ECLI:NL:RBAMS:2023:7621

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
13/047307-98 (2023)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met dwangverpleging voor de duur van twee jaar

Op 31 oktober 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkinggestelde, geboren in 1952, die sinds 2000 onder de terbeschikkingstelling valt. De officier van justitie heeft op 26 september 2023 een vordering ingediend tot verlenging van de tbs-maatregel met twee jaar. De rechtbank heeft de vordering toegewezen, na het horen van de officier van justitie, de raadsman en een deskundige tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in een LFPZ-instelling en heeft een complexe psychiatrische achtergrond, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en een pedofiele stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een hoog risico op (seksueel) gewelddadig gedrag bestaat bij beëindiging van de tbs-maatregel, gezien de aanhoudende problematiek en het gebrek aan medewerking aan behandeling. De deskundige heeft geadviseerd de tbs-maatregel te verlengen, wat de rechtbank heeft overgenomen. De rechtbank heeft ook de inrichting aangespoord om de terbeschikkinggestelde te motiveren tot onderzoek naar zijn lichamelijke gesteldheid, om het recidiverisico beter te kunnen inschatten. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/047307-98, 23/002234-99
Uitspraakdatum: 31 oktober 2023
Beslissing op de op 26 september 2023 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 26 september 2023 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1952,
thans verpleegd in [LFPZ kliniek] , locatie [locatie] ,
die bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 20 januari 2000 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 18 november 2021 voor de tijd van twee jaar werd verlengd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 15 juli 2023 op grond van artikel 6:6:12 eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen,
  • het proces-verbaal van rogatoir verhoor van de terbeschikkinggestelde van 27 september 2023.
De rechtbank heeft op 31 oktober 2023 de officier van justitie mr. J. Ang, de gemachtigd raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr. S. Burmeister advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige S.J.C. van der Sluis, verbonden aan [LFPZ kliniek] , [locatie] , ter openbare zitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan het advies van het hoofd van de inrichting [LFPZ kliniek] [locatie] van 15 juli 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Bij betrokkene is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis (met borderline, narcistische, antisociale en paranoïde trekken) en een pedofiele stoornis (niet-exclusieve type). Daarnaast is betrokkene gediagnosticeerd met een waanstoornis en is hij vanuit het verleden bekend met verslavingsproblematiek.
Behandelverloop en risicotaxatie
Reeds vanaf jonge leeftijd heeft betrokkene belangstelling voor kleine kinderen. De onrust die hiermee gepaard gaat, wordt - wanneer hij ouder wordt - door betrokkene onderdrukt middels het gebruik van verschillende middelen, waaronder cocaïne, heroïne, softdrugs en alcohol. Deze middelen hebben bij de delicten een faciliterende dan wel drempelverlagende rol gespeeld.
Betrokkene heeft nimmer willen meewerken aan behandeling in engere zin. Reden is dat er volgens hem een fout gemaakt is bij de beoordeling van een van de beschuldigingen in zijn strafzaak. Deze mening is hij nog altijd toegedaan, wat specifieke behandeling bemoeilijkt en uiteindelijk (mede) heeft geleid tot oplegging van de huidige LFPZ-status (Langdurig Forensisch Psychiatrische Zorg). Betrokkene verblijft sinds 2006 binnen de huidige LFPZ-instelling, alwaar zijn gedrag vanaf plaatsing wordt gekenmerkt door een wantrouwende opstelling naar zijn omgeving, een grote behoefte aan autonomie en een egocentrische houding. Tijdens zijn verblijf in de diverse instellingen is er nimmer sprake geweest van incidenten. Betrokkene heeft zijn visie en ongenoegen altijd met name via juridische strijd geuit.
Sinds enkele jaren - voornamelijk als gevolg van het doormaken van een myocard infarct - is er een verandering in zijn gedrag ontstaan. Er is minder fixatie op juridische zaken en het lukt betrokkene meer te leven in het hier en nu. Ondanks dat hij nog steeds zijn ongenoegens/spanningen verbaal uit, lijkt er meer ruimte te ontstaan om zich bezig te houden met contacten. Hoewel zijn opvatting over het tbs-systeem en de medewerkers daarvan onveranderd is, is de uitingsvorm in het gedrag milder. Daarnaast wordt door het behandelteam zo veel als mogelijk ingespeeld op de wensen en behoeften van betrokkene. Er wordt een omgevingsprothese geboden, waarbij zijn autonomiebehoefte wordt meegewogen in de bejegening teneinde te trachten zijn kwaliteit van leven te waarborgen/vergroten.
In het kader van kwaliteit van leven is het van belang dat de spanningsvolle momenten kunnen worden beperkt door het ondernemen van activiteiten. De momenten van ontspanning zijn voor betrokkene het zorg dragen voor de vogels en planten rondom zijn balkon en de planten op de afdeling. Tevens wast hij de afdelingshanddoeken en kijkt betrokkene documentaires op de televisie. In de contacten die betrokkene heeft op de afdeling, met zowel medebewoners als -werkers, is merkbaar dat hij een brede interesse heeft en van veel actualiteiten op de hoogte is. Via prikkelende (soms cynische) opmerkingen kan betrokkene een discussie bij hen proberen uit te lokken. Betrokkene kan het waarderen wanneer over zijn interesses of actualiteiten wordt gesproken.
De inschatting is dat het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag bij wegvallen van de tbs- maatregel hoog zal zijn. Behandeling op delictgerelateerde factoren heeft zoals reeds beschreven nimmer kunnen plaatsvinden. Er is onvoldoende overeenstemming over de diagnostiek en de onderliggende dynamiek met betrokkene. De actuele beschermende factoren worden gevormd door het verblijf in de LFPZ en de aanwezigheid van toezicht en begeleiding. Binnen de huidige setting komt de seksuele deviantie (pedofilie) niet tot uiting. Tevens is er geen sprake van druggebruik en/of impulsief gedrag. Indien betrokkene, in geval van einde tbs, op zichzelf teruggeworpen zou worden is de verwachting dat betrokkene grote hinder zal ondervinden in het zich conformeren aan professionele ondersteuning daar hij zich moeilijk tot niet kan conformeren aan andermans plannen/visie. Hij zal als gevolg van zijn enorme behoefte aan autonomie, zijn ontbrekende probleeminzicht en de aanwezige achterdocht onvermijdelijk in conflict raken met zijn omgeving waarbij de spanning direct toeneemt wanneer hij daarbij geen autonomie en controle ervaart. Toename van stress en achterdocht worden bij gebrek aan andersoortige coping beteugeld middels alcoholgebruik, waarbij dit faciliterend en/of drempelverlagend zal werken in de aanloop naar recidief delictgedrag gezien zijn seksuele pedofiele voorkeur. De risicoprognose voor seksuele delicten jegens jonge kinderen in de vrije samenleving is dan ook ongunstig.
De kans op onttrekking binnen het huidige kader wordt als laag ingeschat. Betrokkene verblijft, zonder verlofmogelijkheden, binnen een hoog beveiligde omgeving, waardoor de kans op ongeoorloofde afwezigheid minimaal is. Er zijn daarbij ook geen aanwijzingen die duiden op het bestaan van plannen voor ongeoorloofde afwezigheid. Hoewel betrokkene nog altijd van mening is dat hij onterecht in het tbs-systeem verblijft en de achterdocht jegens dit systeem bij momenten toeneemt, ervaart betrokkene thans rust binnen zijn verblijf.
Koers en advies
Behandeling is niet van de grond kunnen komen wegens persisterende weigering van betrokkene en zijn ongewijzigde standpunt hierin. De verwachting is niet dat er de komende jaren een significantie verandering zal optreden in zijn toestandsbeeld zodanig dat dit noopt tot bijstelling van het toekomstperspectief zoals dat nu wordt gehanteerd: langdurig verblijf binnen een instelling als de huidige met een hoog beveiligingsniveau. Laatstelijk weigert betrokkene zijn medewerking aan het Pro Justitia onderzoek in de zomer van 2021. De pathologie welke ten grondslag ligt aan delictvorming is nog immer aanwezig en niet bewerkt. Er is geen andere lange termijndoelstelling en/of toekomstperspectief dan verblijf binnen de LFPZ. Om die reden heeft de kliniek in het kader van de hertoetsingsprocedure van 10 juli 2023 verzocht de LFPZ-status voort te zetten en wordt thans geadviseerd de tbs-maatregel te verlengen met twee (2) jaren.
De deskundige heeft dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
De raadsman heeft verzocht de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen. De raadsman heeft betoogd dat vanwege de kennelijk slechte lichamelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde het de vraag is of nog gesproken kan worden van enig gevaar voor recidive.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank geeft de inrichting, alwaar de terbeschikkinggestelde thans wordt verpleegd ( [LFPZ kliniek] [locatie] ), in overweging de terbeschikkinggestelde te motiveren om onderzoek te laten doen naar zijn lichamelijke gesteldheid. Als over zijn lichamelijke gesteldheid meer duidelijkheid is kan ook het recidiverisico in dat licht nader onderzocht worden. De rechtbank ziet nu, gelet op de huidige informatie in het dossier, geen reden om te concluderen dat er geen recidiverisico meer is.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.M. Degenaar, voorzitter,
mrs. C.P.E. Meewisse en M.M. Prinsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.R. Baart, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 31 oktober 2023.
De jongste rechter is buiten staat mede te tekenen.