In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 24 november 2023, in de zaak tussen eiseres en het UWV, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een WIA-uitkering beoordeeld. Eiseres had haar aanvraag ingediend na een periode van ziekte, waarbij zij zich eerst ziek meldde vanwege een zwangerschap en later vanwege rugklachten. Het UWV had haar aanvraag afgewezen op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 0%, wat betekent dat zij in staat werd geacht om meer dan 65% van haar eerdere loon te verdienen. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat haar medische beperkingen niet goed waren ingeschat door het UWV.
De rechtbank constateert dat het UWV de aanvraag op zorgvuldige wijze heeft beoordeeld, met inachtneming van rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Eiseres had niet onderbouwd dat zij zonder begeleiding niet kan functioneren, en de rechtbank oordeelt dat de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep logisch en navolgbaar zijn. Eiseres had geen rapport van een arts overgelegd om haar claims te onderbouwen, wat haar positie verzwakte.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het UWV de aanvraag van eiseres om een WIA-uitkering terecht heeft afgewezen. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische beoordelingen in arbeidsongeschiktheidszaken en de rol van de rechtbank in het toetsen van de zorgvuldigheid van de besluitvorming door het UWV.