ECLI:NL:RBAMS:2023:7600

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
C/13/742765 / KG ZA 23-1028
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid en belangenafweging in kort geding tussen Greenpeace en Nauru Ocean Resources Inc. over diepzeemijnbouw

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Nauru Ocean Resources Inc. (NORI) en Greenpeace, met Stichting Phoenix als gedaagde. NORI, die zich bezighoudt met diepzeemijnbouw in de Clarion Clipperton Zone, vorderde dat Greenpeace haar acties rondom het onderzoeksschip Coco zou staken. Greenpeace had actievoerders op het schip verschanst om te protesteren tegen de diepzeemijnbouw. De voorzieningenrechter oordeelde dat Greenpeace haar actievoerders moest opdragen het schip te verlaten, omdat het belang van NORI bij de veiligheid van de opvarenden zwaarder woog dan het belang van Greenpeace om te protesteren vanaf het schip. De rechter erkende echter ook het recht van Greenpeace om te demonstreren, maar concludeerde dat de acties op het schip niet langer konden worden geduld. De vordering van NORI om Greenpeace te verbieden zich binnen een straal van 500 meter van het schip te bevinden, werd afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat dit noodzakelijk was. De rechter legde een dwangsom op aan Greenpeace voor elke dag dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldeed, tot een maximum van € 500.000.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/742765 / KG ZA 23-1028 IHJK/MV
Vonnis in kort geding van 30 november 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar het land harer vestiging
NAURU OCEAN RESOURCES INC.,
gevestigd te Republiek Nauru (Micronesië),
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 27 november 2023,
advocaten mr. C.J.H. Baron van Lynden en mr. P.A. van Grieken te Rotterdam,
tegen
1. de stichting
STICHTING GREENPEACE COUNCIL,
2. de stichting
STICHTING PHOENIX,
beide gevestigd te Amsterdam,
gedaagden,
advocaten mr. Chr. A. Alberdingk Thijm en mr. N.S.G. de Bruijn te Amsterdam.
Partijen zullen hierna NORI, Greenpeace en Phoenix worden genoemd.

1.De procedure

Bij de mondelinge behandeling van dit kort geding op 28 november 2023 heeft NORI de dagvaarding van 27 november 2023 toegelicht. NORI heeft haar eis gewijzigd in die zin dat de gevorderde dwangsom is beperkt tot € 50.000,- per uur (in plaats van € 100.000,- per uur). Greenpeace en Phoenix hebben mede aan de hand van een vooraf ingediende conclusie van antwoord verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. NORI heeft een filmopname laten zien.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
aan de zijde van NORI: mr. Van Lynden en mr. Van Grieken;
aan de zijde van Greenpeace en Phoenix: [directeur 1] en [directeur 2] , beiden directeur van Phoenix, en mr. [naam] , advocaat in loondienst van Greenpeace, met mr. Alberdingk Thijm en mr. De Bruijn.
Na verder debat is vonnis bepaald op 30 november 2023.

2.De feiten

2.1.
NORI houdt zich bezig met het onderzoek naar de mogelijkheden van het ontginnen van bodemschatten op de zeebodem. NORI is een 100% dochter van The Metals Company, een Canadees beursfonds dat zich bezig houdt met (onderzoek naar en winning en productie van) metalen.
2.2.
Op grond van een overeenkomst van 22 juli 2011 heeft NORI de rechten verkregen van de International Seabed Authority (ISA) om in de Clarion Clipperton Zone (gelegen tussen Mexico en Hawai) onderzoek te doen naar de mogelijkheden van de winning van metalen op de zeebodem (het NORI-D Project). Het gaat daarbij specifiek om de ‘polymetallic nodules’, oftewel mangaanknollen. De overeenkomst heeft als einddatum 22 juli 2026.
2.3.
Op 5 september 2022 heeft de Secretary General van ISA NORI geadviseerd een nadere
post-disturbance monitoring campaignuit te voeren: onderzoek van de zeebodem teneinde te bezien hoe het ecosysteem op de zeebodem functioneert na de proeven van een jaar eerder, waarbij proefmonsters van de bodem waren genomen.
2.4.
NORI verricht het hiervoor genoemde onderzoek vanaf het onderzoeksschip “Coco”, dat onder de Deense vlag vaart.
2.5.
Vanaf 22 november 2023 is de “Arctic Sunrise”, een schip waarvan Phoenix eigenaar is en dat onder de Nederlandse vlag vaart, in de buurt van de Coco. Phoenix heeft de Arctic Sunrise middels een
bareboat charterverhuurd aan Greenpeace.
2.6.
Bij e-mail van 22 november 2023 heeft Greenpeace NORI geïnformeerd dat “
we are currently undertaking a peaceful protest at sea against The Metals Company’s deep sea mining exploration expedition”. In de e-mail gaat Greenpeace uitgebreid in op de zorgen die zij heeft over de expeditie en de gevaren van ‘
deep sea mining’. Zij vraagt NORI het onderzoek te beëindigen en het gebied te verlaten. Verder schrijft zij: “
We have taken all the necessary measures to ensure our action is as safe as possible, with no risk to any vessels, their crew, or passing marine traffic. We are not intending to cause any damage to equipment or the vessel (…)”.
2.7.
NORI heeft daarop gereageerd met de mededeling dat de gezondheid en veiligheid van alle betrokkenen van groot belang is. Zij schrijft onder meer:

Please maintain a safe distance of at least 500 meters from our research vessel to ensure the safety and well-being of all personnel at sea.
2.8.
Zodra de actie van Greenpeace begon, is vanaf de brug van de Arctic Sunrise contact gelegd met de kapitein van de Coco en aan hem gemeld op welk (radio)kanaal rechtstreekse communicatie tussen de schepen tot stand kan worden gebracht.
2.9.
Sinds 23 november 2023 varen geregeld twee kajaks van Greenpeace vanaf de Arctic Sunrise om de Coco heen. Hierdoor wordt het laden en lossen van onderzoeksmateriaal vanaf de Coco gehinderd.
2.10.
In een brief van 25 november 2023 heeft NORI Greenpeace onder meer geschreven:
“(…)
Specifically, during one of our planned and notified activities, individuals of Greenpeace International followed our vessel on kayaks, resulting in a kayak capsizing due to motions on the sea surface. On another occasion Greenpeace International also attached a banner to a winch cable that was deploying equipment and was under significant tension. These disruption activities are unacceptable, unlawful, reckless, and is compromising the lives of all personnel in the NORI-D contract area.” (…)

We demand that Greenpeace International take immediate steps to stop and direct its personnel to cease any further disruption activities and to remain outside the 500 meters safety buffer zone of the MV Coco so that we can conduct our scientific activities safely without placing any lives in danger”. (…)
2.11.
Diezelfde dag heeft Greenpeace geantwoord:
(…)“our actions are safe and peaceful and there is no intent whatsoever to cause damage to your vessel or endanger its crew. Neither in your letter nor in any information otherwise available to me is there any assertion that the action does not abide by these principles.
(…) The situation you describe was the result of the propeller wash from MV COCO as it started moving forward quickly, the first time that the master of MV COCO did not contact the MY Arctic Sunrise to inform them so that the kayakers did not have warning”.
2.12.
Op 25 november 2023 is een viertal actievoerders van de Arctic Sunrise zonder toestemming aan boord van de Coco gegaan. Zij hebben zichverschanst bovenin het zogenoemde A-frame, waarmee een kleine duikboot in het water kan worden gehesen.

3.Het geschil

3.1.
NORI vordert na vermindering van haar eis ter zitting (verlaging van de gevorderde dwangsommen) – kort gezegd – het volgende:
I. Greenpeace en Phoenix hoofdelijk te gebieden alle mogelijke acties met betrekking tot het m.s. Coco met onmiddellijke ingang te staken, in te trekken, althans zich daarvan te onthouden en niet te faciliteren, haar mensen op te dragen van boord van het m.s. Coco te gaan en Greenpeace en Phoenix te verbieden om het m.s. Coco op enigerlei wijze te bekladden, beschadigen, belemmeren of hinderen bij het uitvoeren van haar onderzoeken en haar vaart, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per uur met een maximum van € 10.000.000,-;
II. Greenpeace en Phoenix hoofdelijk te verbieden om in een periode van zes maanden na de betekening van dit vonnis zich met de haren te bevinden binnen een straal van 500 meter rondom m.s. Coco en daar geen onrechtmatige of hinderlijke acties te ondernemen of te faciliteren, zolang het m.s. Coco zich in de Clarion Clipperton Zone bevindt, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per uur met een maximum van € 10.000.000,-;
III. althans een dusdanige maatregel te treffen die beoogt de acties van Greenpeace en Phoenix te stoppen en als resultaat heeft de onbelemmerde uitvoering van werkzaamheden van NORI met het m.s. Coco;
IV. met hoofdelijke veroordeling van Greenpeace en Phoenix in de kosten van dit geding.
3.2.
NORI stelt hiertoe – samengevat weergegeven – dat het door de actie van Greenpeace niet meer mogelijk is de duikboot in het water te hijsen of eruit te halen. Hierdoor kan zij haar werkzaamheden niet althans slechts zeer beperkt voortzetten en lijdt zij grote schade omdat al haar kosten doorlopen. De schade bedraagt bijna een miljoen euro per dag ofwel € 40.000,- per uur. Van belang is dat NORI het onderzoek uitvoert met toestemming van de ISA, de autoriteit die bevoegd is in verband met alles wat de zeebodem betreft. NORI beschikt over
freedom of scientific research, een van de vrijheden genoemd in artikel 87 van de UN Convention on the Law of the Sea (UNCLOS). NORI is niet alleen gerechtigd maar ten opzichte van de ISA ook verplicht het onderzoek te doen. Dit volgt uit de overeenkomst van 22 juli 2011 (zie 2.2) en uit de brief van 5 september 2022 van de Secretary General van ISA (zie 2.3).
3.3.
Greenpeace en Phoenix hebben verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Met NORI is de voorzieningenrechter van oordeel dat zij rechtsmacht heeft op grond van artikel 2 Rv omdat Greenpeace en Phoenix in het arrondissement Amsterdam zijn gevestigd.
4.2.
Partijen twisten over de vraag welk recht van toepassing is. De actie van Greenpeace vindt plaats op open zee, buiten nationale wateren. Bij gebrek aan anderszins relevante factoren moet volgens NORI de onrechtmatigheid worden beoordeeld naar Deens recht omdat de Coco onder Deense vlag vaart. NORI heeft als productie 9 een opinie in het geding gebracht van een Deense advocaat waarin staat dat de gedragingen van Greenpeace naar Deens recht onrechtmatig zijn.
Volgens Greenpeace en Phoenix is Nederlands recht van toepassing omdat de gestelde onrechtmatige daad op volle zee plaatsvindt (locus sine lege), hetgeen niet tot aanwijzing van een nationaal recht leidt. Uit artikel 10:164 BW volgt dat in dat geval de lex fori van toepassing is, het recht van de staat waar de vordering is ingesteld, zo betogen zij.
4.3.
Voor zowel toepassing van het Deense als het Nederlandse recht zijn aanknopingspunten te vinden. In dit kort geding wordt in het midden gelaten welk van de twee van toepassing is. Uit de door Greenpeace en Phoenix niet betwiste opinie van de Deense advocaat, volgt immers dat de beoordeling van de gestelde onrechtmatigheid van de gedragingen van Greenpeace en Phoenix naar Deens recht nagenoeg gelijk is aan de beoordeling naar Nederlands recht. Anders dan NORI heeft betoogd kunnen Greenpeace en Phoenix zich ook beroepen op het EVRM.
4.4.
Vervolgens moet worden beoordeeld of de acties van Greenpeace en Phoenix onrechtmatig zijn en moeten worden verboden. Het door NORI onder I gevorderde ziet op (a) een gebod aan Greenpeace en Phoenix tot het staken van alle mogelijke acties met betrekking tot de Coco met onmiddellijke ingang, (b) haar mensen op te dragen van boord te gaan en (c) Greenpeace en Phoenix te verbieden om de Coco op enigerlei wijze te bekladden, beschadigen, belemmeren of hinderen bij het uitvoeren van haar onderzoeken en haar vaart.
4.5.
Phoenix heeft aangevoerd dat zij slechts de eigenaar is van de Arctic Sunrise en geen enkele zeggenschap heeft over wat er op het schip gebeurt. Zij kan de acties dan ook niet beëindigen. Het mogelijk bestaan van een risicoaansprakelijkheid voor schade doet daaraan niet af. Dit standpunt wordt gevolgd. (Risico)aansprakelijkheid voor schade is in dit kort geding geen onderdeel van de vorderingen. Die zijn gericht op beëindiging van de gedragingen van de actievoerders ter plaatse, waarover Phoenix – zo is aannemelijk geworden – niets te zeggen heeft. De vorderingen jegens Phoenix zullen daarom worden afgewezen.
4.6.
Voor de beoordeling van de vorderingen jegens Greenpeace is het volgende relevant. Een aantal actievoerders is zonder toestemming aan boord van de Coco gegaan en is niet van plan het schip op korte termijn te verlaten. Zij houden zich op in de top van het A-frame. Als gevolg daarvan kan de duikboot niet meer in het water worden gelaten. Doordat de actievoerders de noodknop hebben ingedrukt, kan het A-frame niet meer worden ingeklapt, zodat het schip niet kan varen. De noodknop kan mogelijk gereset worden vanaf de brug (NORI was daar niet zeker van) maar dan kan het A-frame gaan bewegen. Er is dan ook sprake van een gevaarlijke situatie. Verder wordt door de belemmering van het neerlaten van de duikboot het onderzoek vertraagd. Daarnaast cirkelen er geregeld twee kajaks met activisten rond de Coco. Zij bevinden zich soms op zeer korte afstand van de Coco. Dat was met name het geval op de momenten dat zij aan boord gingen en toen zij een spandoek aan een kabel bevestigden. Dit is te zien op de filmopnames, die tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding door NORI zijn getoond.
4.7.
Greenpeace wijst er terecht op dat zij op grond van de artikelen 10 en 11 EVRM het recht heeft om actie te voeren (te demonstreren) en haar mening aan het publiek kenbaar te maken. Dat dit mogelijk hinder oplevert jegens het bedrijf waartegen de actie zich richt, doet daar niet aan af. De uitoefening van deze vrijheden mag aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van (onder meer) de nationale veiligheid, openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden en de bescherming van de rechten van anderen.
4.8.
De protestactie van Greenpeace is gericht tegen een kwestie van groot maatschappelijk belang. Greenpeace wijst, als internationaal opererende milieuorganisatie die zich inzet voor een groene planeet, al lange tijd op de catastrofale gevolgen die de diepzeemijnbouw volgens haar en ook volgens een grote groep wetenschappers heeft voor het milieu: de zeebodem en het zeemilieu worden ernstig en/of onomkeerbaar beschadigd, hetgeen blijvende invloed zal hebben op het leven op aarde. Greenpeace heeft vooralsnog voldoende aangetoond dat er in de wetenschap geen communis opinio bestaat dat diepzeemijnen zonder milieuschade kan plaatsvinden en dat het mijnen van mangaanknollen zeer controversieel is. Het is dan ook begrijpelijk dat Greenpeace, in haar rol van
public watchdog, door middel van haar acties aandacht vraagt voor de mogelijk zeer ernstige gevolgen daarvan. Haar pijlen richten zich in dit geval op het onderzoek in de Clarion Clipperton Zone, dat wordt uitgevoerd door NORI, een partij die een commercieel belang heeft bij een voor haar c.q. haar aandeelhouder gunstige uitkomst. NORI wil immers in een later stadium diepzeemijnbouw kunnen uitvoeren. Van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van diepzeemijnen ter plaatse is voorshands dan ook geen sprake. Dit maakt dat Greenpeace een groot belang heeft om actie te voeren.
4.9.
De Coco is echter geen openbare ruimte, maar privé-terrein, zodat NORI de aanwezigheid van de actievoerders daar in beginsel niet hoeft te dulden, tenzij Greenpeace daarvoor zwaarwegende belangen heeft.
Het is Greenpeace in eerste instantie te doen om publiciteit over haar acties, zo heeft zij ter zitting verduidelijkt. Omdat er nu eenmaal weinig verkeer op het water is in het gebied waar de Coco onderzoek doet, maakt Greenpeace filmpjes en foto’s van de spandoeken bij het schip en van de actievoerders in de kajaks en die op de Coco om die via verschillende kanalen onder de aandacht van het publiek te brengen. Inmiddels verblijven er nu een kleine week actievoerders op het schip en heeft Greenpeace gelegenheid gehad foto’s en filmpjes te maken van deze actie. Het belang bij voorzetting van deze bezetting is dan ook gering. Daar staat tegenover het belang van NORI dat zij verantwoordelijk is voor de veiligheid van alle aanwezigen op de Coco. Ondanks de volgens Greenpeace goede voorbereiding en training van de actievoerders, is het onafgebroken (gedurende dag en nacht) verblijf van de actievoerders op de top van het A-frame van het schip niet zonder risico’s. Greenpeace erkent dat er risico’s zijn, maar vindt die kennelijk acceptabel. Die opvatting wordt echter niet gedeeld. Het belang bij het voorkomen van een ernstig ongeval weegt zwaarder dan het belang van Greenpeace bij voortzetting van de actie op de Coco, die al een kleine week duurt en waarmee Greenpeace haar punt reeds heeft kunnen maken. Daar komt bij dat door de aanwezigheid van de actievoerders de voortgang van het onderzoek wordt vertraagd, hetgeen leidt tot schade. Greenpeace heeft geen indicatie willen geven van de duur van de voortzetting van haar bezetting. Dit alles maakt dat Greenpeace zal worden geboden haar mensen op te dragen van boord van de Coco te gaan. De gevorderde dwangsommen worden beperkt en gemaximeerd als hierna te melden. De dwangsom zal niet per uur worden opgelegd, maar, zoals gebruikelijk, per dag.
4.10.
Dat er sprake is van serieuze beschadigingen aan het schip door actievoerders van Greenpeace heeft NORI niet onderbouwd en is ook niet aannemelijk geworden. Daarvoor heeft NORI onvoldoende gesteld. Bekladding heeft in het geheel niet plaatsgevonden. Greenpeace heeft, met name door de aanwezigheid van de actievoerders op het schip, NORI wel gehinderd bij de uitvoering van haar onderzoek en haar vaart. Nu Greenpeace de actievoerders met dit vonnis dient te gebieden de Coco te verlaten zal die hinder een stuk minder worden. Een zekere mate van hinder bij het voeren van protestacties is onvermijdelijk. Hinderlijke acties, zonder dat nu reeds concreet wordt beschreven waaruit die hinder bestaat, kunnen niet bij voorbaat worden verboden. De vordering die strekt tot een verbod tot op enigerlei wijze bekladden, beschadigen, belemmeren of hinderen bij het uitvoeren van haar onderzoeken en haar vaart (onderdeel c van vordering I) wordt daarom afgewezen.
Het gevorderde gebod tot het staken van alle mogelijke acties met betrekking tot de Coco (onderdeel a van vordering I) gaat veel verder dan voor het te bereiken doel noodzakelijk is en zal daarom worden afgewezen.
4.11.
De conclusie tot zover is dat van vordering I alleen onderdeel (b) (zie 4.4) toewijsbaar is.
4.12.
Vordering II houdt in dat NORI vordert Greenpeace te verbieden om in een periode van zes maanden na de betekening van dit vonnis zich met de haren te bevinden binnen een straal van 500 meter rondom de Coco en daar geen onrechtmatige of hinderlijke acties te ondernemen of te faciliteren, zolang de Coco zich in de Clarion Clipperton Zone bevindt. Ter zitting heeft NORI verduidelijkt dat zij met onrechtmatige of hinderlijke acties doelt op het soort acties die Greenpeace momenteel uitvoert.
Het verbod ziet op toekomstige acties van Greenpeace, waarvan niet op voorhand kan worden aangenomen dat die onrechtmatig zijn, omdat de omstandigheden waaronder die (mogelijke) acties plaatsvinden op dit moment niet bekend zijn.
Daar komt bij dat acties op open zee binnen een straal van 500 meter rondom de Coco niet bij voorbaat onrechtmatig zijn. NORI heeft voor de grondslag van haar vordering verwezen naar een persbericht van de Secretary-General van de ISA van 27 november 2023, waarin hij (onder meer) zegt op grond van Regulation 33 van de Regulations on Prospecting and Exploration for Polymetallic Nodules maatregelen te hebben genomen waarbij hij aanwezigen in de nabijheid van de Coco (anderen dan de crew van de Coco) oproept om een veiligheidsafstand van tenminste 500 meter van de Coco aan te houden. Het lijkt hier te gaan om een oproep, geen afdwingbare maatregel. Onduidelijk is in hoeverre deze instantie bevoegd is de genoemde maatregelen ook daadwerkelijk aan (in dit geval) Greenpeace op te leggen. Regulation 33 ziet op ‘
immediate measures of a temporary nature as are practical and reasonable in the circumstances to prevent, contain and minimize serious harm or the threat of serious harm to the marine environment’. Voornoemd persbericht en de daarin genoemde maatregelen waren ter zitting bij Greenpeace niet bekend en zij is hierover ook niet gehoord door de Secretary-General van ISA. NORI heeft nog verwezen naar Voorschrift 6 van het Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee (COLREGS). In dit voorschrift is echter geen basis te vinden op grond waarvan Greenpeace een afstand van 500 meter rond de Coco zou moeten aanhouden.
4.13.
Greenpeace heeft verder uitvoerig betoogd dat zij er alles aan heeft gedaan en zal blijven doen om gevaarlijke situaties op het water te vermijden. Er zijn altijd rubberboten in de nabijheid van de kajakken en er is voortdurend contact met de actievoerders in de kajaks en – zo nodig – met de kapitein van de Coco. Zoals al is overwogen is een zekere mate van hinder bij het voeren van protestacties onvermijdelijk. Het opleggen van een verbod aan Greenpeace om zich te bevinden binnen een straal van 500 meter rondom de Coco, zonder dat er concrete aanwijzingen zijn voor de noodzaak daarvan, is een te grote inbreuk op het recht van Greenpeace om actie te voeren. Greenpeace dient zich vanzelfsprekend te houden aan de wet en regelgeving, waaronder de COLREGS.
4.14.
Nu Greenpeace en NORI over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat zij ieder hun eigen kosten dragen. NORI behoort wel de kosten van Phoenix te betalen, nu de vordering tegen Phoenix is afgewezen. Aangezien Greenpeace en Phoenix gezamenlijk verweer hebben gevoerd worden de kosten van Phoenix afzonderlijk begroot op nihil.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
gebiedt Greenpeace met onmiddellijke ingang haar mensen op te dragen van boord van het motorschip Coco te gaan,
5.2.
veroordeelt Greenpeace om aan NORI een dwangsom te betalen van € 50.000,00 voor iedere dag dat zij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoetvoldoen, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
veroordeelt NORI in de proceskosten van Phoenix, tot op heden begroot op nihil,
5.5.
bepaalt dat de proceskosten tussen NORI en Greenpeace worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MV