ECLI:NL:RBAMS:2023:7716

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
C/13/727951 / HA ZA 23-37
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vernietiging van koopovereenkomst en schadevergoeding na aandelenverkoop

In deze zaak heeft Real Orange Ventures B.V. (eiseres) alle aandelen in The View Group B.V. verkocht aan The View Group Holding B.V. (gedaagden). Na de verkoop is de onderneming snel in waarde gedaald, wat heeft geleid tot een geschil over de nakoming van de koopovereenkomst. Real Orange vordert nakoming van verschillende overeenkomsten, terwijl de Holding en The View Group in reconventie vernietiging van de overeenkomsten eisen wegens bedrog en dwaling. De rechtbank heeft geoordeeld dat Real Orange niet onjuist heeft voorgelicht en dat de vorderingen in reconventie worden afgewezen. De rechtbank heeft de vorderingen van Real Orange tot betaling van subsidies en huurkosten toegewezen, maar de vordering tot betaling van de geldlening is afgewezen. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd in conventie en de gedaagden in reconventie veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/727951 / HA ZA 23-37
Vonnis van 22 november 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
REAL ORANGE VENTURES B.V.,
gevestigd te Zaandam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Real Orange,
advocaat: mr. M.P.J. Kik.
tegen
de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
1.
THE VIEW GROUP HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de Holding,
2.
THE VIEW GROUP B.V.,
gevestigd te Zaandam,
hierna te noemen: The View Group
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat: mr. E.J.T. Mulders.

1.Kern van de zaak

1.1.
Real Orange heeft alle aandelen in The View Group verkocht aan de Holding. Na de transactie is het snel bergafwaarts gegaan met de onderneming. De Holding en The View Group menen dat Real Orange hen onjuist en/of onvolledig heeft geïnformeerd over de klantenportefeuille en omzet van The View Group en niet heeft meegewerkt aan een deugdelijke overdracht. In conventie vordert Real Orange nakoming van verschillende overeenkomsten die op de transactie betrekking hebben. In reconventie vorderen de Holding en The View Group vernietiging van die overeenkomsten wegens bedrog en/of dwaling en schadevergoeding.
1.2.
De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken dat Real Orange een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven, noch dat zij zich niet voldoende zou hebben ingezet voor de overdracht van lopende zaken aan de Holding. De vorderingen in reconventie worden afgewezen en de vorderingen in conventie gedeeltelijk toegewezen. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 december 2022, met producties,
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 29 maart 2023, met producties,
  • de conclusie van antwoord in reconventie van 31 mei 2023, met producties,
  • het tussenvonnis van 28 juni 2023, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 oktober 2023 en de daarin genoemde stukken
  • de brief van mr. Mulders van 6 november 2023 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.2.
Tot slot is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

3.De feiten

3.1.
Real Orange is de persoonlijke holdingvennootschap van de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] . Tot 7 juli 2022 hield Real Orange alle aandelen in The View Group. The View Group, handelend onder de naam Houseview, is een onderneming die zich bezighoudt met het assisteren van makelaars op het gebied van foto- en videografie, energielabels en het inmeten en uittekenen van woningen.
3.2.
In januari 2022 is Real Orange in onderhandeling getreden met de Nederlandse Participatiemaatschappij Beheer B.V. (hierna: NPM Beheer) over de verkoop van de aandelen aan de Holding, een kleindochtervennootschap van NPM Beheer. NPM Beheer was van plan om The View Group samen met het door haar eerder aangekochte bedrijf Woning Media Nederland B.V. (hierna: Woning Media) tot een ‘
one-stop shop’ voor woningpresentatie en verkoopstyling te maken en daarmee synergievoordelen te behalen. Uit het
due diligence-onderzoek naar de onderneming kwam naar voren dat EN Vastgoed B.V. (hierna: EN Vastgoed), een concurrent van Woning Media, verantwoordelijk was voor 18,2% van de omzet van The View Group en ook de grootste leverancier van The View Group was.
3.3.
De aandelen zijn op 7 juli 2022 overgedragen. Op die datum hebben partijen een aantal overeenkomsten gesloten ten behoeve van de verkoop. Ten eerste is een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen Real Orange, de Holding en The View Group (hierna: de Koopovereenkomst). Een gedeelte van de koopprijs van € 407.417,- is gefinancierd door een lening van Real Orange aan de Holding (hierna: de Verkoperslening). De voorwaarden van die lening zijn vastgelegd in de overeenkomst van achtergestelde verkoperslening (hierna: de Geldleningsovereenkomst). Tot slot hebben The View Group en Real Orange een serviceovereenkomst gesloten, waarin de taken en diensten zijn omschreven die mevrouw [naam 2] na de transactie voor The View Group zou verrichten (hierna: de Serviceovereenkomst). Verder bestond tussen Real Orange en The View Group sinds 1 januari 2021 reeds een overeenkomst voor de huur van een bedrijfsruimte (hierna: de Huurovereenkomst), die is beëindigd op 7 augustus 2022.
3.4.
Na de transactie is de omzet van The View Group snel gedaald. Een groot deel van de klanten van The View Group is naar EN Vastgoed vertrokken.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Real Orange vordert – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
de Holding te veroordelen tot betaling van € 36.774,27 en het bedrag ontvangen uit hoofde van de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (hierna: NOW);
de Holding te veroordelen tot betaling van € 95.000,-;
The View Group te veroordelen tot betaling van € 14.943,02;
The View Group te veroordelen tot nakoming van de Serviceovereenkomst tot en met januari 2023; en
de Holding en The View Group hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.2.
Real Orange legt – kort gezegd – het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
Op grond van de Koopovereenkomst is de Holding verplicht om aan Real Orange te betalen een bedrag aan subsidies die door The View Group zijn ontvangen uit hoofde van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (hierna: TVL) en de NOW. Dat heeft de Holding echter nagelaten. Ook heeft de Holding over de periode van september tot en met november 2022 drie termijnen aan rente over de Verkoperslening onbetaald gelaten. Omdat de Holding geen gevolg heeft gegeven aan de sommatiebrief van Real Orange, is de hoofdsom onder de Geldleningsovereenkomst van € 95.000 (de vordering onder b) direct opeisbaar. Het onder a) gevorderde bedrag is de som van de TVL (€ 35.705,52) en de genoemde rentetermijnen (3 x € 356,25 = € 1.068,75).
The View Group heeft over de periode van juli tot en met november 2022 de maandelijkse vergoeding onder de Serviceovereenkomst van in totaal € 13.017,18 niet betaald. Ook heeft The View Group de huur- en servicekosten onder de Huurovereenkomst over de periode van 7 juli tot en met 7 augustus 2022 van in totaal € 1.925,84 onbetaald gelaten. Het onder c) gevorderde bedrag is de som van deze bedragen.
4.3.
De Holding en The View Group voeren verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
De Holding en The View Group vorderen – samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair,
de Koopovereenkomst, de Serviceovereenkomst en de Geldleningsovereenkomst te vernietigen en Real Orange te veroordelen tot (terug)betaling van in totaal € 312.702,- aan de Holding en € 10.396,21 aan The View Group;
voor recht te verklaren dat Real Orange jegens de Holding onrechtmatig heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de door de Holding als gevolg daarvan geleden en nog te lijden schade;
Real Orange te veroordelen tot vergoeding van die schade, nader op te maken bij staat;
subsidiair,
voor recht te verklaren dat Real Orange is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens de Holding uit hoofde van de Koopovereenkomst en aansprakelijk is voor de door de Holding als gevolg daarvan geleden en nog te lijden schade;
Real Orange te veroordelen tot vergoeding van die schade, waaronder een bedrag van € 407.417,- en voor het meerdere nader op te maken bij staat;
als enige vordering van Real Orange op de Holding in conventie wordt toegewezen, die vordering te verrekenen met de vordering van de Holding op Real Orange zoals omschreven onder e) tot hun gezamenlijke beloop;
voor recht te verklaren dat Real Orange is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens The View Group uit hoofde van de Serviceovereenkomst en aansprakelijk is voor de door The View Group geleden en nog te lijden schade;
Real Orange te veroordelen tot vergoeding van die schade, nader op te maken bij staat; en
primair en subsidiair,
i. Real Orange te veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.6.
De Holding en The View Group leggen – kort gezegd – het volgende aan hun vorderingen ten grondslag.
Real Orange heeft de Holding opzettelijk onjuist en onvolledig geïnformeerd over de klantenportefeuille en omzet van The View Group. Na de transactie bleek dat EN Vastgoed verantwoordelijk was voor ongeveer 80% van de omzet van The View Group. De makelaars die diensten afnamen van zowel The View Group als EN Vastgoed, waren namelijk afhankelijk van EN Vastgoed en kunnen niet worden gezien als zelfstandige en autonome klanten. Na een email van EN Vastgoed aan alle makelaars op 28 juli 2022 (productie 15 The View Group) zijn die makelaars bij The View Group vertrokken. Dit levert bedrog, dan wel dwaling op, op grond waarvan de Holding primair de overeenkomsten vernietigt, zodat reeds betaalde bedragen moeten worden terugbetaald. Bovendien is dit onrechtmatig van Real Orange, zodat Real Orange de schade moet vergoeden.
Indien de overeenkomsten niet worden vernietigd, stelt de Holding subsidiair dat Real Orange is tekortgeschoten in de nakoming van de Koopovereenkomst omdat zij informatiegaranties uit de Koopovereenkomst heeft geschonden. Zij heeft immers niet gemeld dat de klantenportefeuille feitelijk uit één klant bestond. Ook heeft Real Orange niet meegewerkt aan een deugdelijke overdracht, waarbij de onderneming ook na de transactie zou blijven draaien. Real Orange heeft de overdracht zelfs belemmerd. De schade als gevolg van deze tekortkomingen is in elk geval de gehele koopprijs van € 407.417,-, omdat de aandelen niets meer waard zijn.
4.7.
Real Orange voert verweer.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank bespreekt eerst de vorderingen van de Holding en The View Group in reconventie. Als de vordering tot vernietiging van de Koopovereenkomst en de daarmee samenhangende overeenkomsten slaagt, komt de rechtbank immers niet toe aan de vorderingen van Real Orange in conventie tot nakoming van die overeenkomsten.
in reconventie
De Koopovereenkomst is niet tot stand gekomen onder invloed van bedrog en/of dwaling
5.2.
Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door het opzettelijk doen van een onjuiste mededeling of het opzettelijk verzwijgen van een feit dat hij verplicht was om mede te delen (art. 3:44 lid 3 BW). Niet is gebleken dat Real Orange de Holding willens en wetens heeft misleid over de gestelde afhankelijkheidsrelatie tussen de klanten van The View Group en EN Vastgoed. De stelling dat Real Orange op de hoogte was van de strategie van NPM Beheer en dat de Holding veel belang hechtte aan informatie over de klantenportefeuille en omzet van The View Group, is onvoldoende voor het vereiste opzet. Het beroep op bedrog gaat reeds hierom niet op.
5.3.
Voor een geslaagd beroep op dwaling is geen opzet vereist. Wel is vereist dat de Holding een onjuiste voorstelling van zaken heeft gekregen door een verkeerde inlichting of een verzwijging door Real Orange (art. 6:228 lid 1 BW). Het is niet gebleken dat de makelaars die diensten afnamen van zowel The View Group als EN Vastgoed (contractueel of anderszins) afhankelijk waren van EN Vastgoed, laat staan in zodanige mate dat zij niet zelfstandig een keuze konden maken voor The View Group, EN Vastgoed of een andere leverancier. De enkele omstandigheid dat een deel van de makelaars ook klant was van EN Vastgoed maakt nog niet dat een afhankelijkheidsrelatie bestond tussen die makelaars en EN Vastgoed. De Holding had meer concreet moeten stellen waaruit die afhankelijkheidsrelatie tussen de makelaars en EN Vastgoed bestond, zodat niet aan bewijslevering wordt toegekomen. Uit het voorgaande volgt bovendien dat het bewijsaanbod van de Holding om medewerkers van EN Vastgoed te horen over de afhankelijkheid van The View Group van EN Vastgoed en de vraag welke klanten van The View Group (ook) moeten worden aangemerkt als klanten van EN Vastgoed, niet van invloed kan zijn op het oordeel van de rechtbank. Dat bewijsaanbod wordt daarom als niet ter zake dienend gepasseerd. Tot slot is niet gebleken dat het vertrek van ongeveer 80% van de makelaars naar EN Vastgoed zou zijn veroorzaakt door de gestelde afhankelijkheid van EN Vastgoed. Real Orange heeft die stelling voldoende gemotiveerd betwist door erop te wijzen dat de reden daarvoor ook zou kunnen zijn gelegen in de gebrekkige dienstverlening door The View Group na de transactie. Omdat de afhankelijkheidsrelatie tussen de makelaars en EN Vastgoed niet is komen vast te staan, kan niet worden gezegd dat Real Orange hierover een onjuiste mededeling heeft gedaan en/of haar mededelingsplicht heeft geschonden. Ook het beroep op dwaling gaat dus niet op.
5.4.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de vordering tot vernietiging van de Koopovereenkomst en de daarmee samenhangende overeenkomsten moet worden afgewezen. Omdat geen sprake is van bedrog en/of dwaling, is ook geen sprake van onrechtmatig handelen door Real Orange jegens de Holding. De daarop gebaseerde verklaring voor recht en vordering tot schadevergoeding zullen daarom ook worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor de door de Holding gevorderde verklaring voor recht dat Real Orange zou zijn tekortgeschoten in de nakoming van de Koopovereenkomst en de daarmee samenhangende vordering tot schadevergoeding, voor zover daaraan ten grondslag is gelegd dat Real Orange als verkoper de informatiegaranties uit de Koopovereenkomst zou hebben geschonden.
5.5.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat, zelfs als zou vaststaan dat de klanten van The View Group afhankelijk waren van EN Vastgoed, partijen in art. 22.1 van de Koopovereenkomst onherroepelijk afstand hebben gedaan van het recht om vernietiging (wegens dwaling of enige andere grond) van de Koopovereenkomst te vorderen. Een beding dat dwaling uitsluit moet in beginsel als geldig worden beschouwd, tenzij een beroep daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (art. 6:248 lid 2 BW). Bij de beoordeling of daarvan sprake is, moet de rechtbank terughoudendheid betrachten. De Holding heeft aangevoerd dat Real Orange opzettelijk de onjuiste voorstelling van zaken heeft doen ontstaan en laten voortbestaan, terwijl zij wist dat de Holding veel belang hechtte aan informatie over de klantenportefeuille en omzet van The View Group. Hiervoor is al aan de orde gekomen dat van opzet aan de zijde van Real Orange niet is gebleken, zodat niet kan worden gezegd dat het beroep van Real Orange op art. 22.1 van de Koopovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Real Orange is niet tekortgeschoten onder de Serviceovereenkomst
5.6.
Partijen zijn het niet eens over de vraag wat zij hebben afgesproken over de werkzaamheden die mevrouw [naam 2] zou verrichten ten behoeve van de overdracht. Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen verklaard dat zij daarover niet specifiek hebben gesproken, voor of na de transactie. De rechtbank zal daarom de Koopovereenkomst en de Serviceovereenkomst uitleggen om vast te stellen welke verplichting op Real Orange rustte in dit verband.
5.7.
In art. 14.1 van de Koopovereenkomst hebben Real Orange en mevrouw [naam 2] zich jegens de Holding en The View Group verbonden om
“tot maximaal zes maanden na de Closing Datum op basis van twee dagen per week zich volledig in te zetten om te komen tot een ordentelijke overdracht van alle lopende zaken en kwesties aan het bestuur van [The View Group] en al dat daarvoor nodig is ordentelijk voor de Onderneming te laten verlopen (het
Commitment). (…)”
5.8.
In de Serviceovereenkomst hebben The View Group en Real Orange een nadere invulling gegeven aan het Commitment. In overweging (D) van de Serviceovereenkomst is het doel van de Serviceovereenkomst als volgt omschreven:
“Ten einde gedurende een beperkte transitieperiode te voorzien in specifieke kennisoverdracht aangaande de Onderneming (…), zijn Partijen overeengekomen dat [Real Orange] ten behoeve van [The View Group] de taken en diensten zal verrichten zoals nader omschreven in deze overeenkomt (…).”
5.9.
In art. 2.1 van de Serviceovereenkomst zijn The View Group en Real Orange overeengekomen dat Real Orange de volle verantwoordelijkheid aanvaardt voor het op juiste wijze uitvoeren van de volgende taak:
“(…) voorzien in de ordentelijke overdracht van alle lopende zaken en kwesties aan het bestuur van [The View Group] en al dat daarvoor nodig is ordentelijk voor de Onderneming te laten verlopen.”
5.10.
Verder bepaalt art. 2.4 van de Serviceovereenkomst dat Real Orange voor het uitvoeren van de werkzaamheden zal zorgen voor een beschikbaarheid van mevrouw [naam 2] van 16 uren per week.
5.11.
Een redelijke uitleg van deze bepalingen brengt naar het oordeel van de rechtbank mee dat partijen zijn overeengekomen dat mevrouw [naam 2] was gehouden om de Holding en The View Group in staat te stellen om de onderneming Houseview te drijven na de transactie, door ‘
te voorzien in een ordentelijke overdracht van alle lopende zaken en kwesties’. Anders dan The View Group stelt, kan daaruit niet worden afgeleid dat mevrouw [naam 2] zelf de onderneming draaiende moest houden voor een bepaalde periode na de transactie. Ook volgt de rechtbank niet de stelling van The View Group dat sprake zou zijn van een resultaatsverbintenis. Voor een ordentelijke overdracht van alle lopende zaken en kwesties is immers ook de inzet van de nieuwe eigenaar vereist. De op Real Orange rustende verplichting moet dan ook in zoverre worden gekarakteriseerd als een inspanningsverbintenis tot het voorzien in een ordentelijke overdracht binnen de overeengekomen 16 uur per week.
5.12.
The View Group moet stellen, en indien nodig, bewijzen dat Real Orange is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende inspanningsverbintenis. The View Group heeft in dat verband aangevoerd dat – kort gezegd – Real Orange diverse accounts en credit cards heeft opgezegd, het facturatieproces vroegtijdig heeft gestaakt, de beschikbaarheid van personeel onvoldoende heeft geregeld en niet heeft gereageerd op vragen. Real Orange heeft deze punten gemotiveerd betwist, waarna The View Group ze niet nader heeft toegelicht. The View Group heeft bovendien onvoldoende toegelicht waarom deze verwijten maken dat Real Orange zich niet heeft ingespannen voor een ordentelijke overdracht van lopende zaken en kwesties. Zo is tussen partijen niet in geschil dat mevrouw [naam 2] de eerste twee weken na de transactie 40 uur per week voor The View Group heeft gewerkt. Verder is niet gebleken dat The View Group in die periode tegen Real Orange heeft geklaagd over het functioneren van mevrouw [naam 2] , terwijl mevrouw [naam 2] in een e-mail van 17 juli 2022 (10 dagen na de transactie) aan NPM Beheer (productie 42 Real Orange) wel haar eigen zorgen heeft geuit over het proces na de transactie. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet is komen vast te staan dat Real Orange is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder art. 14.1 van de Koopovereenkomsten en onder de Serviceovereenkomst in de periode vlak na de transactie.
5.13.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat ook het vereiste causaal verband tussen de verweten tekortkoming en de schade niet is komen vast te staan. Tussen partijen is niet in geschil dat de omzet van The View Group na de transactie snel is gedaald, maar niet is gebleken dat dat te wijten is aan enig tekortschieten door Real Orange. Tijdens de mondelinge behandeling heeft The View Group ook zelf verklaard dat de structurele omzet- en winstdaling niet is veroorzaakt door de gebrekkige overdracht, maar door het feit dat een groot deel van de klanten overliep naar EN Vastgoed.
5.14.
Op grond van het voorgaande zal de rechtbank de verklaringen voor recht dat Real Orange zou zijn tekortgeschoten onder de Koopovereenkomst en de Serviceovereenkomst afwijzen.
Conclusie in reconventie
5.15.
De slotsom is dat de rechtbank de vorderingen van de Holding en The View Group in reconventie zal afwijzen.
in conventie
5.16.
De rechtbank stelt voorop dat de verweren van de Holding en The View Group in conventie, voor zover daarin een beroep wordt gedaan op verrekening of opschorting vanwege eigen vorderingen op Real Orange, niet kunnen slagen om de redenen zoals hiervoor uiteengezet.
De vorderingen tot betaling van TVL en NOW worden toegewezen
5.17.
In art. 4.5 van de Koopovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat:
“Indien en zodra door [The View Group] een aanvullend bedrag wordt ontvangen aan subsidies uit hoofde van de [TVL] ten aanzien van de periode voor de Closing, die niet in de berekening van de Koopprijs is meegenomen, zal [de Holding] het aanvullend ontvangen bedrag binnen 5 werkdagen na ontvangst van het definitieve vaststellingsdocument (…) voldoen. (…)”
5.18.
In het vaststellingsbesluit van 19 augustus 2022 (productie 3 Real Orange) is de subsidie vastgesteld op € 35.705,52. De Holding heeft niet betwist dat zij dit bedrag aan Real Orange is verschuldigd. De rechtbank zal de Holding dan ook veroordelen tot betaling van dit bedrag aan Real Orange en daarover de wettelijke handelsrente (art. 6:119a BW) toewijzen vanaf – zoals gevorderd – 25 oktober 2022.
5.19.
Verder zijn partijen in art. 4.6 van de Koopovereenkomst overeengekomen dat:
“Indien en zodra definitief vaststaat dat de ontvangen NOW (…) ten aanzien van de periode voor de Closing niet terugbetaald dient te worden, zal [de Holding] dit bedrag binnen 5 werkdagen na definitieve vaststelling aan [Real Orange] voldoen. (…)”
5.20.
De Holding heeft erkend dat zij nog een bedrag aan NOW aan Real Orange is verschuldigd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Holding verklaard dat de ontvangen NOW definitief is vastgesteld op € 27.635,-. Real Orange heeft vervolgens verklaard dat de rechtbank dat bedrag kan toewijzen zonder dat het vaststellingsbesluit in het geding is gebracht. De rechtbank zal de Holding dan ook veroordelen tot betaling van € 27.635,- aan Real Orange en daarover de wettelijke handelsrente (art. 6:119a BW) toewijzen vanaf – zoals gevorderd – 25 oktober 2022.
Art. 5.3 van de Geldleningsovereenkomst staat in de weg aan directe opeisbaarheid van de Verkoperslening
5.21.
De Holding heeft als verweer tegen de vorderingen op grond van de Geldleningsovereenkomst een beroep gedaan op achterstelling van de Verkoperslening. Zij stelt dat NPM Beheer bij brief van 30 augustus 2022 aan Real Orange (productie 17 The View Group) de achterstelling van de Verkoperslening heeft ingeroepen en Real Orange heeft geïnformeerd dat de Holding niet in staat is te voldoen aan haar verplichtingen onder de Geldleningsovereenkomst, zodat zij op grond van artikel 5 van de Geldleningsovereenkomst de rentebetaling opschort.
5.22.
Real Orange betwist dat de Holding een beroep op de achterstelling toekomt. Volgens Real Orange maakt de verwijzing naar art. 3:277 BW dat de achterstelling alleen geldt voor de situatie na executie van de goederen van The View Group. Bovendien ziet de achterstelling alleen op de hoofdsom, niet op de rente. Voor de rente geldt immers dat deze alleen in de situatie van art. 3.3 van de Geldleningsovereenkomst niet maandelijks is verschuldigd. Real Orange betwist ook dat een geldig beroep op de achterstelling is gedaan. De brief van 30 augustus 2022 is verzonden door NPM Beheer, die entiteit is geen investeerder of financier in de zin van de Geldleningsovereenkomst. Bovendien heeft Real Orange deze brief niet ontvangen.
5.23.
In art. 5.1 van de Geldleningsovereenkomst zijn Real Orange en de Holding overeengekomen dat de Verkoperslening is achtergesteld als bedoeld in art. 3:277 lid 2 BW op onder andere de vorderingen die Nederlandse Participatiemaatschappij IV B.V. (hierna: NPM IV) zal verkrijgen uit hoofde van de door haar verstrekte aandeelhouderslening aan de Holding.
5.24.
Verder zijn Real Orange en de Holding in art. 5.3 van de Geldleningsovereenkomst overeengekomen dat:
“Enige instructie van de Financier of [NPM IV] aan [de Holding] in verband met de Achterstelling zal nooit een wanprestatie, verzuim of boete opleveren aan de zijde van [de Holding] of zal anderszins leiden tot Schade of kosten aan de zijde van [de Holding]. [Real Orange] doet hierbij bij voorbaat afstand van enige rechten in dat verband, voor zover die zouden ontstaan.”
5.25.
Omdat partijen het niet eens zijn over de uitleg van het achterstellingsbeding, moet de rechtbank dit beding uitleggen. Het is niet gebleken dat partijen over dit beding specifiek hebben onderhandeld. De rechtbank ziet echter ook geen aanleiding om de verwijzing naar art. 3:277 BW zo letterlijk te nemen dat de achterstelling alleen geldt in geval van executie van de goederen van The View Group. De Geldleningsovereenkomst hangt immers samen met de koop van de aandelen in een lopende onderneming. Uit de verklaring van Real Orange op de mondelinge behandeling blijkt dat het haar wens was dat de onderneming na verkoop zou worden voortgezet. Daarmee strookt niet dat de geldlening die werd verstrekt om de verkoop mogelijk te maken pas zou kunnen worden achtergesteld als de onderneming in een situatie zou komen waarin haar goederen moesten worden geëxecuteerd. De rechtbank vat art. 5.3 van de Geldleningsovereenkomst dan ook op als een oneigenlijke achterstelling, waarbij partijen op een andere manier dan omschreven in art. 3:277 lid 2 BW de positie van Real Orange ten opzichte van NPM IV (verder) hebben verzwakt.
5.26.
De achterstelling geldt ook voor de rentetermijnen. Art. 3.3 van de Geldleningsovereenkomst staat daaraan niet in de weg, omdat die bepaling enkel ziet op de situatie dat de financierende bank een instructie heeft gegeven dat het de Holding niet langer is toegestaan om de rente te betalen. Dan wordt de rente toegevoegd aan de hoofdsom van de lening. Die bepaling staat echter los van de bepalingen in art. 5 van de Geldleningsovereenkomst over de achterstelling. In art. 5.3 van de Geldleningsovereenkomst ziet immers op ‘enige instructie’, dat omvat dus ook instructies over de rentebetalingen.
5.27.
De rechtbank gaat voorbij aan de stelling van Real Orange dat de brief van 30 augustus 2022 haar niet heeft bereikt. Uit art. 5.3 van de Geldleningsovereenkomst volgt niet dat een beroep daarop slechts kan slagen wanneer daarvan mededeling is gedaan aan Real Orange.
5.28.
Dan resteert de vraag of het beroep op de achterstelling door de juiste partij is gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Holding verklaard dat NPM Beheer de bestuurder is van NPM IV en dat de instructie van NPM IV aan de Holding intern is gegeven en niet als zodanig schriftelijk is vastgelegd. Omdat NPM Beheer, NPM IV en de Holding onderdeel uitmaken van hetzelfde concern en in de Geldleningsovereenkomst geen nadere eisen zijn gesteld over de vorm van de instructie, gaat de rechtbank ervan uit dat de instructie over het opschorten van de rentebetaling heeft plaatsgevonden. Real Orange heeft bovendien de aanleiding voor de instructie niet betwist, namelijk dat de financiële situatie van de Holding na de transactie is verslechterd.
5.29.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de Holding art. 5.3 van de Geldleningsovereenkomst rechtsgeldig heeft ingeroepen. Het gevolg is dat de Holding niet is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder de Geldleningsovereenkomst. De hoofdsom is dus niet direct opeisbaar. De rechtbank zal de vordering van Real Orange tot betaling van € 95.000,- en de vordering tot betaling van de rentetermijnen over de periode van september tot en met november 2022 van in totaal (3 x € 356,25 =) € 1.068,75 daarom afwijzen.
The View Group is een vergoeding verschuldigd onder de Serviceovereenkomst voor de maanden juli en augustus 2022
5.30.
The View Group betwist dat Real Orange de Serviceovereenkomst is nagekomen. In de maanden juli en augustus heeft mevrouw [naam 2] onvoldoende meegewerkt aan de overdracht. In de maanden daarna heeft zij helemaal niets meer gedaan. Volgens The View Group is daarom geen vergoeding verschuldigd. Real Orange brengt daartegenin dat voor een vergoeding onder de Serviceovereenkomst alleen vereist is dat mevrouw [naam 2] beschikbaar was voor de werkzaamheden, niet dat zij die daadwerkelijk heeft uitgevoerd. Mevrouw [naam 2] is ook na augustus 2022 steeds beschikbaar geweest.
5.31.
Partijen zijn het dus niet eens over de vraag of mevrouw [naam 2] onder de Serviceovereenkomst verplicht was om 16 uur per week daadwerkelijk werkzaam te zijn voor de onderneming of dat voldoende was als zij gedurende die tijd beschikbaar was voor vragen van The View Group. De verbintenis van Real Orange is hiervoor in 5.11 al aangemerkt als een inspanningsverbintenis tot het voorzien in een ordentelijke overdracht binnen de overeengekomen 16 uur per week. Mevrouw [naam 2] moest dus meer doen dan alleen zich (passief) beschikbaar houden.
5.32.
Vervolgens rijst de vraag of Real Orange deze verbintenis is nagekomen. Tussen partijen is niet in geschil dat mevrouw [naam 2] de eerste twee weken na de transactie fulltime heeft gewerkt in plaats van de overeengekomen 16 uur per week. In 5.12 heeft de rechtbank al geoordeeld dat niet is gebleken dat Real Orange, dan wel mevrouw [naam 2] , zich in die periode onvoldoende heeft ingespannen voor de ordentelijke overdracht. Na haar vakantie in augustus 2022 heeft mevrouw [naam 2] echter geen werkzaamheden meer verricht ten behoeve van de overdracht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft mevrouw [naam 2] verklaard dat zij vanaf dat moment ook bijna geen contact meer heeft gehad met Woning Media / The View Group. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Real Orange onvoldoende toegelicht dát en hoe zij, in de persoon van mevrouw [naam 2] , ook na augustus 2022 heeft voldaan aan haar inspanningsverbintenis. De beschikbaarheid van mevrouw [naam 2] was immers niet gereduceerd tot die van een oproepkracht. Ook van Real Orange mocht na de transactie een zekere mate van initiatief worden verwacht. Daarvan heeft zij geen blijk gegeven. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat de vergoeding onder de Serviceovereenkomst slechts is verschuldigd voor de periode van juli tot en met augustus 2022.
5.33.
Real Orange heeft voor deze periode een factuur gestuurd voor een bedrag van € 4.888,30. Ook heeft Real Orange een factuur gestuurd voor (de kosten van) verschillende abonnementen gedurende deze periode voor een bedrag van € 622,14 (productie 7 Real Orange). The View Group heeft de juistheid van deze facturen als zodanig niet betwist. De rechtbank zal The View Group dan ook veroordelen tot betaling aan Real Orange van in totaal € 5.510,44 en daarover de wettelijke handelsrente (art. 6:119a BW) toewijzen vanaf – zoals gevorderd – 25 oktober 2022. De vordering tot nakoming van de Serviceovereenkomst tot en met januari 2023 zal worden afgewezen.
De vordering onder de Huurovereenkomst wordt toegewezen
5.34.
In art. 4.8 van de Huurovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat de betalingsverplichting van The View Group bestaat uit huur- en servicekosten van in totaal € 1.925,84 per maand. Op 12 augustus 2022 heeft Real Orange een factuur gestuurd voor de periode van 7 juli tot en met 7 augustus 2022 (productie 9 Real Orange). The View Group heeft niet betwist dat zij dit bedrag aan Real Orange is verschuldigd. De rechtbank zal The View Group dan ook veroordelen tot betaling aan Real Orange van € 1.925,84 en daarover de wettelijke handelsrente (art. 6:119a BW) toewijzen vanaf – zoals gevorderd – 25 oktober 2022.
Conclusie in conventie
5.35.
De vorderingen met betrekking tot de TVL, de NOW en de huur worden toegewezen. De vordering die ziet op de facturen onder de Serviceovereenkomst wordt gedeeltelijk toegewezen. De vordering die ziet op de Geldleningsovereenkomst wordt afgewezen.
in conventie en in reconventie voorts
Proceskosten in conventie
5.36.
Omdat partijen in conventie over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, compenseert de rechtbank de kosten tussen partijen. Dat betekent dat iedere partij in conventie de eigen kosten draagt.
Proceskosten in reconventie
5.37.
The View Group en de Holding worden in reconventie in het ongelijk gesteld. Zij worden daarom hoofdelijk in de proceskosten in reconventie veroordeeld. Vanwege de samenhang tussen de vordering in reconventie en het verweer in conventie past de rechtbank een factor 0,5 toe. De kosten aan de zijde van Real Orange worden begroot op: € 2.645,00 (2,0 punten × factor 0,5 × tarief € 2.645,00) aan salaris advocaat.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt de Holding om aan Real Orange te betalen een bedrag van € 35.705,52, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 25 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt de Holding om aan Real Orange te betalen een bedrag van € 27.635,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 25 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.3.
veroordeelt The View Group om aan Real Orange te betalen een bedrag van € 5.510,44, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 25 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.4.
veroordeelt The View Group om aan Real Orange te betalen een bedrag van € 1.925,84, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag met ingang van 25 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling,
6.5.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat ieder de eigen kosten draagt,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.7.
wijst de vorderingen af,
6.8.
veroordeelt de Holding en The View Group hoofdelijk in de proceskosten in reconventie, aan de zijde van Real Orange tot dit vonnis begroot op € 2.645,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.9.
veroordeelt de Holding en The View Group hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat de Holding en The View Group niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
6.10.
verklaart dit vonnis wat betreft de veroordelingen onder 6.1 tot en met 6.4, 6.8 en 6.9 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schaberg rechter, bijgestaan door mr. M.M.J. Vink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2023.