Op 29 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een inwoner van Amsterdam, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiser had beroep aangetekend tegen een naheffingsaanslag die hem was opgelegd op 17 april 2022, omdat hij zijn auto had geparkeerd zonder voldoende parkeerbelasting te betalen. Eiser stelde dat hij had geparkeerd op aanwijzing van een verkeersregelaar, die hem had verteld dat de parkeerplek gratis was. Hij voerde aan dat er geen parkeerborden of betaalautomaten in de buurt waren, waardoor hij niet op de hoogte kon zijn van de parkeerregels.
De rechtbank heeft de zaak behandeld, maar eiser was niet verschenen. De heffingsambtenaar was wel aanwezig en verdedigde de opgelegde naheffingsaanslag. De rechtbank oordeelde dat eiser niet mocht vertrouwen op de aanwijzing van de verkeersregelaar, omdat hij zelf nader onderzoek had moeten doen naar het geldende parkeerregime. De rechtbank wees erop dat er wel degelijk een parkeerautomaat in de buurt stond, wat eiser had kunnen ontdekken als hij de moeite had genomen om te kijken. De rechtbank volgde de heffingsambtenaar in zijn standpunt dat alleen aanwijzingen van gemeentelijke parkeercontroleurs als betrouwbaar konden worden beschouwd.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Eiser kreeg zijn griffierecht niet terug. De uitspraak werd gedaan door rechter K.S. Man en griffier I.G.A. Karregat, en is openbaar uitgesproken op 29 november 2023. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep aan te tekenen bij het gerechtshof Amsterdam.