ECLI:NL:RBAMS:2023:7736

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
5 december 2023
Zaaknummer
1313620423
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor uitbreiding van vervolging in het kader van Europees strafrecht

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 22 november 2023, is het verzoek van de Åklagarmyndigheten (officier van justitie) uit Zweden om toestemming voor uitbreiding van de vervolging van een overgeleverde persoon ingewilligd. Het verzoek, ingediend op 16 oktober 2023, betreft een persoon geboren in 2003 in Zweden, die momenteel gedetineerd is in een ander land en geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de eisen van artikel 8 van het Kaderbesluit 2002/584/JBZ en dat de overgeleverde persoon de mogelijkheid heeft gehad om zijn opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken, zoals vereist door het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 oktober 2021.

Tijdens een verhoor op 26 oktober 2023 heeft de overgeleverde persoon, bijgestaan door zijn advocaat, verklaard niet in te stemmen met het verzoek en heeft hij verwezen naar een schriftelijke verklaring van zijn raadsman. De advocaat heeft ook aangegeven dat de overgeleverde persoon zijn recht op de regel van specialiteit niet opgeeft en dat hij zich verzet tegen een beoordeling van zijn aansprakelijkheid voor andere feiten dan die in de beslissing zijn vermeld. De rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken geconcludeerd dat de overgeleverde persoon voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt te verduidelijken.

De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om het verzoek tot uitbreiding van de vervolging toe te wijzen, op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, en derde lid, van de Overleveringswet. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13.136204-23
Datum beslissing: 22 november 2023
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 16 oktober 2023, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW. Dit verzoek is ingediend door de
Åklagarmyndigheten (officier van justitie), regio Väst-Berslagen(Zweden) op 28 september 2023 en betreft:
[overgeleverde persoon] ,
geboren op [geboortedag] 2003 in [geboorteplaats] (Zweden),
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
nu gedetineerd in [land] ,
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek bevat de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. De voorhanden zijnde stukken zijn toereikend om - met volledige eerbiediging van de rechten van verdediging van de overgeleverde persoon - een beslissing te nemen.
Vereist is dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om al zijn eventuele opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming kenbaar te maken, zoals bedoeld in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 26 oktober 2021. [1]
De overgeleverde persoon is op 26 oktober 2023, in het bijzijn van zijn advocaat, gehoord door de
Police Region West, Investigation 1 PO Älvsborg. Tijdens dit verhoor heeft de overgeleverde persoon, onder meer het volgende verklaard met betrekking tot het verzoek tot aanvullende toestemming:
“ [overgeleverde persoon] does not consent to this. [overgeleverde persoon] refers to a written statement submitted by his lawyer Abraham Zeito. [overgeleverde persoon] does not want to make further statements other than those made by his lawyer.”
Tijdens dat verhoor heeft de raadsman van de overgeleverde persoon het volgende aangevoerd:
“The lawyer refers to the statement that has been sent by e-mail to the prosecutor, the appeal and the secrecy annex from the hearing on the detention issue, that has been appealed to the Court of Appeal.
[overgeleverde persoon] and the lawyer do not have anything more to add. The interview is ended.’
In een emailbericht van 25 oktober 2023 heeft de advocaat van de overgeleverde persoon het volgende meegedeeld:
On 4 October 2023, I submitted the following statement in English.

Mr [overgeleverde persoon] does not waive his right to the rule of speciality. Mr [overgeleverde persoon] have expressed his remarks in the pre-trial detention hearing. And to make it clear; Mr [overgeleverde persoon] does not consent in any form.”
The Netherlands has requested that my client further elaborates his position regarding the matter and we have been summoned to an interview. For this reason, I would like to state the following:
[overgeleverde persoon] opposes that the court examines his accountability for other offences than those mentioned in the decision or that were known when the decision on surrender was made. Hence, [overgeleverde persoon] opposes to be deprived of his liberty in Sweden for other offences.
[overgeleverde persoon] also opposes that an exception to the protective principle that exists in this area will be made. [overgeleverde persoon] expects his treatment to be no less favourable than for other surrendered people.
Through this statement, [overgeleverde persoon] has elaborated his position and made it known.”
Uit voormelde stukken leidt de rechtbank af dat de overgeleverde persoon feitelijk de mogelijkheid heeft gehad om al zijn eventuele opmerkingen en bezwaren met betrekking tot het verzoek tot toestemming kenbaar te maken, zoals bedoeld in het arrest van het HvJ. [2]
Het verzoek betreft feiten ten aanzien waarvan krachtens de OLW overlevering had kunnen worden toegestaan.
De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen.

2.Beslissing

De rechtbank:
verleent op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, en derde lid, OLW toestemming voor uitbreiding van de vervolging van
[overgeleverde persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Deze beslissing is genomen op 22 november 2023 door
mr. R. Godthelp, voorzitter,
mrs. M.C.M. Hamer en A.W.T. Klappe, rechters,
in tegenwoordigheid van F.M.H. Albarda, griffier.

Voetnoten

1.Vgl. HvJ EU 26 oktober 2021, ECLI:EU:C:2021:876, punt 63.
2.Vgl. HvJ EU 26 oktober 2021, ECLI:EU:C:2021:876, punt 63.