Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.Het tussenvonnis van 14 juli 2023
3.De aanvullende feiten
Handmatige beoordeling”
Verwerk ontvangen stukken”
Handmatige beoordeling met stukken”
Uitbetalen”
Samenstellen welkomstpakket”
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Defam B.V. en een gedaagde partij. De zaak betreft de vernietiging van een kredietovereenkomst die Defam met de gedaagde had gesloten. De kantonrechter oordeelde dat Defam haar precontractuele informatieplicht niet is nagekomen, waardoor de eerste kredietovereenkomst ongeldig is verklaard. De gedaagde had reeds vier betalingen verricht, die bestonden uit zowel aflossing als rente en kosten. De kantonrechter oordeelde dat de rente en kosten niet in rekening konden worden gebracht, wat leidde tot een vermindering van de vordering van Defam. De gedaagde had met de tweede kredietovereenkomst de eerste kredietovereenkomst ingelost, maar de kantonrechter moest nog vaststellen welk deel van het bedrag dat was ingelost, betrekking had op rente en kosten. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.136,76 aan Defam, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg.