In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van een werkneemster, [verzoekster], die haar werkgever, Deloitte Group Support Center B.V., had verzocht om door te mogen werken tot haar pensioenrichtleeftijd. De werkneemster had ook een verzoek ingediend voor een billijke vergoeding op grond van artikel 7:681 BW, maar dit verzoek werd niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster haar verzoek tot billijke vergoeding niet binnen de geldende termijn had ingediend, zoals voorgeschreven in artikel 7:686a lid 4 onder a BW.
Daarnaast had de werkneemster een verzoek ingediend voor schadevergoeding op grond van artikel 7:611 BW. De kantonrechter oordeelde dat dit verzoek niet zodanig samenhangt met het verzoek tot billijke vergoeding dat het zonder nadere toets ook niet-ontvankelijk verklaard zou moeten worden. Aangezien het verzoek tot schadevergoeding gebaseerd was op afdeling 1 van titel 10 van boek 7 BW, werd besloten dat de procedure voor dit verzoek voortgezet zou worden volgens de regels van de dagvaardingsprocedure.
De kantonrechter heeft de werkneemster niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot billijke vergoeding en bepaald dat de procedure voor het verzoek tot schadevergoeding zal worden voortgezet. De zaak is gepland voor de rolzitting op 5 december 2023, waarbij de werkneemster de gelegenheid krijgt om haar stellingen aan te passen aan de toepasselijke procesregels.