ECLI:NL:RBAMS:2023:7967
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vervolging na overlijden verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 7 december 2023 uitspraak gedaan na terugwijzing door het gerechtshof. De rechtbank verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte, die inmiddels is overleden. De verdachte was geboren in 1964 en woonde op een onbekend adres. De rechtbank had eerder op 2 april 2021 uitspraak gedaan, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis op 23 augustus 2022 en wees de zaak terug naar de rechtbank vanwege onregelmatigheden in de betekening van de dagvaarding.
De raadsman van de verdachte, mr. R.T. Schrama, heeft op 29 november 2023 medegedeeld dat de verdachte op 20 november 2023 is overleden, wat bevestigd werd door een akte van overlijden. De rechtbank overweegt dat volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvervolging vervalt door de dood van de verdachte. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit voorzitter mr. M. Vaandrager en de rechters mrs. A. Eichperger en C.A.E. Wijnker, in aanwezigheid van griffier mr. C. Wolswinkel. De beslissing werd openbaar uitgesproken op de zitting van 7 december 2023.