Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Feiten
2. de opgeëiste persoon mag geen telefonisch contact, middellijk noch onmiddellijk, hebben met anderen zonder uitdrukkelijke toestemming van de officier van justitie te Amsterdam;
deze beperking geldt niet ten aanzien van telefonisch verkeer met de raadsman, justitiële autoriteiten en commissie van toezicht;
3. de opgeëiste persoon mag geen brieven resp. pakketjes verzenden of ontvangen zonder uitdrukkelijke toestemming van en na controle door of vanwege de officier van justitie;
deze beperking geldt niet ten aanzien van correspondentie met de raadsman, en justitiële autoriteiten en commissie van toezicht;
4. de opgeëiste persoon mag geen enkel contact hebben - mondeling noch schriftelijk noch telefonisch, middellijk noch onmiddellijk - met medegedetineerde(n);
5. het is de opgeëiste persoon WEL toegestaan om televisie te kijken en kranten/tijdschriften te lezen op zijn cel. Het is de opgeëiste persoon NIET toegestaan hierbij gebruik te maken van een computer / mobiele telefoon.”
3.Inhoud van het bezwaarschrift
4.Standpunt van de officier van justitie
5.Beoordeling door de rechtbank
6.Beslissing
ONGEGROND.