ECLI:NL:RBAMS:2023:7702

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 december 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
13/008791-23 (onderzoek Rhizo)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van niet strafbaarheid en terbeschikkingstelling van een zoon na mishandeling van zijn vader met dodelijke afloop

Op 1 december 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een zoon die zijn vader heeft mishandeld, wat leidde tot de dood van de vader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zoon op 8 januari 2023 in Amstelveen zijn vader opzettelijk heeft mishandeld, maar dat er onvoldoende bewijs was voor opzet op de dood. De rechtbank heeft de zoon ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hij lijdt aan een bipolaire-I-stoornis en een stoornis in alcoholgebruik, waardoor hij niet strafbaar is. De rechtbank heeft de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging opgelegd, gezien de ernst van het feit en het risico op recidive. De rechtbank heeft de conclusies van de deskundigen overgenomen, die aangaven dat de zoon tijdens het delict niet in staat was om zijn gedragingen te sturen door zijn psychische aandoeningen. De rechtbank heeft ook de impact van het delict op de nabestaanden benadrukt, die blijvend leed ondervinden van het verlies van hun dierbare. De uitspraak is gedaan in het kader van het onderzoek Rhizo, met parketnummer 13/008791-23.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/008791-23
(onderzoek Rhizo)
Datum uitspraak: 1 december 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
ingeschreven op het adres [adres] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de [naam PI] , te [plaats PI] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C.R. Zetsma, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. C.B. Stenger, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 8 januari 2023 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door voornoemde [slachtoffer] (met kracht)
- ( naar de grond) te duwen en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te stompen en/of slaan en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te trappen en/of schoppen en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, met een voorwerp, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te slaan en/of
- ( in elk geval) op het hoofd, althans het (boven)lichaam een of meer geweld/geweldshandeling(en) toe te passen/uit te oefenen, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
subsidiair:
hij op of omstreeks 8 januari 2023 te Amstelveen, in elk geval in Nederland aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten ernstig hoofdletsel, heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer] (met kracht)
- ( naar de grond) te duwen en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te stompen en/of slaan en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te trappen en/of schoppen en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, met een voorwerp, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te slaan en/of
- ( in elk geval) op het hoofd, althans het (boven)lichaam een of meer geweld/geweldshandeling(en) toe te passen/uit te oefenen terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 8 januari 2023 te Amstelveen, in elk geval in Nederland [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] (met kracht)
- ( naar de grond) te duwen en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te stompen en/of slaan en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te trappen en/of schoppen en/of
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, met een voorwerp, tegen het hoofd, in elk geval zijn (boven) lichaam te slaan en/of
- ( in elk geval) op het hoofd, althans het (boven)lichaam een of meer geweld/geweldshandeling(en) toe te passen/uit te oefenen, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig het door hem op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat doodslag, zoals primair ten laste is gelegd, niet kan worden bewezen vanwege - kort gezegd - het ontbreken van opzet op de dood. Bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair ten laste gelegde, zware mishandeling de dood ten gevolge hebbende.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aan de hand van haar pleitnotities algehele vrijspraak bepleit. Allereerst heeft de raadsvrouw aangevoerd dat met de verklaring van verdachte ter plaatse terughoudend moet worden omgegaan omdat verdachte direct de cautie had moeten krijgen van de verbalisanten en dat is niet gebeurd. Voorts blijkt uit het dossier niet van enig opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, van verdachte op de dood van het slachtoffer dan wel opzet op het toebrengen van (zwaar) letsel. Niet kan worden vastgesteld dat het dodelijk letsel door verdachte is toegebracht. Het is niet onwaarschijnlijk dat het letsel is ontstaan door een val zonder dat hieraan een vorm van geweld is voorafgegaan. Nu niet kan worden vastgesteld dat het overlijden van het slachtoffer een direct gevolg is geweest van het handelen van verdachte, wegens ontbreken van het causale verband, dient vrijspraak te volgen. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de letsels zoals beschreven in de letselverklaring niet kunnen worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen uit van de volgende feiten en omstandigheden. [1]
Op 8 januari 2023 omstreeks 13:43 uur ontving de politie, naar aanleiding van een 112 melding [2] , een bericht dat in de woning aan de [adres] een persoon onwel zou zijn geworden en dat er mogelijk gevochten zou zijn. [3] In de woning troffen de verbalisanten [verdachte] (verdachte) en zijn vader [slachtoffer] (slachtoffer) aan. [slachtoffer] lag op bed, maakte een snurkend geluid en zijn linkeroog was blauw van kleur. Verdachte verklaarde aan de verbalisanten op de vraag wat er precies was gebeurd onder meer:
“Ik heb de hele nacht met mijn vader gevochten. We hebben de hele nacht ruzie gehad”. [4] De verbalisanten zagen dat verdachte ernstig emotioneel en in de war was. [5] Verdachte is hierop aangehouden ter zake poging doodslag/moord c.q. zware mishandeling. [6]
Het slachtoffer is naar het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam overgebracht, alwaar hij direct is geopereerd in verband met een bloeding in het hoofd. [7] Op 10 januari 2023 is het slachtoffer door een forensisch arts onderzocht. Uit de letselrapportage komt naar voren dat, naast de bloeding in het hoofd, op meerdere plekken op het lichaam van het slachtoffer letsels zijn vastgesteld, bestaande uit schaafletsels, bloeduitstortingen en huidbeschadigingen. [8]
Op 26 januari 2023 is het slachtoffer, na staking van de medische behandeling, komen te overlijden. [9]
Na het overlijden van het slachtoffer heeft op 28 januari 2023 een forensisch pathologisch onderzoek plaatsgevonden. [10] In het rapport van 4 oktober 2023 werd geconcludeerd dat het overlijden kan worden verklaard door verwikkelingen van een stomp botsende krachtsinwerking rechtsachter aan het hoofd. Verder werd geconcludeerd dat het totaalbeeld aan letsels zoals gedocumenteerd in de letselbeschrijving passend is bij meerdere krachtsinwerkingen op meerdere plaatsen aan het lichaam, en derhalve niet passend is bij een enkele, simpele val. Het beeld kan passen bij onder meer meermaals geslagen worden, getrapt worden, meermaals vallen of een combinatie hiervan. Het gebruik van antistolling zal effect gehad hebben op onder meer de uitgebreidheid van de aangetroffen letsels. [11]
Bij verdachte is na zijn aanhouding op 8 januari 2023 om 15:06 uur een ademanalyse uitgevoerd met een uitslag van 300 ug/1. [12]
Op 9 januari 2023 heeft forensisch onderzoek plaatsgevonden in de woning aan de [adres] 23. [13] Daaruit is naar voren gekomen dat zowel in de badkamer en de computerkamer, onder andere op een beschadigde speakerbox, diverse bloedsporen zijn aangetroffen. [14] Uit DNA-onderzoek is naar voren gekomen dat het aangetroffen bloed afkomstig kan zijn van het slachtoffer. De resultaten van dit DNA-onderzoek zijn meer dan een miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonsteringen van het bloed DNA bevat van het slachtoffer dan van willekeurige niet-verwante persoon. [15]
Getuige [naam getuige] heeft verklaard dat verdachte op 8 januari 2023 op 09:30 uur bij hem langskwam.
“ [verdachte] zou zondag ochtend bij mij op de koffie komen. Toen [verdachte] binnen kwam was hij al erg druk. Hij ratelde maar wat en liep gelijk naar de koelkast om bier te pakken. Ik merkte aan hem dat hij al enigszins dronken was. Hij zei ook: “Ik moet bier hebben, ik moet bier hebben” Dit is geen normaal gedrag voor hem.” [16]
Uit onderzoek aan de telefoon van verdachte is naar voren gekomen dat verdachte op 8 januari 2023 tussen 02:47 uur en 14:21 uur veelvuldig gebruik heeft gemaakt van zijn telefoon. [17] Zo had hij onder andere telefonisch contact met [naam 1] . Bij navraag heeft [naam 1] verklaard dat verdachte hem vertelde dat hij ruzie had met zijn vader en dat hij hem had geslagen. [18]
Op enig moment is besloten om over de periode 11 januari 2023 tot en met 6 februari 2023 geluidsopnamen van telefoongesprekken van verdachte vanuit de penitentiaire inrichting op te vragen. Uit een tapgesprek tussen verdachte en ‘
[naam 2]’ op 16 januari 2023 volgt dat verdachte heeft gezegd dat hij zijn vader heeft geslagen omdat hij op zoek was naar antwoorden. Hij zag toen dat zijn vader een blauw oog had en heeft excuses gemaakt. [19]
Verklaring verdachte ter plaatse
De rechtbank overweegt ten van het niet geven van de cautie als volgt.
Nadat de verbalisanten afkomende op de melding van een onwel geworden persoon, ter plaatse kwamen vroegen zij aan verdachte wat er precies was gebeurd. De rechtbank begrijpt de vraag van de verbalisanten zo dat zij daarmee als doel hadden een inschatting van de situatie te maken. Verdachte was op dat moment nog geen object van onderzoek en er was daarom geen sprake van een verhoor in de zin van artikel 29 Wetboek van Strafvordering. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw.
Vrijspraak van het primair en subsidiaire ten laste gelegde
De rechtbank is – met de officier van justitie en de raadsvrouw – van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om vast te stellen dat verdachte opzettelijk, al dan niet in voorwaardelijke zin, zijn vader van het leven heeft beroofd. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de ten laste gelegde doodslag. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank evenmin bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan zware mishandeling met de dood ten gevolg. De rechtbank is van oordeel dat de letsels zoals beschreven in de letselverklaring niet te kwalificeren zijn als zwaar lichamelijk letsel als bedoeld in artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht en zal verdachte ook van het subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het meer subsidiaire ten laste gelegde
De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling als gevolg waarvan zijn vader is komen te overlijden. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
De rechtbank stelt vast dat het slachtoffer een onnatuurlijke dood is gestorven. Op basis van de verklaring van verdachte dat
hij de hele nacht met zijn vader zou hebben gevochten, het telefoongesprek met [naam 1] waarin verdachte heeft gezegd
dat hij ruzie had met zijn vader en hem heeft geslagenen het telefoongesprek met [naam 2] waarin verdachte ook zegt dat hij zijn
vader heeft geslagenacht de rechtbank bewezen dat verdachte zijn vader heeft mishandeld en dat de letsels daar een stille getuige van zijn. De forensisch patholoog heeft geconcludeerd dat het overlijden van het slachtoffer verklaard kan worden door verwikkelingen van een stomp botsende krachtsinwerking en dat letsels zoals gedocumenteerd in de letselbeschrijving passend zijn bij meerdere krachtsinwerkingen op meerdere plaatsen aan het lichaam, en dat dit niet passend is bij een enkele, simpele val. Gelet op de verklaringen van verdachte tegen derden en de conclusie van de forensisch patholoog acht de rechtbank het scenario van de verdediging van een val zonder dat hieraan geweld vooraf is gegaan onaannemelijk.
De rechtbank is gelet op het voorgaande, en in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat er een causaal verband bestaat tussen de mishandeling en de dood van het slachtoffer. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zijn vader heeft mishandeld door hem tegen zijn hoofd te slaan en geweldshandelingen uit te oefenen tegen zijn lichaam als gevolg waarvan zijn vader is gevallen en is komen te overlijden.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.3. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
meer subsidiair:
op 8 januari 2023 te Amstelveen, [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] (met kracht)
- meerdere malen tegen het hoofd te slaan en
- op het lichaam geweldshandelingen uit te oefenen, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

De deskundigen F. Verstraeten, psychiater en W. Groen, GZ-psycholoog, hebben verdachte onderzocht. Naar aanleiding daarvan hebben beide deskundigen een rapport uitgebracht.
Samenvattend komen de deskundigen tot de conclusie dat verdachte lijdt aan een bipolaire-I-stoornis en een stoornis in alcoholgebruik. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde en hebben verdachte volledig beïnvloed in zijn gedragskeuzes en gedragingen. Volgens de psychiater was er bij verdachte ten tijde van het tenlastegelegde sprake van een manische ontregeling in het kader van een bipolaire-I-stoornis, meest waarschijnlijk met psychotische kenmerken. Tevens was er sprake van een alcoholintoxicatie vanuit de stoornis in het gebruik van alcohol. Tijdens een manisch(-psychotische) episode is verdachte gedesorganiseerd en is zijn denken, gevoelsleven en handelen moeilijk door hemzelf te sturen. Overmatige inname van alcohol, waartoe hij sterk neigt tijdens een manische periode, verergert het manisch-psychotisch toestandsbeeld bij verdachte. Volgens de psycholoog is het waarschijnlijk dat er bij verdachte onder invloed van de manische episode in combinatie met het alcoholgebruik, een agressieve impulsdoorbraak heeft plaatsgevonden richting vader waarbij de gedragingen en gedragskeuzes van verdachte volledig werden gestuurd door de desorganisatie, verhoogde expansieve en dysfore stemming en de verstoorde impulscontrole. Door het alcoholgebruik was de reeds gebrekkige impulscontrole verder verlaagd. Zowel door de psychiater als door de psycholoog is geadviseerd het tenlastegelegde, bij een bewezenverklaring, niet aan verdachte toe te rekenen.
Zowel de officier van justitie als de raadsvrouw vinden dat verdachte, in overeenstemming met de over hem uitgebrachte rapporten, moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat hij volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden geacht.
De rechtbank is van oordeel dat de conclusies van de deskundigen op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en neemt deze over. De rechtbank is op grond van de rapporten van oordeel dat verdachte het bewezen verklaarde feit heeft gepleegd als gevolg van zijn stoornissen zodat het feit hem niet kan worden toegerekend. Verdachte is daarom niet strafbaar en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

7.Terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs-maatregel) met dwangverpleging wordt opgelegd.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, voor het geval dat de rechtbank tot een veroordeling komt, verzocht om geen tbs met dwangverpleging op te leggen. Er is geen sprake van acuut gevaar en er is bij verdachte geen persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. De raadsvrouw verzoekt, onder verwijzing naar het maatregelrapport van de reclassering, om een tbs met voorwaarden op te leggen. De tbs met voorwaarden geeft zekerheid omtrent behandeling en nazorg en biedt voldoende kader ter voorkoming van recidive.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen maatregel is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Door toedoen van verdachte is zijn vader, [slachtoffer] , op 71-jarige leeftijd om het leven gekomen. Weliswaar had verdachte geen opzet op de dood van zijn vader, toch heeft hij met zijn handelen zijn vaders het meest basale recht, het recht op leven, ontnomen. Verdachte heeft niet alleen leed toegebracht aan zijn vader, maar ook aan de nabestaanden. Zijn broers, zoon, overige familieleden, vrienden en niet te vergeten verdachte zelf zijn door het geweld van verdachte een dierbare verloren. De gevolgen van het handelen van verdachte zijn onomkeerbaar en grijpen diep in in het leven van de nabestaanden. De wijze waarop [slachtoffer] om het leven is gekomen en de vele vragen die ook na de uitspraak in deze zaak onbeantwoord blijven, hebben blijkens de slachtofferverklaringen veel impact op de nabestaanden. Deze impact zal de rest van hun leven sporen van pijn en verdriet achterlaten die zij met zichzullen moeten dragen. Hun leven is en zal niet meer hetzelfde zijn door het verlies van hun broer en vader.
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van verdachte van 19 oktober 2023, waaruit volgt dat verdachte in de afgelopen vijf jaar niet is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
Persoon van verdachte
Zoals hiervoor onder 6 overwogen blijkt uit de rapporten van de deskundigen dat verdachte lijdt aan een bipolaire-I-stoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol.
Volgens psychiater F. Verstraeten is er sprake van een ernstig psychiatrisch toestandsbeeld bij verdachte met ernstige alcoholproblematiek die hiermee verweven is, wat een behandeling complex en langdurig maakt. Hoewel er de afgelopen jaren geen gedwongen opnames meer hebben plaatsgevonden, was er toch nog steeds sprake van manische(-psychotische) decompensaties met daardoor onder andere uitval op werk. De psychiater acht het van belang dat verdachte (klinisch) verder stabiliseert en ingesteld wordt op medicatie en ook onderhoudsmedicatie gaat gebruiken, bij voorkeur in depot vorm. Tevens is het nodig dat verdachte blijvend geen alcohol meer gebruikt. Risicotaxatie wijst op een hoge kans op gewelddadige recidive indien verdachte manisch(-psychotisch) decompenseert en daarbij/daardoor alcohol gebruikt. In het ontstaan van een manie lijken met name gebrek aan werk/dagbesteding, stress, alcoholgebruik en mogelijk een gevoel van falen een rol te spelen.
Gezien de ernst van het tenlastegelegde, de ernst van de psychiatrische stoornis en de verwevenheid met de middelenproblematiek, het hoge recidiverisico en de noodzaak tot een langdurige behandeling adviseert de psychiater om een tbs-maatregel met dwangverpleging op te leggen. Een tbs met voorwaarden wordt door de psychiater te risicovol geacht, Er is te weinig zicht op de aanloop tot het risicovolle gedrag en verdachte toont maar beperkt ziekte-inzicht. Ook is er geen zicht verkregen op zijn partnerrelatie en is de motivatie van verdachte voor behandeling onvoldoende bestendig. Verdachte voelt zich in een manie heel goed en hij heeft dan het gevoel alles onder controle te hebben, waardoor hij vrijwel niet open staat voor sturing vanuit de hulpverlening. Hij is dan niet in staat zich aan voorwaarden te houden en gaat juist alcohol drinken om zich nog beter te voelen, met alle mogelijke gevolgen van dien, aldus de psychiater.
Ter zitting heeft de psychiater aangevuld dat bij verdachte steeds manische periodes ontstaan. Dat blijft zich herhalen. Dan gebruikt hij alcohol en ontstaan zonder aanleiding of met een kleine aanleiding agressieve impulsdoorbraken vooral naar mensen in zijn directe omgeving.
De psycholoog, W. Groen schat het risico op recidive ook hoog in wanneer verdachte manisch (psychotisch) decompenseert en hij daarnaast alcohol gebruikt. Een langdurige intensieve klinische behandeling voor de bipolaire-I-stoornis met daarbij een medicamenteuze behandeling wordt noodzakelijk geacht. De manische episodes zijn sterk verweven met de alcoholproblematiek, wat de behandeling volgens de psycholoog complex en langdurig maakt. Binnen de behandeling is het van belang dat het ziekte-inzicht van verdachte wordt vergroot, en dat hij zicht krijgt op de factoren die een manische episode kunnen luxeren. Hij moet de vroegsignalen van een manische episode leren herkennen en de noodzaak van behandeling (zeker gedurende een manische episode) leren accepteren. Tevens dient het alcoholgebruik van verdachte een belangrijk punt van aandacht te zijn in de behandeling. Een tbs met voorwaarden wordt ook door de psycholoog te risicovol geacht. Zij betwijfelt of verdachte in staat zal zijn om zich te blijven conformeren aan de op te leggen voorwaarden en ziet ook een aantal risicofactoren, die beter in beeld gebracht moeten worden. De psycholoog komt tot het advies om een tbs-maatregel met dwang op te leggen gezien de ernst van het tenlastegelegde, de ernst van de bipolaire-I-stoornis en de verwevenheid met de alcoholproblematiek, het hoge recidiverisico indien er sprake is van manische decompensatie in combinatie met alcoholgebruik en de noodzaak tot een langdurige behandeling.
Naast deze rapportages heeft de rechtbank ook gekeken naar het maatregelrapport van de reclassering van 18 juli 2023 opgesteld door reclasseringswerker R. Liekens-Willems. De reclassering ziet mogelijkheden in de uitvoering van een tbs-maatregel met voorwaarden. De belangrijkste redenen daarvoor zijn dat verdachte een beperkt strafblad heeft en er niet eerder sprake is geweest van een langdurige intensieve klinische behandeling in een gestructureerde setting. De manische ontremmingen van verdachte worden door de reclassering toegeschreven aan ontregeling slaapritme, medicatie-ontrouw en het gebruik van alcohol.
De psychiater F. Verstraeten en reclasseringswerker R. Liekens-Willems hebben ter terechtzitting hun bevindingen toegelicht.
Conclusie
De rechtbank stelt vast dat de deskundigen het er allen over eens zijn dat het noodzakelijk is dat verdachte een langdurige klinische behandeling ondergaat. Over het kader waarin dit moet plaatsvinden, verschillen de psycholoog en de psychiater met de reclassering van inzicht. De psycholoog en psychiater vinden dat behandeling moet plaatsvinden binnen een tbs-maatregel met dwangverpleging en de reclassering denkt dat een tbs-maatregel met voorwaarden volstaat.
De vraag waarvoor de rechtbank zich gesteld ziet, is welke vorm van tbs aangewezen is, tbs met dwangverpleging of tbs met voorwaarden
De rechtbank is met de psycholoog en psychiater van oordeel dat een tbs-maatregel met voorwaarden te risicovol is. De afgelopen jaren is verdachte meerdere malen wegens mishandeling met justitie in aanraking gekomen. Een behandeling bij De Waag wegens agressieproblemen werd door verdachte in 2021 afgebroken. Hoewel ook de alcoholproblematiek werd geadresseerd, bleef verdachte drinken en was hij niet medicatietrouw. Ten tijde van het tenlastegelegde was er sprake van een huisverbod op het adres van zijn vriendin vanwege een mishandeling door haar op haar hoofd te slaan. Hoewel verdachte toen ook onder behandeling was van een psychiater en een FACT-team, en medicatie kreeg voorgeschreven, hebben noch een crisisopname noch een ambulante behandeling het bewezenverklaarde kunnen afwenden.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte door zijn ernstige psychiatrische ziektebeeld niet in staat is om zich aan de op te leggen voorwaarden te houden. Dit temeer nu een onderdeel van zijn stoornis juist is dat hij tijdens een manische episode niet openstaat voor hulpverlening en dan sterk geneigd is alcohol te gaan drinken, terwijl daardoor agressiedoorbraken kunnen ontstaan. Een tbs-maatregel met voorwaarden biedt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende kader om het recidiverisico te beperken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het noodzakelijk om aan verdachte een tbs-maatregel met dwangverpleging op te leggen. De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de eisen die de wet stelt aan het opleggen van de tbs-maatregel. Bij verdachte bestond tijdens het begaan van het bewezen geachte feit een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, in de vorm van een bipolaire-I-stoornis en een stoornis in alcoholgebruik. Het bewezen geachte feit is een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Ook is er sprake van een recente multidisciplinaire gedragsrapportage van twee gedragsdeskundigen met verschillende disciplines. Tot slot stelt de rechtbank vast dat de stoornis zonder behandeling een zodanig groot gevaar voor de algemene veiligheid van personen vormt dat dit oplegging van de tbs-maatregel vereist.
Met het oog op het bepaalde in artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht, stelt de rechtbank vast dat het bewezen geachte feit een misdrijf betreft dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zodat de totale duur van de terbeschikkingstelling niet is beperkt tot de duur van vier jaren.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 37a, 37b, 38e en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
-
mishandeling, terwijl het feit de dood ten gevolge heeft
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor niet strafbaar en
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.
Gelast dat verdachte
ter beschikkingwordt gesteld en beveelt dat hij
van overheidswege wordt verpleegd.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en D. Bode, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M.H. Stikkers, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 december 2023.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, tijdslijn onderzoek Rhizo, pagina 137.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 001.
4.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 002.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 003.
6.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 009.
7.Een geschrift, zijnde een Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Amsterdam van 10 januari 2023, pagina 085.
8.Een geschrift, zijnde een Letselrapportage Forensische Geneeskunde GGD Amsterdam van 10 januari 2023, pagina 085-125.
9.Proces-verbaal van onnatuurlijke dood, pagina 177.
10.NFI rapport van 4 oktober 2023, zijnde een forensisch pathologisch onderzoek (aanvraag 001), ongenummerd.
11.NFI rapport van 4 oktober 2023, zijnde een forensisch pathologisch onderzoek (aanvraag 001), ongenummerd.
12.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 013.
13.Proces-verbaal forensisch onderzoek woning, pagina 144.
14.Proces-verbaal forensisch onderzoek woning, pagina 146-147.
15.NFI rapport van 17 maart 2023, zijnde een rapport DNA-onderzoek (aanvraag 002), pagina 203.
16.Proces-verbaal van bevindingen, getuigenverklaring, pagina 072.
17.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 030.
18.Proces-verbaal van bevindingen, nabellen telefoonnummers, pagina 292.
19.Proces-verbaal van bevindingen, belangrijke tapgesprekken [verdachte] , pagina 235.