ECLI:NL:RBAMS:2023:7605

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
1328113623
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid officier van justitie in Europees aanhoudingsbevel wegens afwezigheid opgeëiste persoon

Op 15 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Roemeense autoriteiten op 15 juli 2016. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 1990, had geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en was niet aanwezig op de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Roemeense nationaliteit heeft.

De officier van justitie heeft op 14 november 2023 laten weten dat de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB werd ingetrokken, omdat het EAB door de Roemeense autoriteiten was ingetrokken. Echter, de rechtbank heeft vastgesteld dat dit niet het geval was, aangezien er al eerdere zittingen hadden plaatsgevonden en de opgeëiste persoon inmiddels in detentie in Roemenië verbleef.

De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de opgeëiste persoon zich niet meer in Nederland bevond, waardoor de grondslag voor de vordering was komen te vervallen. De rechtbank heeft vervolgens besloten dat het geschorste bevel tot overleveringsdetentie was beëindigd. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op de zitting van 15 november 2023.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/281136-23 (was 13/751685-16)
RK nummer: 16/6452
Datum uitspraak: 15 november 2023
UITSPRAAK
op de vordering van 22 september 2016 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 15 juli 2016 door
the Târgovişte Civil Court,Roemenië, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1990,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB is – na eerdere behandelingen op de zittingen van 15 november 2016, 8 december 2016, 24 januari 2017 en 7 februari 2017 – in gewijzigde samenstelling voortgezet op de zitting van 15 november 2023, in aanwezigheid van mr. M. Al Mansouri, officier van justitie.
De opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw, mr. A. Petrescu, advocaat in Amsterdam, zijn met voorafgaande kennisgeving niet op zitting verschenen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Roemeense nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid officier van justitie

De officier van justitie heeft bij bericht van 14 november 2023 laten weten dat de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB wordt ingetrokken nu het EAB door de uitvaardigende justitiële autoriteit is ingetrokken. Uit het bericht van de uitvaardigende justitiële autoriteit van 14 november 2023 blijkt echter niet dat dit het geval is.
Nu in deze zaak er al behandelingen op de zitting hebben plaatsgevonden, is het niet meer mogelijk om de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB in te trekken. [2] Op de zitting heeft de officier van justitie laten weten dat de opgeëiste persoon niet langer gesignaleerd staat en dat hij bij de grens met Roemenië is opgepakt en aldaar in detentie verblijft. De rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie om die reden niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Vast staat immers dat de opgeëiste persoon zich niet meer in Nederland bevindt, waarmee de grondslag aan de vordering van de officier van justitie is komen te vervallen.

4.Beslissing

Verklaartde officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
Stelt vastdat het – geschorste – bevel overleveringsdetentie is beëindigd..
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M.C.M. Hamer, voorzitter,
mrs. L. Sanders en B.M. Vroom-Cramer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. Harland, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 15 november 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Rb. Amsterdam 10 november 2022,