In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal. De verdachte heeft op 22 december 2022 in Amsterdam twee blikken bier weggenomen uit een winkel van Albert Heijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft de diefstal bekend, wat de rechtbank heeft doen besluiten om de zaak te beoordelen op basis van de beschikbare bewijsmiddelen.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte een gevangenisstraf zou krijgen, waarbij de duur gelijk zou zijn aan het voorarrest. De verdediging heeft verzocht om geen ISD-maatregel op te leggen, aangezien de verdachte ongewenst is verklaard en terug wil naar Polen. De rechtbank heeft de ernst van de diefstal en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De verdachte heeft een strafblad met eerdere veroordelingen voor (winkel)diefstallen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 86 dagen, gelijk aan de tijd die hij al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, zodat de verdachte na het uitzitten van zijn straf in vreemdelingenbewaring kan worden genomen en de procedure voor zijn terugkeer naar Polen kan worden gestart. De rechtbank heeft de op te leggen straf gegrond op artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.