ECLI:NL:RBAMS:2023:7688

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
C/13/742302 / KG ZA 23-999
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over rectificatie van publicatie door ScienceGuide betreffende dreigend faillissement van University College Roosevelt

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting University College Roosevelt (UCR) en ScienceGuide B.V. UCR vorderde een verbod op het publiceren van beweringen dat er een dreigend faillissement zou zijn. De zaak ontstond na een publicatie van ScienceGuide op 28 augustus 2023, waarin werd gesuggereerd dat UCR in financiële problemen verkeerde. UCR ontkende deze beweringen en stelde dat de publicatie schadelijk was voor haar reputatie en inschrijvingen. Tijdens de zitting op 23 november 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij UCR werd vertegenwoordigd door haar advocaten en bestuurders, en ScienceGuide door haar statutair directeur.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitlatingen van ScienceGuide onrechtmatig waren, omdat zij niet voldoende steun vonden in de feiten. De rechter benadrukte het belang van de vrijheid van meningsuiting, maar stelde ook dat deze niet onbeperkt is en dat publicaties die schadelijk zijn voor de reputatie van een instelling zorgvuldig moeten worden onderbouwd. De rechter verbood ScienceGuide om te beweren dat er een dreigend faillissement is en verplichtte hen om de gewraakte publicaties te verwijderen en rectificaties te plaatsen. Tevens werd ScienceGuide veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan UCR.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/742302 / KG ZA 23-999 EAM/EB
Vonnis in kort geding van 30 november 2023
in de zaak van
de stichting
UNIVERSITY COLLEGE ROOSEVELT,
gevestigd te Middelburg,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 17 november 2023,
advocaten mr. Chr.A. Alberdingk Thijm en mr. M.G.J. Gommer te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCIENCEGUIDE B.V.,
gevestigd te Loosdrecht,
gedaagde,
verschenen bij haar statutair directeur H.G. Schooten.
Partijen zullen hierna UCR en ScienceGuide worden genoemd.

1.De procedure

Op de zitting van 23 november 2023 heeft UCR de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding en akte houdende wijziging van eis toegelicht. ScienceGuide heeft verweer gevoerd overeenkomstig een van tevoren ingediend verweerschrift.
Beide partijen hebben stukken (producties) ingediend en UCR tevens een pleitnota.
Ter zitting waren aan de zijde van UCR aanwezig [bestuurder 1] (statutair bestuurder), prof. [bestuurder 2] (statutair bestuurder), mr. Alberdingk Thijm en mr. Gommer. Aan de kant van ScienceGuide waren aanwezig H.G. Schooten (statutair directeur) en [hoofdredacteur] (hoofdredacteur).
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
UCR, opgericht in 2002, is een Engelstalig liberal arts college in Middelburg. Zij huisvest ongeveer 600 studenten, waarvan het merendeel uit het buitenland komt. UCR is in de zin van de onderwijswetgeving een nevenvestiging van de Universiteit Utrecht (hierna: UU). UU is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en het onderzoek van UCR, maar wat de bedrijfsvoering betreft is UCR een zelfstandige rechtspersoon met een eigen College van Bestuur.
2.2.
ScienceGuide is een online platform dat al bijna 20 jaar nieuws brengt over het hoger onderwijs, de wetenschap en de kennissector in Nederland.
2.3.
Op 28 juli 2021 heeft de directeur-generaal Hoger Beroepsonderwijs, Wetenschap & Emancipatie (DG HBWE) opdracht gegeven aan de Auditdienst Rijk (hierna: ADR), onderdeel van het Minister van Financiën, om de financiële verantwoordelijkheid van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) voor UCR in kaart te brengen en inzicht te geven in risico’s en knelpunten die daaruit voortvloeien teneinde de opdrachtgever mogelijke oplossingen en maatregelen als handelingsperspectieven te bieden.
2.4.
Op 25 juli 2023 heeft ADR haar onderzoeksrapport gepubliceerd. In het rapport, dat de vorm heeft van een PowerPoint presentatie, staan onder meer de volgende passages:
“(…)
Aanleiding voor het onderzoek:
Onduidelijkheden en vragen binnen (…) OCW (…) over de financiële verantwoordelijkheid van OCW voor (…) UCR (…) in het geval het instituut ophoudt te bestaan. Het risico van de onduidelijkheid en vragen is dat het ministerie voor onverwachte (financiële) verplichtingen komt te staan waar het ministerie niet of niet voldoende rekening mee heeft gehouden. (…)
De Centrale vraag: welke financiële verantwoordelijkheid heeft het ministerie van OCW in geval UCR ophoudt te bestaan en welke risico’s en knelpunten brengt deze verantwoordelijkheid met zich mee voor OCW?
(…)
De hoofdboodschap: het alomvattende advies van de ADR is om met alle partijen, onder leiding van OCW om tafel te gaan om de actuele situatie te verkennen, onduidelijkheden te bepreken, afspraken te maken en deze eenduidig vast te leggen in één document, ondertekend door alle betrokken partijen. (…)
De afgesproken onderzoeksperiode is van 1 januari 2002 (het oprichtingsjaar van UCR) tot 1 oktober 2021. De ADR vindt het raadzaam om de huidige omstandigheden en recente ontwikkelingen, zoals het actuele voornemen vanuit de politiek om de toestroom van buitenlandse studenten te beperken, mee te nemen in de gesprekken met alle betrokken partijen zodat het gezamenlijk beeld ook past in de huidige tijd.
ADR raadt aan dat OCW nagaat in hoeverre soortgelijke situaties (dreiging van faillissement) binnen OCW bekend zijn en hoe OCW daarbij heeft gehandeld om gelijke behandeling in gelijke gevallen te waarborgen en eventuele publieke imagoschade te beperken.
(…)
Onderzoeksvraag 3: Welke risico’s en knelpunten zijn er voor OCW in geval UCR ophoudt te bestaan gezien de financiële structuur en verantwoordelijkheid van de betrokken partijen?
In de interviews is aangegeven dat het voortbestaan van UCR onzeker is door: 1. mogelijke gevolgen van Covid, 2. het relatief kleine marktaandeel van UCR en 3. mogelijke concurrentie van andere onderwijsinstellingen die het model hebben gekopieerd. (…)”
2.5.
Op 28 augustus 2023 heeft ScienceGuide op haar website het artikel “Faillissement dreigt voor University College Roosevelt” gepubliceerd. In het artikel staat onder meer het volgende:
“Het zwaard van Damocles hangt boven het University College Roosevelt. Oorzaken zijn het politieke klimaat over internationalisering, het relatief bescheiden marktaandeel en de concurrentie met andere onderwijsinstellingen die het University College-model hebben overgenomen. (…) Terwijl het University College Roosevelt (UCR) in woelig vaarwater verkeert, heeft het ministerie van OCW nog geen duidelijkheid wat precies hun financiële verantwoordelijkheid is mocht een faillissement noodzakelijk zijn. De mate waarin OCW verantwoordelijkheid draagt in het geval dat UCR daadwerkelijk bankroet gaat, blijft onzeker. (…) Nu er een faillissement dreigt, is het onduidelijk welke partijen exact de financiële verantwoordelijkheid dragen. (…) Naast dit alles dient OCW ook te onderzoeken waar vergelijkbare situatie zich binnen het onderwijs voordoen, adviseert de Auditdienst Rijk. “ADR raadt OCW aan om na te gaan of soortgelijke situaties (dreigend faillissement) binnen OCW bekend zijn en hoe OCW daarmee om is gegaan om gelijke behandeling in vergelijkbare gevallen te waarborgen en eventuele imagoschade voor de publieke sector te minimaliseren.” (…)”
2.6.
UCR heeft nog dezelfde dag een persbericht doen uitgaan waarin zij gemotiveerd weerspreekt dat haar faillissement dreigt. Daarnaast heeft zij op 7 september 2023 contact gezocht met ScienceGuide over de door UCR gewenste rectificatie van het artikel, desnoods door middel van een gerechtelijke procedure.
2.7.
Op 12 september 2023 is de volgende “ mededeling van de hoofdredacteur ” geplaatst op de website van ScienceGuide:
“De publicatie naar aanleiding van de rapportage van de Auditdienst Rijk (ADR) aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) over de financiële verantwoordelijkheid van OCW voor University College Roosevelt (UCR) is in voorbereiding van nieuwe berichtgeving over deze kwestie van de website teruggetrokken.
Dit besluit is genomen na dreiging door UCR van een gang naar de rechter wegens de conclusies ten aanzien van een dreigend faillissement van UCR die, volgens de redactie, uit het accountantsrapport van de Auditdienst Rijk eenduidig naar voren komen. Deze conclusies worden door UCR echter niet gedeeld. De belangen van UCR hebben daarnaast een zwaarwegende rol gespeeld om de publicatie voorlopig in te trekken.
Momenteel wacht de redactie al twee weken op een nadere toelichting van OCW. (…) Inmiddels zijn er ook een reeks vragen gesteld in de Statenfractie van Zeeland waaruit blijkt dat er al veel langer onrust is bij UCR over het voortbestaan. De antwoorden daarop kunnen ieder moment verwacht worden en die kunnen veel verheldering bieden, zeker gezien de opvatting van de Onderwijsinspectie over de status van UCR.
Momenteel wacht de redactie al twee weken op een nadere toelichting van OCW. De Onderwijsinspectie heeft inmiddels al wel laten weten dat UCR niet onder verscherpt toezicht kan staan vanwege de lage solvabiliteit, zo meldt de Onderwijsinspectie. “UCR is geen opzichzelfstaande instelling en kan dus ook niet onder verscherpt toezicht staan. Het UCR valt onder verantwoordelijkheid van de Universiteit Utrecht en is een private activiteit. De UU is dus eindverantwoordelijk en dient de verantwoording af te leggen.”
2.8.
In de jaarstukken van UCR van 2021 staat dat de enkelvoudige solvabiliteit van UCR in 2020 28% bedroeg en in 2021 27%, en dat de samengevoegde solvabiliteit (van UCR en de daarmee samenhangende Stichting Roosevelt Academy Fonds) in 2020 60% bedroeg en in 2021 57%.
2.9.
In een e-mail van 2 oktober 2023 aan ScienceGuide heeft UCR laten weten bereid te zijn, in het kader van een minnelijke regeling, om ScienceGuide tegemoet te komen in de wijze waarop gerectificeerd wordt. Concreet heeft UCR geschreven ermee te kunnen instemmen dat ScienceGuide in een vervolgpublicatie de eerdere uitlating over het dreigende faillissement corrigeert, door daarin de volgende zinsnede op te nemen:
“Eerder schreven wij dat faillissement zou dreigen voor University College Roosevelt. Uit nader onderzoek volgt dat dit niet juist is. Verschillende bronnen, onder wie UCR, OCW en ADR hebben ons op de onjuistheid van onze eerdere berichtgeving gewezen.”
Aan haar overige sommaties, om ervoor te zorgen dat de publicatie van 28 augustus 2023 nergens meer raadpleegbaar is en om verwijderingsverzoeken in te dienen bij Google en Bing, heeft UCR in dit voorstel vastgehouden.
2.10.
Bij e-mail van 5 oktober 2023 heeft ScienceGuide teruggeschreven dat zij akkoord gaat met de voorwaarden zoals uiteengezet in de laatste correspondentie van UCR. In deze e-mail staat onder meer het volgende:
“Wij erkennen dat onze eerdere publicatie over de financiële situatie van University College Roosevelt (UCR) niet accuraat was. (…) Daarnaast zullen wij ervoor zorgen dat de publicatie van 28 augustus jl. nergens meer raadpleegbaar is, zowel op onze website als op onze social media-accounts (Linkedin en Twitter) is het gewraakte artikel verwijderd. Verwijderverzoeken bij Google en Bing zijn eveneens ingediend, zie bijlage. (…)”
2.11.
UCR heeft daarop nog dezelfde dag gereageerd. In die e-mail heeft zij het volgende opgenomen:
“Ik neem aan dat de inhoud van het artikel verder geen afbreuk zal doen aan de geciteerde zinsnede. Kan je dat nog even bevestigen? Verder hoor ik ook graag wat het onderwerp van het artikel zal zijn en wanneer het wordt gepubliceerd.”
2.12.
Omdat een antwoord uitbleef, heeft UCR op 13 oktober 2023 haar vragen herhaald.
2.13.
Later die dag heeft ScienceGuide geschreven nog in afwachting te zijn van beantwoording van vragen die gesteld zijn in de Provinciale Staten en van een WOO-verzoek dat zij bij ADR had ingediend.
2.14.
Op 16 oktober 2023 heeft UCR ScienceGuide verzocht uiterlijk een dag later te bevestigen dat de inhoud van de vervolgpublicatie geen afbreuk zal doen aan de afspraken van 5 oktober en dat de vervolgpublicatie uiterlijk op 31 oktober 2023 zal worden gepubliceerd, of – als dat niet mogelijk is – dat een afzonderlijke rectificatie met de tekst uit de e-mail van 2 oktober op de website van ScienceGuide zal worden geplaatst.
2.15.
In haar reactie van 18 oktober 2023 heeft ScienceGuide geschreven dat UCR haars inziens aanvullende eisen stelt, wat zij onbehoorlijk en onpraktisch vindt. Daaraan heeft zij nog toegevoegd dat zij tot publicatie zal overgaan zodra de stukken van ADR en de Provinciale Staten binnen zijn, of zodra er ander nieuws is over UCR. Zij heeft toegezegd in het vervolgartikel niet de beschuldiging te zullen herhalen dat er sprake is van een dreigend faillissement.
2.16.
Op 7 november heeft ScienceGuide op haar website een artikel gepubliceerd dat geschreven is door [hoofdredacteur] en als kop heeft “ Tunnelvisie ScienceGuide of doffe Zeeuwse parel? ” In dit artikel staat onder meer het volgende:
“In augustus waarschuwde ScienceGuide in een artikel voor een dreigend faillissement van het University College Roosevelt (UCR). Deze informatie, ontleend aan een rapport van de Auditdienst Rijk (ADR) wees in de ogen van ScienceGuide herhaaldelijk op financieel zwaar weer voor het University College Roosevelt.
In augustus schreef ScienceGuide dat het University College Roosevelt (UCR) met faillissement wordt bedreigd. De redactie baseerde zich op een rapport van de Auditdienst Rijk (ADR). Onder dreiging van een kort geding en op basis van aanvullende maar incomplete informatie komt ScienceGuide nu tot een andere conclusie. Intussen blijft onduidelijk wat de financiële situatie van het UCR is en wie verantwoordelijk is voor het instituut. En waarom heeft de Directeur-Generaal Hoger Onderwijs van OCW het in een managementsamenvatting, die pas maanden na onze publicatie openbaar kwam, ineens over een ‘theoretische’ onderzoeksvraag – een term die nergens terugkomt in de opdracht aan de ADR of het ADR-rapport?” (…)
Het ministerie van OCW heeft in 2021 gevraagd aan de Auditdienst Rijk (ADR), onderdeel van het Ministerie van Financiën, om onderzoek te doen naar het UCR. Binnen OCW was onduidelijk wie de financiële verantwoordelijkheid voor het UCR draagt als dat instituut ophoudt te bestaan. Deze vraag van OCW was mede ingegeven omdat het UCR in 2008 op de rand van faillissement stond. (…)
De ADR raadt OCW daarom aan na te gaan “in hoeverre soortgelijke gevallen (dreiging van faillissement) binnen OCW bekend zijn” (…).
De redactie van ScienceGuide heeft een artikel over dit ADR-rapport voorzien van de kop “Faillissement dreigt voor University College Roosevelt’. Volgens het UCR en het ministerie van OCW was die kop niet conform het ADR-rapport en schadelijk voor het UCR. Dat instituut dreigde daarom met een kort geding, waartoe advocaat Alberdingk Thijm werd ingeschakeld. Omdat de ScienceGuide-redactie nooit het doel heeft instellingen schade te berokkenen, hebben we de bewuste publicatie uit de lucht gehaald. De dreiging van een kort geding bleef echter voortduren.
(…)
Onder die dreiging en op basis van aanvullende maar incomplete informatie, komt ScienceGuide nu tot de volgende conclusie:
“Eerder schreven wij dat faillissement zou dreigen voor University College. Uit nader onderzoek volgt dat dit niet juist is. Verschillende bronnen, onder wie UCR, OCW en ADR hebben ons op de onjuistheid van onze eerdere berichtgeving gewezen.”
Wij wachten middels een Woo-verzoek echter nog op de openbaarmaking van stukken die bij de ADR liggen. De (uitstel)termijnen) zijn verstreken. OCW en UCR benadrukken namelijk dat het onderzoek van de ADR naar het UCR louter theoretische exercitie betrof. Deze bewering wordt echter niet ondersteund door de bewoordingen in de opdrachtbevestiging die OCW in 2021 aan de ADR stuurde. Ook in het ADR-rapport zelf, dat eind augustus online is gepubliceerd, wordt met geen woord gerept over een ‘theoretische’ vraag.
Opvallend genoeg claimt OCW daags na onze publicatie dat het rapport van de ADR juist aantoont dat de financiële situatie van UCR verbeterd is. Die stelling staat echter nergens expliciet in het rapport. (…) Pas na wekenlang aandringen komt [naam 1] , de woordvoerder van minister Dijkgraaf, met het antwoord dat onze lezing klopt: er staat in het rapport inderdaad niets over een verbeterde financiële situatie, maar dit zou mondeling zijn toegelicht door de ADR. (…) “ADR heeft ervoor gekozen een in omvang beperkte powerpoint-presentatie als rapportage te gebruiken. In eerdere versies van de rapportage en in de mondelinge toelichting van ADR op de rapportage is vermeld dat de situatie van UCR was verbeterd. In de definitieve rapportage is deze zin weggelaten, maar wij vonden het echter belangrijk om dit wel te markeren in de managementreactie.”
(…)
Dit antwoord van OCW noopte ons om Woo-verzoek in te dienen bij de ADR om toegang te krijgen tot de gespreksverslagen, conceptversies van het rapport en andere onderliggende documenten. In de gesprekken die de ADR gevoerd heeft met UCR, werd immers aangegeven dat het voortbestaan van UCR onzeker is.
De advocaat van UCR, Christiaan Alberdingk Thijm, heeft begin oktober nog wel een aanvullende verklaring van de Auditdienst Rijk aan ScienceGuide gestuurd, waaruit zou moeten blijken dat onze lezing volstrekt onjuist is. Uit navraag bij de woordvoerder van de ADR blijkt dat deze verklaring is opgesteld op nadrukkelijk verzoek van de advocaat van UCR.
In de genoemde nadere verklaring van de ADR wordt gemeld: “Het onderzoek van de ADR was niet gericht op het in kaart brengen van de actuele financiële situatie van UCR.” Het gewraakte ‘dreigend faillissement’ wordt daarmee echter niet weersproken. Daarnaast wordt met geen woord gerept over een ‘theoretische exercitie’, zoals door OCW en het UCR voortdurend met klem benadrukt wordt.
Op 19 oktober, bijna twee maanden na onze publicatie, worden dan eindelijk de bijlagen gepubliceerd. Dat zijn de managementreactie op het ADR-rapport van [naam 2] , de directeur-generaal hoger onderwijs van OCW, en de opdracht zoals die in 2021 naar de ADR is gegaan. DG [naam 2] reageert zichtbaar opgelucht op het rapport van de ADR. “Ik heb u dit verzoek gedaan, zonder dat er aanwijzingen bestonden voor continuïteitsproblemen bij RA. In dat opzicht betrof het een theoretische onderzoeksvraag. U constateert in uw onderzoek tot mijn geruststelling dat de financiële positie van RA (UCR, vzr.) de afgelopen jaren verder is verbeterd.”
Dat is merkwaardig, ten eerste omdat OCW deze managementreactie ook daags na onze publicatie had kunnen publiceren en niet, zoals nu het geval is, pas na een paar maanden. Ten tweede is het merkwaardig dat in het ADR-rapport en de OCW-opdracht met geen woord is gerept over een ‘theoretisch’ of ‘hypothetisch’ karakter van de onderzoeksvraag terwijl de verlaat gepubliceerde reactie [naam 2] juist nadruk legt op dat karakter. Daarnaast wordt, anders dan [naam 2] reactie suggereert, in het gepubliceerde ADR-rapport geen melding gemaakt van een verbeterde financiële situatie. (…)
Uit jaarverslagen van UCR blijkt alvast dat de instelling al jaren niet voldoet aan de signaleringsnormen van de Onderwijsinspectie voor solvabiliteit. Tien jaar na het dreigende faillissement in 2008 is de solvabiliteit in 2018 en 2019 zelfs gedaald naar 18 procent, terwijl de norm van de inspectie 30 procent is. (…)
Daags na onze publicatie eind augustus heeft de Zeeuwse FvD-fractie vragen gesteld aan de Gedeputeerde Staten. Daaruit bleek dat er al langer, nog voor de gewraakte publicatie van ScienceGuide, zorgen zijn over het voortbestaan van het UCR in Middelburg. Gedeputeerde [naam 3] , die namens FvD in de Statenfractie van Zeeland zit, is door ScienceGuide gevraagd hoe hij dat weet. “Ik verneem van mensen die daar werken dat er onrust is of deze instelling wel op deze manier blijft voortbestaan”, zo liet [naam 3] weten. “Er zijn mensen in de ondersteunende diensten alsook docenten die daarover praten tegen mij. Ik heb er dus al eerder van vernomen van mensen die daar werken, nog voor jullie met de publicatie kwamen.”
Meer details over deze verklaringen van medewerkers wil [naam 3] niet geven. “Dat zou ik wel kunnen doen, maar dat doe ik niet omdat er ook mensen zijn die zeggen: ‘Ik wil liever niet dat mijn naam wordt genoemd.’ Het is helaas nog steeds zo dat mensen die de vuile was buitenhangen, of mensen met kritiek, daarop worden afgerekend. Daarnaast is het een kleine instelling, dus iets zal al snel tot personen herleid kunnen worden.”
Na ruim twee maanden zijn de vragen van [naam 3] eindelijk beantwoord door de Gedeputeerde Staten. Die zijn speciaal op bezoek geweest bij het bestuur van het UCR, laten zij weten. De Zeeuwse bevolking kan volgens hen gerust zijn: “UCR heeft ons laten weten dat er geen reden is tot ongerustheid”, aldus de Gedeputeerde Staten. Als er problemen ontstaan dan is het aan het Rijk om die op te lossen. “Momenteel is een faillissement van UCR niet aan de orde. Indien dit wel aan de orde mocht komen dan zal deze vraag worden voorgelegd aan het Rijk.” (…) Dit scenario lijkt nu ook daadwerkelijk werkelijkheid te worden: UCR heeft nu al minder aanmeldingen voor de lente dan vorig jaar. Dat is vrij concrete schade die geleden wordt. (…)
Zoals gezegd wij hopen binnenkort met een vervolg te komen als de ADR, na de ingebrekestelling, snel tot openbaarmaking van de stukken komt. (…)”
2.17.
Naar aanleiding van deze publicatie heeft UCR ScienceGuide bij e-mail van 16 november 2023 laten weten dat zij de voorzieningenrechter op zeer korte termijn zal verzoeken voorlopige maatregelen te treffen. Bij deze e-mail is de concept-dagvaarding meegestuurd, met de vermelding “Beschermd door het beroepsgeheim”.
2.18.
Dat heeft geleid tot de volgende publicatie van ScienceGuide, op 16 november 2023:
“Het Zeeuwse University College Roosevelt is niet tevreden met de rectificatie zoals die onder de kop: ‘Tunnelvisie ScienceGuide of doffe Zeeuwse parel’ door de redactie is geplaatst.
Ook dit artikel moet volledig van de site. En uit alle zoekmachines worden gehaald. Om deze eis kracht bij te zetten is een concept-dagvaarding naar de redactie verstuurd.
U leest de dagvaarding hier.”
2.19.
Het aantal inschrijvingen dat UCR heeft ontvangen voor komend voorjaar is aanmerkelijk gedaald ten opzichte van het aantal inschrijvingen vorig jaar.

3.Het geschil

3.1.
UCR vordert, kort gezegd:
  • i) ScienceGuide primair te verbieden te beweren of te suggereren dat sprake zou zijn van een dreigend faillissement van UCR en subsidiair haar te verbieden beschuldigingen te uiten die in strijd zijn met de eer en goede naam van UCR; althans een andere passende voorziening te treffen;
  • ii) ScienceGuide te verbieden de publicatie van 28 augustus 2023 opnieuw te publiceren, en haar te gebieden die publicatie uit het digitale archief van haar website te verwijderen;
  • iii) ScienceGuide te bevelen de publicatie van 7 november 2023 van haar website te verwijderen;
  • iv) ScienceGuide te bevelen de publicatie van 7 november 2023 te verwijderen van alle sociale media accounts van haarzelf en van de aan haar verbonden journalisten;
  • v) ScienceGuide te bevelen de publicatie van 12 september 2023 te verwijderen van haar website;
  • vi) ScienceGuide te bevelen de verwijzingen naar de publicatie van 12 september 2023 te verwijderen van haar sociale media accounts en die van haar journalisten;
  • vii) ScienceGuide te bevelen de publicatie van 16 november 2023 van haar website te verwijderen;
  • viii) ScienceGuide te bevelen de verwijzingen naar de publicatie van 16 november 2023 te verwijderen van haar sociale media accounts en die van haar journalisten;
  • ix) ScienceGuide te bevelen de conceptdagvaarding van haar website te verwijderen en haar te verbieden (andere) processtukken te publiceren;
  • x) ScienceGuide te bevelen de verwijzingen naar de conceptdagvaarding te verwijderen van haar sociale media accounts en die van haar journalisten;
  • xi) ScienceGuide te veroordelen tot plaatsing van de rectificatie zoals opgenomen in het petitum van de dagvaarding, voor de periodes genoemd in dat petitum, althans een andere in goede justitie te bepalen rectificatie dan wel termijn;
  • xii) ScienceGuide te bevelen om op eerste verzoek van UCR andere media die de beschuldigingen overnemen of refereren aan de publicaties van ScienceGuide, een kennisgeving te sturen met de rectificatietekst;
  • xiii) ScienceGuide te bevelen om een verzoek tot de-indexatie van de URL van de webpagina’s van ScienceGuide.nl in te dienen bij Google en Bing, zodanig dat als op naam van UCR wordt gezocht, de publicaties niet tot de zoekresultaten behoren;
  • xiv) al het voorgaande op straffe van verbeurte van een dwangsom; en
  • xv) met veroordeling van ScienceGuide in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met rente.
3.2.
ScienceGuide voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
UCR baseert haar vordering op twee grondslagen. De primaire grondslag is dat ScienceGuide in strijd heeft gehandeld met de toezegging die ze op 5 oktober heeft gedaan. De subsidiaire grondslag is dat de publicaties van ScienceGuide onrechtmatig jegens UCR zijn.
4.2.
Duidelijk is dat ScienceGuide geïntimideerd is geraakt door het – in haar visie – juridische geweld dat vanuit het machtsblok UCR, UU en OCW op haar kleine organisatie afkwam na de eerste publicatie. Zonder juridische bijstand te hebben ingewonnen, is zij onder die gevoelde druk akkoord gegaan met het voorstel van UCR. Zij stelt daarbij altijd het voorbehoud te hebben gemaakt dat ze in afwachting was van nadere stukken. Niet uitgesloten kan worden dat onder deze omstandigheden de toezegging in een bodemprocedure onvoldoende basis zal blijken om zo vergaande vorderingen toe te wijzen. Bovendien heeft de primaire grondslag ook een ondergeschikte rol gespeeld in het debat tussen partijen, dat met name is gevoerd over het al dan niet onrechtmatige karakter van de publicaties. Een beoordeling op grond van de subsidiaire grondslag doet daarom meer recht aan de inhoudelijke discussie over de publicaties.
4.3.
Toewijzing van de vorderingen zou een beperking vormen van de vrijheid van meningsuiting. Zo’n beperking moet bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam of de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM).
4.4.
Wil sprake zijn van een beperking die bij de wet is voorzien, dan zal de publicatie onrechtmatig jegens UCR moeten zijn. Om uit te maken of dat het geval is, moet een belangenafweging worden gemaakt. Daarbij is het belang van UCR dat zij niet door de publicatie wordt blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen en dat zij niet nodeloos wordt aangetast in haar eer en goede naam. Het belang van ScienceGuide is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moeten kunnen uitlaten over kwesties die de samenleving raken. Vragen die in dit kader onder meer relevant zijn, zijn (i) hoe ernstig de gewraakte uitlatingen en de gevolgen daarvan zijn en (ii) of de gewraakte uitlatingen voldoende steun vinden in het feitenmateriaal dat ten tijde van de publicatie beschikbaar is.
(i) De ernst en gevolgen van de publicaties
4.5.
De uitlating dat faillissement dreigt voor UCR is voor haar zeer ernstig, vanwege het risico op een
self fulfilling prophecy.De kans is groot dat studenten die een studie aan de UCR overwegen, door die uitlating worden afgeschrikt en uitwijken naar een andere universiteit of universitaire instelling. UCR merkt al dat het aantal inschrijvingen daalt en wijt dat (mede) aan de publicaties. De grootste inkomstenbron voor UCR is het inschrijfgeld van de studenten, zoals ScienceGuide weet. Zo’n schadelijke uitlating kan dan ook alleen worden gedaan op basis van zorgvuldig onderzoek. Daaraan heeft het hier echter ontbroken.
(ii) Steun in de feiten
4.6.
ScienceGuide baseerde haar uitlating dat UCR failliet dreigt te gaan, aanvankelijk uitsluitend op het ADR-rapport. Dit rapport kan echter niet dienen als bewijs voor de actuele situatie, alleen al omdat de onderzoeksperiode de jaren 2002 – 2021 bestrijkt. Bovendien kan uit dat rapport ook niet worden geconcludeerd dat faillissement dreigt voor UCR. Uit de tekst van het rapport blijkt dat het onderzoek was gericht op de vraag welke financiële verantwoordelijkheid OCW heeft
in het geval UCR ophoudt te bestaan. Ook zonder expliciete vermelding in de opdracht tot het onderzoek dat het gaat om een theoretisch geval, blijkt uit de bewoordingen van het rapport dat het gaat om een theoretische exercitie. Het herhaaldelijk gebruik van de term “faillissement” in het rapport maakt dat niet anders. Het rapport zou alleen als basis voor de gewraakte uitlatingen kunnen dienen als daaruit blijkt dat sprake is van een actuele en reële dreiging van een faillissement. Dat is niet het geval. De enkele vermelding dat in interviews is aangegeven dat het voortbestaan van UCR onzeker is, waarop ScienceGuide zich beroept, is daarvoor onvoldoende. Er is een toch echt een groot verschil tussen een onzekere toekomst en een dreigend faillissement.
4.7.
ScienceGuide ziet inmiddels ook andere aanknopingspunten voor de juistheid van haar uitlatingen. Zo plaatst zij vraagtekens bij de managementsamenvatting waarin melding wordt gemaakt van een “theoretische onderzoeksvraag”, bij de claim van OCW dat de financiële situatie van UCR verbeterd is, en bij de aanvullende verklaring van ADR dat het onderzoek niet was gericht op het in kaart brengen van de actuele financiële situatie van UCR. Daarnaast noemt zij de jaarverslagen over de solvabiliteit in 2018 en 2019, de vragen van de FvD-fractie aan de Gedeputeerde Staten en het antwoord daarop.
4.8.
De indruk bestaat dat, zoals UCR op de zitting het formuleerde, ScienceGuide al speculerend een konijnenhol is ingeschoten. Zij bekijkt al het feitenmateriaal door de bril van samenspanning om een dreigend faillissement toe te dekken. Een journalist moet zeker een kritische houding hebben, zoals ScienceGuide terecht heeft opgemerkt, maar moet ook openstaan voor ontlastend materiaal. Daar lijkt het aan te schorten aan de zijde van ScienceGuide. Zij blijft volharden in haar lezing van het rapport, hoewel OCW en ADW haar hebben laten weten dat het onderzoek was gericht op een hypothetisch geval. Dat is ook niet zo gek omdat bij UCR verschillende partijen betrokken zijn, terwijl duidelijk afspraken tussen die partijen kennelijk ontbreken. Daarnaast heeft ScienceGuide in haar publicaties niet vermeld dat de solvabiliteit van UCR in 2020 en 2021 een stijgende lijn liet zien, tot net onder de norm van 30%, wanneer wordt uitgegaan van de enkelvoudige solvabiliteit. Het niet noemen van deze gunstigere jaarcijfers versterkt de indruk van tunnelvisie aan de zijde van ScienceGuide.
4.9.
Daags voor de zitting heeft UCR nog de jaarstukken over 2022 ingediend, die eerder diezelfde dag waren vastgesteld. In die jaarrekening staat een enkelvoudige solvabiliteit vermeld van 39% en een meervoudige solvabiliteit van 61%. ScienceGuide plaatste ter zitting vraagtekens bij die jaarstukken omdat die niet zijn voorzien van een goedkeurende verklaring van een accountant en bedragen die daarin genoemd zijn, afwijken van andere financiële stukken waarover zij beschikt. Volgens UCR heeft de accountant de jaarstukken al gezien en is hij daarmee akkoord, maar zal de goedkeurende verklaring pas worden afgegeven als de accountant zijn gehele opdracht – die meer omvat dan alleen deze jaarrekening – heeft uitgevoerd. Voorshands is er onvoldoende aanleiding om dat in twijfel te trekken.
4.10.
Vanuit wat zij een streven naar transparantie noemt, publiceert ScienceGuide tijdens haar onderzoek alle informatie die gaandeweg op haar pad komt. Zij zegt dat te doen om de lezer zijn eigen conclusies te laten trekken. In dat verband moet bijvoorbeeld ook de publicatie van de concept-dagvaarding op haar website worden gezien, zo heeft zij toegelicht. Die behoefte aan transparantie stelt zij te paren aan een bereidheid om het direct toe te geven als zij fout zit. Die werkwijze wreekt zich nu. Zoals [hoofdredacteur] het zelf omschreef, voelde het onderzoek als varen in de mist, als schijnen met een lampje in het donker, waarbij vooralsnog niet veel te zien was. In die situatie past terughoudendheid bij het doen van zulke schadelijke uitlatingen als dat UCR dreigt failliet te gaan.
4.11.
Reeds op deze gronden worden de publicaties onrechtmatig geoordeeld. Wat partijen verder nog hebben aangevoerd over de overige criteria voor het al dan niet onrechtmatig zijn van een publicatie, zoals de totstandkoming en inkleding van de publicatie, behoeven dan ook geen bespreking meer.
4.12.
Aannemelijk is dat UCR schade ondervindt van de publicaties, gezien de daling van het aantal inschrijvingen. ScienceGuide betwist dat zij daarvan de oorzaak is, en wijst op haar geringe bekendheid bij buitenlandse studenten. Zij wijt de dalende instroom geheel aan de omstandigheden genoemd in de ADR rapportage (het kleine marktaandeel, het politieke klimaat en de toegenomen concurrentie). Partijen zijn het er echter over eens dat ScienceGuide een gerenommeerd platform is binnen de Nederlandse wetenschap en niet alle studenten van UCR komen uit het buitenland. De publicaties zullen in ieder geval niet hebben geholpen.
Waar moet dit toe leiden?
4.13.
UCR heeft er spoedeisend belang bij dat de schade die de onrechtmatige publicaties hebben aangericht zoveel mogelijk wordt beperkt en dat verdere schade wordt voorkomen.
4.14.
De primaire vordering, om ScienceGuide te verbieden te beweren of te suggereren dat sprake zou zijn van een dreigend faillissement van UCR zal daarom worden toegewezen, met de beperking dat die bewering niet mag worden gedaan op basis van de nu bekende feiten.
4.15.
ScienceGuide zal de publicaties over het dreigend faillissement van UCR moeten verwijderen van haar website, evenals de conceptdagvaarding. Ook zal zij de verwijzingen naar de publicaties over het dreigend faillissement op haar sociale media accounts en die van haar journalisten moeten verwijderen. Het bestaan van die verwijzingen is niet betwist. Voor zover zij dat nog niet heeft gedaan, zal zij ook verzoeken tot de-indexatie moeten indienen bij Google en Bing, alles op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.16.
Daarnaast zal ScienceGuide rectificaties moeten plaatsen op haar website en haar LinkedIn-pagina op de wijze zoals uiteengezet in de beslissing.
4.17.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd tot de bedragen genoemd in de beslissing.
4.18.
De vordering om ScienceGuide te bevelen de rectificatie te sturen aan media die refereren aan de publicaties, zal worden afgewezen bij gebrek aan belang. UCR kan eenvoudigweg ook dit vonnis aan die media sturen om hetzelfde resultaat te bereiken.
4.19.
ScienceGuide zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van UCR worden begroot op:
- dagvaarding € 129,14
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.884,14
4.20.
De nakosten en rente zullen eveneens worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt ScienceGuide om op basis van het nu beschikbare feitenmateriaal te beweren dat sprake is van een dreigend faillissement van UCR,
5.2.
verbiedt ScienceGuide de publicatie van 28 augustus 2023 met de titel “Faillissement dreigt voor University College Roosevelt” opnieuw te publiceren en gebiedt haar die publicatie uit het digitale archief van haar website ScienceGuide.nl te verwijderen en verwijderd te houden,
5.3.
veroordeelt ScienceGuide om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis (i) de publicatie van 7 november 2023 met de titel “ Tunnelvisie ScienceGuide of doffe Zeeuwse parel? ”, (ii) de publicatie van 12 september 2023 met de titel “ Mededeling van de hoofdredacteur ” en (iii) de publicatie van 16 november 2023 met de titel “ University College Roosevelt vindt rectificatie ScienceGuide onvoldoende ” van haar website ScienceGuide.nl en uit de digitale archieven van die website te verwijderen en verwijderd te houden,
5.4.
veroordeelt ScienceGuide om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de verwijzingen naar de publicaties genoemd onder 5.2 en 5.3 op haar sociale media accounts en die van haar journalisten te verwijderen en verwijderd te houden,
5.5.
veroordeelt ScienceGuide om de conceptdagvaarding van UCR binnen 24 uur van haar website ScienceGuide.nl te verwijderen en verwijderd te houden en verbiedt haar stukken uit deze procedure op die website te publiceren,
5.6.
veroordeelt ScienceGuide om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de verwijzingen naar de conceptdagvaarding genoemd onder 5.5 op haar sociale media accounts en die van haar journalisten te verwijderen en verwijderd te houden,
5.7.
veroordeelt ScienceGuide om binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis de volgende rectificatie te plaatsen:
Rectificatie publicaties over University College Roosevelt
In publicaties van 28 augustus 2023 en 7 november 2023 heeft ScienceGuide beweerd dat faillissement zou dreigen voor University College Roosevelt. Deze bewering vindt geen steun in de feiten. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 30 november 2023 geoordeeld dat deze publicaties onrechtmatig waren tegenover University College Roosevelt.
  • i) gedurende twee weken op de website ScienceGuide.nl in het kader rechtsboven op de homepage, of – als dat geen tekst kan bevatten – in een ander kader bovenaan in het niet-scrollbare gedeelte, of – indien de website geen niet-scrollbaar gedeelte bevat – in een kader bovenaan in het scrollbare gedeelte, in zodanig formaat dat voornoemd vlak volledig is gevuld;
  • ii) gedurende 24 uur op de mobiele versie van de website in het tweede kader bovenaan in zodanig formaat dat bij het doorklikken het kader volledig is gevuld;
  • iii) gedurende een periode van twee weken op de LinkedIn-pagina van ScienceGuide,
een en ander in zwarte letters op een witte achtergrond, zonder enig commentaar in welke vorm dan ook waardoor de rectificatie wordt ontkracht,
5.8.
veroordeelt ScienceGuide om binnen vijf werkdagen na vonnisdatum bij Google en Bing een verzoek tot de-indexatie van de URL van de webpagina’s van ScienceGuide.nl in te dienen, zodanig dat als op de naam van University College Roosevelt wordt gezocht, de publicaties genoemd onder 5.2 en 5.3 niet tot de zoekresultaten behoren, onder toezending van een bewijs van dat verzoek aan de advocaat van UCR,
5.9.
veroordeelt ScienceGuide om aan UCR een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere overtreding van het bepaalde onder 5.1 tot en met 5.8, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.10.
veroordeelt ScienceGuide in de proceskosten, aan de zijde van UCR tot op heden begroot op € 1.884,14, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na vonnisdatum tot de dag van volledige betaling,
5.11.
veroordeelt ScienceGuide in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 90,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.12.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: eB