Op 6 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Sección 21 de la Audiencia Provincial de Barcelona. Het EAB, dat op 3 februari 2023 is uitgevaardigd, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 1990, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De behandeling van de zaak vond plaats op 22 november 2023, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. B. van Straaten, en een tolk. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak op grond van de Overleveringswet met 30 dagen verlengd.
De verdediging voerde aan dat de overlevering geweigerd moest worden omdat het EAB niet genoegzaam was, met name omdat het niet duidelijk was welke instantie het nationaal aanhoudingsbevel had uitgevaardigd en de datum van het vonnis niet correct was. De rechtbank oordeelde echter dat het ontbreken van deze informatie de genoegzaamheid van het EAB niet aantastte, aangezien het EAB betrekking heeft op de executie van een opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank concludeerde dat de vereiste effectieve rechterlijke bescherming was gewaarborgd door het vonnis dat aan het EAB ten grondslag ligt.
De rechtbank stelde vast dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom de overlevering toegestaan, waarmee de opgeëiste persoon kan worden overgeleverd aan Spanje voor het feit dat in het EAB is omschreven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.