ECLI:NL:RBAMS:2023:7617
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997 en wonende in Nederland, heeft de rechtbank Amsterdam op 2 maart 2023 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een slachtoffer tijdens een steekincident op 6 oktober 2019 in Amstelveen. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. A.C. Lub, zijn vordering gepresenteerd, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. M.G. Eckhardt, hun verweer hebben gevoerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. Na het horen van de getuigen en het bestuderen van het dossier, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende concreet en specifiek bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Hoewel er aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de verdachte bij het steekincident, waren de getuigenverklaringen niet voldoende om de schuld van de verdachte vast te stellen.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de verklaringen van getuigen niet op eigen waarnemingen waren gebaseerd en dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, met mr. F. Dekkers als voorzitter en mrs. A.R. Vlierhuis en M. van der Horst als rechters.