Op 16 februari 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. J.C. Hoogendoorn, een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam om de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom te verlengen. De last onder dwangsom was opgelegd om een dakopbouw te verwijderen, en verzoeker had bezwaar gemaakt tegen eerdere besluiten van verweerder. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 26 januari 2023, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de belangenafweging in het voordeel van verzoeker uitvalt. Verzoeker heeft aangevoerd dat de gevolgen van het verwijderen van de dakopbouw aanzienlijk en onomkeerbaar zijn, vooral gezien de hoge kosten en de aanwezigheid van huurders in de woning. Verweerder heeft echter gesteld dat er een beginselplicht tot effectieve handhaving is en dat verzoeker zelf verantwoordelijk is voor de ontstane situatie.
Na afweging van de belangen heeft de voorzieningenrechter besloten dat de begunstigingstermijn van de last onder dwangsom wordt verlengd tot zes weken na de uitspraak op het beroep over de last onder dwangsom en de weigering van de omgevingsvergunning. Tevens heeft de voorzieningenrechter bepaald dat verweerder het griffierecht van € 184,- aan verzoeker moet vergoeden en verweerder is veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.674,-. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.