ECLI:NL:RBAMS:2023:7754

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
C/13/740828 / KG ZA 23-923 HH/MV
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op privacy door camera op dakterras van buren

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam op 30 november 2023, vorderde eiser [eiser 1] dat gedaagde [gedaagde] zou worden veroordeeld tot het verwijderen van een camera die gericht was op zijn dakterras, alsook tot het verwijderen of snoeien van een palmboom die te dicht bij de erfgrens stond. Eiser stelde dat de camera een ernstige inbreuk op zijn privacy vormde en dat de palmboom hinder veroorzaakte door het ontnemen van zonlicht. Gedaagde voerde aan dat de camera een dummy was, geplaatst uit angst voor inbraak, en dat zij de camera inmiddels had verwijderd. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel het plaatsen van de camera een inbreuk op de privacy van eiser opleverde, eiser geen spoedeisend belang meer had bij de vordering tot verwijdering van de camera, aangezien deze al was verwijderd en gedaagde had toegezegd deze niet opnieuw te plaatsen. Wat betreft de palmboom oordeelde de rechter dat het spoedeisend belang van eiser niet was aangetoond, en dat de vordering tot verwijdering of snoeien van de boom niet toewijsbaar was. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door voorzieningenrechter mr. H.C. Hoogeveen, bijgestaan door griffier mr. M. Veraart.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/740828 / KG ZA 23-923 HH/MV
Vonnis in kort geding van 30 november 2023
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 23 oktober 2023,
advocaat mr. M.J. Drijftholt te Amsterdam,
tegen
CORINA [gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. E. Doornbos te Badhoevedorp.
Partijen zullen hierna [eiser 1] (in mannelijk enkelvoud) en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding, die is verplaatst van 31 oktober 2023 naar op 16 november 2023, heeft [eiser 1] de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren mr. Drijftholt, [gedaagde] en
mr. Doornbos aanwezig.
Na verder debat is vonnis bepaald op 30 november 2023.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn buren. [eiser 1] woont aan de [adres 1] . [gedaagde] woont aan de [adres 2] . [eiser 1] is eigenaar van zijn woning. [gedaagde] huurt haar woning van Eigen Haard.
2.2.
Enkele maanden geleden heeft [gedaagde] een camera geplaatst achter haar slaapkamerraam. Deze camera stond gericht op het dakterras van [eiser 1] .
2.3.
Enkele jaren geleden heeft [gedaagde] een palmboom in haar tuin geplant. Die boom staat binnen twee meter van de erfgrens tussen de percelen van [eiser 1] en [gedaagde] . De boom is thans ongeveer 1,5 meter hoger dan de scheidsmuur tussen beide percelen.
2.4.
Bij brief van 2 augustus 2023 heeft de advocaat van [eiser 1] [gedaagde] – kort gezegd – gesommeerd de camera te verwijderen en de boom te verwijderen, dan wel te snoeien.
2.5.
Bij e-mail van 14 september 2023 heeft de advocaat van [gedaagde] bericht niet in te gaan op de – volgens haar – onterechte claims van [eiser 1] .
2.6.
Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft [gedaagde] de camera verwijderd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser 1] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen tot verwijdering en het verwijderd houden van de camera, althans de camera zodanig te plaatsen dat geen opnames kunnen worden gemaakt van het perceel van [eiser 1] , op straffe van een dwangsom van
€ 500,- per dag met een maximum van € 15.000,-,
II. [gedaagde] te veroordelen tot verwijdering en het verwijderd houden van de palmboom, althans tot het snoeien van de boom tot onder de scheidsmuur en ervoor te zorgen dat de boom niet meer boven die scheidsmuur uitreikt, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 15.000,-,
III. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
[eiser 1] stelt hiertoe – samengevat weergegeven – dat de camera een vergaande inbreuk maakte op zijn persoonlijke levenssfeer. [gedaagde] handelde hierdoor onrechtmatig in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). [gedaagde] heeft geen enkel belang bij de camera. De camera is weliswaar verwijderd (wat een erkenning inhoudt dat die camera er niet mocht staan) maar [eiser 1] heeft er nog steeds een belang bij dat [gedaagde] wordt veroordeeld die camera niet terug te plaatsten.
De palmboom staat binnen twee meter van de erfgrens en dat is op grond van artikel 5:42 BW niet toegestaan, voor zover die boom boven de scheidsmuur reikt. [eiser 1] heeft geen toestemming gegeven voor het plaatsten van de boom.
[eiser 1] heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van de vorderingen. Hij hoeft niet te dulden dat [gedaagde] wederom opnames gaat maken met de camera. Ook ten aanzien van de boom heeft hij een spoedeisend belang. De boom ontneemt [eiser 1] zonlicht en hij ondervindt daar hinder van.
3.3.
[gedaagde] heeft – samengevat weergegeven – het verweer gevoerd dat de camera een dummy was. Zij heeft die camera geplaatst omdat zij bang is voor inbrekers, die via het dakterras van [eiser 1] mogelijk in haar slaapkamer kunnen komen. Ook heeft zij er last van als [eiser 1] nog tot laat op het dakterras zit en herrie maakt. Zij heeft hem al vaak gevraagd hiermee te stoppen maar hij reageert nooit ergens op. Zij dacht dat de camera hem zou afschrikken. Op advies van haar advocaat heeft zij de camera verwijderd en zij zegt toe hem niet terug te plaatsen. Ten aanzien van de boom ontbreekt het [eiser 1] aan spoedeisend belang. Hij maakt alleen maar een punt van de boom omdat [gedaagde] bezwaar heeft gemaakt tegen de vergunningsaanvraag van [eiser 1] om op de uitbouw een dakterras aan te leggen. [gedaagde] zal zich in een bodemprocedure verweren tegen verwijdering van de boom, onder meer met het argument dat Eigen Haard door natrekking eigenaar is geworden van de boom en dat zij dus niet tot verwijdering kan overgaan. Door de boom nu al te verwijderen wordt haar de kans ontnomen dit verweer te voeren.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het plaatsen van de camera, gericht op het perceel van [eiser 1] , is een inbreuk op de privacy van [eiser 1] en wordt voorshands onrechtmatig geacht. Dat het een dummy betrof neemt die onrechtmatigheid niet zonder meer weg, omdat ook met een dummy het privacygevoel kan worden aangetast. Van belang hierbij is dat [eiser 1] niet wist dat het om een dummy ging omdat [gedaagde] dit pas op de mondelinge behandeling van dit kort geding kenbaar heeft gemaakt. Ook de omstandigheid dat [gedaagde] mogelijk een goede reden had voor het plaatsen van de camera (inbraakpreventie) neemt de onrechtmatigheid niet zonder meer weg.
4.2.
Omdat de camera inmiddels is verwijderd en [gedaagde] heeft toegezegd om hem niet opnieuw te plaatsen, heeft [eiser 1] echter geen (spoedeisend) belang meer bij toewijzing van de vordering die ziet op de camera. Van [gedaagde] wordt verwacht dat zij zich aan haar toezegging houdt.
4.3.
Ten aanzien van de boom geldt dat het spoedeisend belang van [eiser 1] bij verwijdering of terugsnoeien van die boom niet is gebleken. Weliswaar is mogelijk sprake van iets minder zonlicht, maar niet is aangetoond dat dit voor zodanige hinder zorgt aan de zijde van [eiser 1] dat een ordemaatregel noodzakelijk is, in afwachting van een beslissing in een bodemprocedure waarin [gedaagde] verweer wenst te voeren. Het ontbreken van spoedeisend belang is te meer van belang nu verwijdering van de boom (en naar alle waarschijnlijkheid ook het terugsnoeien van de palmboom tot een hoogte gelijk aan de scheidsmuur) een onomkeerbare maatregel is en daarom niet snel in een kort geding kan worden toegewezen. Bovendien kan niet worden uitgesloten dat de vordering tot verwijdering van de boom enkel is ingegeven omdat partijen in onmin leven over het dakterras en [eiser 1] het niet op prijs stelde dat [gedaagde] hiertegen bezwaar heeft gemaakt. Dit is in ieder geval zo verklaard door [gedaagde] op de mondelinge behandeling van dit kort geding en [eiser 1] was niet aanwezig om een en ander te weerspreken of te verduidelijken. Dit betekent dat ook de vordering die ziet op de boom niet toewijsbaar is.
4.4.
Dat [gedaagde] de camera heeft verwijderd
nahet uitbrengen van de dagvaarding, vormt aanleiding de proceskosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit oordeel houdt tevens in dat [eiser 1] geen recht heeft op een extra vergoeding van € 480,- ex btw vanwege “het op onterechte gronden” niet verschijnen op het tijdstip waarop de mondelinge behandeling van dit kort geding aanvankelijk was gepland. Voorshands wordt geoordeeld dat hier sprake van overmacht en/of een ongelukkige samenloop van omstandigheden, zoals mr. Doornbos heeft aangevoerd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MV