ECLI:NL:RBAMS:2023:773
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- R.A. Dudok van Heel
- M.F. van Grootheest
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verwijdering BKR-registratie na afbetaling van schulden
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 10 februari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en ING Bank N.V. De eiser, die in het verleden financiële problemen had en een BKR-registratie had, verzocht om verwijdering van deze registratie. De eiser had zijn schuld aan ING in november 2022 volledig voldaan, maar ING weigerde de registratie te verwijderen, omdat de eiser niet had aangetoond dat hij volledig schuldenvrij was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van ING bij handhaving van de BKR-registratie zwaarder weegt dan het belang van de eiser bij verwijdering. De rechter wees erop dat de vijfjaarstermijn van de BKR-registratie pas net was aangevangen en dat er onvoldoende bewijs was dat de eiser daadwerkelijk schuldenvrij was. De vordering van de eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter benadrukte dat de wetgever niet de bedoeling had om BKR-registraties te verwijderen op basis van persoonlijke omstandigheden, zoals gezinsuitbreiding, zonder dat er voldoende bewijs van financiële stabiliteit was.