking gevraagd en is een datum voor beschikking bepaald.
De feiten
1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
[verzoeker] is op 1 september 2022 voor de duur van 12 maanden bij Prologis in dienst getreden als Procurement Manager-PAN Europe. Het salaris bedraagt € 8.750,00 bruto per maand inclusief vakantietoeslag.
1.2.
Aan [verzoeker] is een bedrijfsauto ter beschikking gesteld.
1.3.
In artikel 4.2 van de arbeidsovereenkomst is een bonusregeling opgenomen:
“Depending on the performance of both the Employee and the Company during each calendar year, the Company may, in its absolute discretion, pay the Employee a bonus (“the Discretionary Bonus”) during the first quarter of the following year, starting in 2022. The Employee’s target Discretionary Bonus is equal to 15% of Base Salary. The payment of the Discretionary Bonus will be subject to such conditions as the Company may in its absolute discretion determine. The Employee will be eligible to receive the pay-out of the Discretionary Bonus only if the Employee is employed by the Company in the month when the Discretionary Bonis is paid.”
1.4.
In artikel 11 van de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding opgenomen. Het artikel bepaalt, voor zover van belang, het volgende:
“The Employee may not during or after the termination of the Employee’s employment with the Company use, or disclose to anyone, other than in the proper course of the Employee’s employment any information of a confidential nature relating to the Company or its Group Companies, it’s business, customers of its clients. Such information will include any information which is commercially sensitive, or which may not be readily available to others engaged in a similar business to that of the Company or the general public. The Employee is required to prevent the disclosure of any information of a confidential nature during the Employee’s employment. Breach of this clause will be considered to constitute gross misconduct, which may lead to instant dismissal.”
1.5.
Prologis hanteert het beleid
“Prologis Acceptable Use Of Data and Technology Policy”waarin het haar werknemers verboden wordt om ongeautoriseerde kopieën te maken van de data van Prologis en om informatie van Prologis op te slaan op persoonlijke locaties zoals een persoonlijke Dropboxaccount (hierna: het beleid).
1.6.
Op 10 april 2023 heeft Prologis naar alle medewerkers een e-mail gezonden waarin aan hen de volgende oproep wordt gedaan:
“Exiting employees: Take your experience, not your files.
If you leave Prologis, we hope you’re taking an abundance of positive experiences and learning opportunities. However, you’re not permitted to take any documents or assets with you, including files, data, computers or any work product.”
1.7.
Op 15 juni 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden waarbij Prologis aan [verzoeker] heeft medegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd.
1.8.
[verzoeker] heeft vervolgens 791 documenten van de server van Prologis gedownload en overgezet naar zijn persoonlijke Dropboxaccount.
1.9.
Prologis heeft [verzoeker] op 14 juli 2023 uitgenodigd voor een gesprek. [verzoeker] had in deze periode vakantie en is niet op dit gesprek verschenen.
1.10.
Op 17 juli 2023 is [verzoeker] door Prologis op staande voet ontslagen. In de brief staat, voor zover van belang, het volgende:
“Our automatic monitoring system has alerted us to the fact that on Thursday 15th, Friday 16th and Monday 19th June, you downloaded a significant number of Prologis documents from Prologis’s servers to your laptop and uploaded them to your personal, external DropBox folder.”
(…)
“As a consequence of your actions detailed above and in accordance with Dutch law, we hereby inform you of your immediate dismissal from your position of Director, Global Procurement Essentials at Prologis Management B.V.”
1.11.
[verzoeker] kan zich met het ontslag niet verenigen.

Het verzoek en verweer van [verzoeker] in de zaak 23-890

2. [verzoeker] verzoekt op grond van artikel 7:681 lid 1 BW aan hem een billijke vergoeding toe te kennen van € 114.027,72. [verzoeker] legt daaraan ten grondslag dat het ontslag in strijd is met artikel 7:671 BW. Volgens [verzoeker] is het ontslag niet onverwijld gegeven omdat Prologis al een maand op de hoogte was van de aan [verzoeker] verweten gedragingen. Verder is er geen sprake van een dringende reden. Van de 791 documenten die [verzoeker] heeft overgezet naar zijn persoonlijke Dropboxaccount zijn er slechts 60 eigendom van Prologis. De overige 731 documenten zijn eigendom van [verzoeker] en bevatten onder meer eigen aantekeningen. Bovendien bevatten de documenten van Prologis geen bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie en heeft [verzoeker] de documenten niet gebruikt of met derden gedeeld. Van schending van het geheimhoudingsbeding is dan ook geen sprake en van het beleid van Prologis was [verzoeker] niet op de hoogte.
3. [verzoeker] verzoekt daarnaast om Prologis te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding. Volgens [verzoeker] is Prologis op grond van artikel 7:672 lid 11 BW een vergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd, gelijk aan het bedrag aan loon over de opzegtermijn, te weten € 12.916,66. Verder is Prologis op grond van artikel 7:673 lid 1 BW een transitievergoeding verschuldigd van € 3.120,43. Verder verzoekt [verzoeker] Prologis te veroordelen tot het opstellen en intern verzenden van een rectificatie waarin staat dat zij [verzoeker] onterecht heeft ontslagen alsmede tot het toezenden van een kopie van zijn agenda zodat hij aan de Belastingdienst kan aantonen dat hij de bedrijfsauto niet privé heeft gereden, op straffe van een dwangsom. Daarnaast verzoekt [verzoeker] uitbetaling van de 13,9 opgebouwde en nog niet-genoten vakantiedagen en uitbetaling van een bonus ter hoogte van € 7.976,85. Tot slot verzoekt [verzoeker] om bruto-netto specificaties.
4. [verzoeker] voert verweer tegen het verzoek van Prologis tot betaling van boetes en vernietiging van de 220 documenten. [verzoeker] betwist dat hij het geheimhoudingsbeding heeft geschonden. Wel is [verzoeker] bereid om de 60 documenten van Prologis te vernietigen.

Het verweer en het tegenverzoek van Prologis in de zaak 23-890

5. Prologis voert in het kader van haar verweer aan – samengevat – dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het ontslag is onverwijld gegeven. Prologis is op 10 juli 2023 door haar ICT-afdeling geattendeerd op de geconstateerde gedragingen. Nadien heeft er onderzoek en overleg plaatsgevonden waarna het ontslag is gegeven. Daarnaast is er sprake van een dringende reden. Van de 791 documenten zijn er 220 eigendom van Prologis. Deze documenten bevatten bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie. Prologis begeeft zich op een zeer concurrentiegevoelige markt en openbaarmaking van deze informatie kan Prologis schaden. Dat is ook de reden waarom Prologis een streng beleid hanteert en er in de arbeidsovereenkomst een geheimhoudingsbeding is opgenomen. [verzoeker] heeft daarmee in strijd gehandeld en dat handelen is ook ernstig verwijtbaar. Prologis is daarom geen vergoedingen aan [verzoeker] verschuldigd. Evenmin heeft [verzoeker] recht op een rectificatie. Verder heeft [verzoeker] onvoldoende onderbouwd dat hij zijn agenda nodig heeft voor de Belastingdienst en verder betwist Prologis dat de bonus verschuldigd is en dat [verzoeker] nog recht heeft op uitbetaling van de vakantiedagen.
6. Prologis verzoekt [verzoeker] wegens schending van het geheimhoudingsbeding te veroordelen tot betaling van verbeurde boetes, primair begroot op € 76.500,00 en subsidiair op € 6.000,00. Verder verzoekt Prologis [verzoeker] te veroordelen tot het vernietigen van de hierboven genoemde 220 documenten, op straffe van een dwangsom.

Het verzoek en het verweer in de zaak 23-893

7. Prologis verzoekt [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 jo 3 sub a BW begroot op € 12.916,66 bruto.
8. [verzoeker] betwist dat hij gehouden is een gefixeerde schadevergoeding te betalen. Als er al sprake zou zijn van een dringende reden, is deze niet met opzet of schuld aan Prologis gegeven.

De beoordeling

in de zaak 23-890
Het ontslag op staande voet
9. Het gaat in deze zaak om de vraag of aan [verzoeker] diverse vergoedingen moeten worden toegekend. Daarbij moet allereerst worden beoordeeld of [verzoeker] al dan niet terecht op staande voet is ontslagen. Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet moet sprake zijn van een onverwijlde opzegging wegens een dringende reden en die reden moet onverwijld aan de werknemer zijn medegedeeld.
10. Volgens artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen voor een ontslag op staande voet beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen.
11. Prologis heeft in de brief van 17 juli 2023 als dringende reden opgegeven dat [verzoeker] een groot aantal documenten met bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie van Prologis’ server naar zijn persoonlijke Dropboxaccount heeft geüpload.
12. Tussen partijen staat vast dat [verzoeker] 791 documenten heeft overgezet naar een externe privélocatie. Prologis heeft een lijst van deze documenten overgelegd en daarbij aangeduid welke 220 documenten eigendom van Prologis zijn, met een korte vermelding van de inhoud van de documenten. [verzoeker] heeft daartegenover onvoldoende duidelijk gemaakt dat maar 60 documenten eigendom van Prologis zijn. Bij de documenten zitten wel veel stukken die [verzoeker] zelf heeft opgesteld, maar dat is kennelijk gebeurd in het kader van zijn werkzaamheden voor Prologis. Anders dan [verzoeker] heeft betoogd, maakt dit daarom nog niet dat de documenten niet aan Prologis toebehoren. De kantonrechter gaat dan ook uit van de 220 aangeduide documenten op de lijst van Prologis.
13. Volgens [verzoeker] zijn deze documenten niet bedrijfsgevoelig of vertrouwelijk. Ze bestaan onder meer uit kopieën van zijn agenda, zijn arbeidsovereenkomst en zijn leaseregeling. Echter, uit de lijst van Prologis en de voorbeelden die Prologis ter zitting heeft getoond blijkt dat het veel verder gaat dan dat. Ter zitting is onder meer een zeer uitgebreid intern ‘management handbook’ en een ‘maintenance agreement’ getoond waarvan evident is dat het bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie betreft. Naar het oordeel van de kantonrechter levert het meenemen van dergelijke stukken in de aanloop naar een einde van een arbeidsovereenkomst een dringende reden op. Het spreekt voor zich dat dit niet geoorloofd is en dat dit schade kan toebrengen aan de werkgever. Daarbij komt dat Prologis hieromtrent ook nog eens een duidelijk beleid hanteert waarmee [verzoeker] bekend was of in ieder geval bekend behoorde te zijn. Prologis heeft onweersproken gesteld dat dit beleid onderdeel uitmaakt van de IT Security Polices (hierna: het IT-beleid) en uit een door Prologis overgelegd overzicht (productie 15 bij het verweerschrift) volgt dat [verzoeker] digitaal heeft verklaard dat hij het IT-beleid gelezen heeft en de inhoud daarvan begrijpt. Bovendien heeft [verzoeker] niet weersproken dat Prologis de onder 1.6 genoemde e-mail naar alle medewerkers heeft verzonden en dat ook hij die e-mail heeft ontvangen.
14. Voor het antwoord op de vraag of het ontslag onverwijld is gegeven, is beslissend het tijdstip waarop de dringende reden tot dat ontslag ter kennis is gekomen van degene die bevoegd was het ontslag te verlenen. [verzoeker] heeft niet weersproken dat Prologis voor het eerst op 10 juli 2023 door haar ICT-afdeling op de hoogte is gebracht van de informatie uit het systeem. Vervolgens heeft Prologis enkele dagen onderzoek gedaan en overleg gehad waarna [verzoeker] op 14 juli 2023 uitgenodigd is voor een gesprek. Toen dit gesprek geen doorgang heeft gevonden, heeft Prologis op 17 juli 2023 het ontslag gegeven. Naar het oordeel van de kantonrechter is hiermee voldoende voortvarend gehandeld en het ontslag is dan ook onverwijld gegeven.
15. De conclusie is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven en de daarmee samenhangende verzoeken van [verzoeker] dus niet toewijsbaar zijn.

Ernstig verwijtbaar handelen

16. De kantonrechter is van oordeel dat de gedragingen van [verzoeker] ook ernstig verwijtbaar zijn. Toen duidelijk werd dat zijn arbeidsovereenkomst zou eindigen heeft [verzoeker] de bewuste keuze gemaakt een grote hoeveelheid know how van Prologis binnen zijn eigen bereik te brengen. Dat dit niet mag moet [verzoeker] zonder meer hebben begrepen. Bovendien waren er interne regels die dit verboden, waarmee [verzoeker] bekend moest zijn. Het is evident dat een werknemer die zich op die manier bedrijfsgevoelige kennis van zijn werkgever toe-eigent ernstig verwijtbaar handelt. Er is dus geen transitievergoeding verschuldigd.
Kopie agenda
17. [verzoeker] heeft verder verzocht om een kopie van zijn agenda over de periode 1 september 2022 tot en met 31 augustus 2023. Volgens [verzoeker] heeft hij deze nodig om aan de Belastingdienst te bewijzen dat hij de bedrijfsauto niet privé heeft gereden. Prologis heeft weliswaar naar voren gebracht dat [verzoeker] deze niet nodig heeft omdat hij over een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ beschikt, maar in die verklaring staat ook vermeld dat de werknemer daarnaast moet kunnen bewijzen dat hij niet meer dan 500 kilometer op jaarbasis rijdt. [verzoeker] heeft dus wel degelijk een belang bij zijn verzoek. Prologis zal dan ook veroordeeld worden om binnen 14 dagen de agenda te verstrekken over de periode 1 september 2022 tot aan het einde van het dienstverband. De verzochte dwangsom wordt gematigd tot € 100,00 per dag met een maximum van € 2.500,00.

Vakantiedagen

18. Volgens [verzoeker] heeft hij nog recht op uitbetaling van 13,9 opgebouwde en niet-genoten vakantiedagen. Prologis beroept zich ter zake hiervan op verrekening. Dit beroep slaagt. Prologis heeft onweersproken aangevoerd dat zij het loon over de gehele maand juli heeft uitbetaald, terwijl de arbeidsovereenkomst op 17 juli is geëindigd. Prologis was dan ook gerechtigd de nog openstaande vakantiedagen met dit onverschuldigde uitbetaalde loon te verrekenen. Het verzoek is daarom niet toewijsbaar.

Bonus

19. [verzoeker] stelt dat hij op grond van artikel 4.2 van de arbeidsovereenkomst recht heeft op een (pro rata) bonus ter hoogte van 15% van het loon over de acht maanden die hij in 2023 heeft gewerkt. De kantonrechter volgt dit standpunt niet. Gelet op de bewoordingen van het beding komt een werknemer alleen in aanmerking voor een bonus als deze in dienst is op het moment dat de bonus wordt uitbetaald. Aangezien de bonus over 2023 pas volgend jaar wordt uitbetaald, kan [verzoeker] daar geen aanspraak op maken. Het verzoek wordt afgewezen.

Boetes

20. Prologis maakt aanspraak op een boete wegens overtreding van het geheimhoudingsbeding in artikel 11 van de arbeidsovereenkomst. Prologis betoogt dat het opslaan van vertrouwelijke informatie op een privélocatie een schending van het beding oplevert, terwijl [verzoeker] dit betwist omdat de gegevens niet met derden zijn gedeeld.
20. Partijen verschillen dus over de uitleg van het beding. Voor het beantwoorden van de vraag of [verzoeker] het geheimhoudingsbeding heeft geschonden, is het nodig vast te stellen wat partijen met dat beding hebben beoogd. Daarbij kan niet worden volstaan met alleen een taalkundige uitleg van de onderhavige bepaling. Het komt immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden daaraan over en weer redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
20. Doel en strekking van een geheimhoudingsbeding als het onderhavige is in het algemeen het voorkomen dat vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie bij derden terechtkomt, vanwege de daaraan verbonden zakelijke risico’s. De ratio van het beding is dan ook dat informatie niet aan derden ter beschikking wordt gesteld dan wel dat derden geen inzage krijgen in die informatie. Niet is gebleken dat [verzoeker] de informatie die hij op zijn persoonlijke Dropboxaccount heeft geüpload ter inzage of ter beschikking heeft gesteld aan derden. Zolang dat niet is gebeurd, is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake van schending van het geheimhoudingsbeding. De verzochte veroordeling tot betaling van een boete zal dan ook worden afgewezen.

Vernietiging documenten

23. Het verzoek van Prologis tot vernietiging van de documenten en ondertekening van een verklaring ter bevestiging daarvan is wel toewijsbaar. Ter zitting heeft Prologis verduidelijkt dat zij vernietiging van de 220 aan haar toebehorende documenten verzoekt zoals vermeld op de lijst. Vast is komen te staan dat deze documenten bedrijfsgevoelige en vertrouwelijke informatie bevatten, zodat [verzoeker] gehouden is deze te vernietigen. De verzochte dwangsom wordt gematigd tot € 100,00 per dag met een maximum van € 2.500,00.

In de zaak 23-893

24. Prologis verzoekt [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 jo 3 sub a BW. Dat artikel bepaalt dat een partij die door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen schadeplichtig is, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Uit hetgeen hiervoor is overwogen heeft [verzoeker] schuld aan het ontslag op staande voet, zodat hij de gefixeerde schadevergoeding aan Prologis verschuldigd is. [verzoeker] heeft de hoogte van het gevorderde bedrag niet betwist, zodat de verzochte vergoeding toewijsbaar is.

In de zaak 23-890 en 23-893

25. De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] omdat hij voor het overgrote deel in het ongelijk wordt gesteld. Gelet op de samenhang tussen beide zaken worden deze in totaal gesteld op na te melden bedragen.

BESLISSING

De kantonrechter:
In de zaak 23-890
veroordeelt [verzoeker] om binnen veertien dagen de 220 geüploade documenten van Prologis, die op de lijst in kolom B gemarkeerd zijn met ‘Prologis Proprietary Document/work product’ te vernietigen en een verklaring van vernietiging van deze documenten te ondertekenen, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat [verzoeker] hieraan niet voldoet, met een maximum van € 2.500,00;
veroordeelt Prologis om binnen veertien dagen aan [verzoeker] een kopie van zijn agenda (over de periode 1 september 2022 tot en met 17 juli 2023) te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat [verzoeker] hieraan niet voldoet, met een maximum van € 2.500,00;
in de zaak 23-893
veroordeelt [verzoeker] om aan Prologis te betalen een bedrag van € 12.916,66 bruto aan vergoeding;
in beide zaken
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, aan de zijde van Prologis tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 693,00;
  • salaris
totaal € 1.486,00, voor zover van toepassing inclusief btw;
veroordeelt [verzoeker] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00, voor zover van toepassing inclusief btw;
wijst het anders of meer verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.W. Inden, kantonrechter en op 7 december 2023 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.