7.3Het oordeel van de rechtbank
7.3.1De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
7.3.2De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
7.3.3Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een aantal nare feiten. Hij heeft zijn hond [naam hond] tot twee keer toe met een mes gestoken, als gevolg waarvan Beer uiteindelijk geëuthanaseerd moest worden. Bij zijn aanhouding op 13 maart 2023 in zijn woning heeft verdachte zich vervolgens flink misdragen. Een van de politieagenten die buiten stond mag van geluk spreken dat hij niet is geraakt door de bierpul die verdachte naar buiten heeft gegooid. Een gedeelte van deze bierpul heeft de auto van een van de buren van verdachte geraakt. Eerder al heeft verdachte ook voor ophef in de buurt gezorgd door zijn hond op de in de woning van zijn buren aanwezige schilder aan te hitsen.
7.3.4De rechtbank rekent het bewezenverklaarde in zaak A verdachte, overeenkomstig het door de psycholoog en de psychiater in de Pro Justitia-rapportage van 19 juni 2023 geformuleerde advies, in verminderde mate toe.
7.3.5De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 1 november 2023. Hieruit blijkt dat verdachte recent (op 10 juni 2022) nog is veroordeeld voor een tweetal bedreigingen, een mishandeling, een vernieling en verboden wapenbezit. In het kader van deze veroordeling loopt verdachte nog in een proeftijd tot en met 23 juni 2024.
7.3.6Alles afwegende en in bijzonder in aanmerking genomen de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, legt de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf van 255 dagen op, met aftrek van voorarrest, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
7.3.7Uit de eerdergenoemde Pro Justitia-rapportage blijkt dat verdachte te kampen heeft met een bipolaire stoornis en een stoornis in het gebruik van alcohol. In het geval van alcoholmisbruik is daarnaast sprake van antisociaal gedrag. De reclassering heeft in haar rapport een aantal bijzondere voorwaarden geadviseerd, te weten: een meldplicht, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, het meewerken aan middelencontrole en een houdverbod van dieren. Alle partijen, inclusief verdachte zelf en de betrokken rapporteurs/hulpverleners, zijn het erover eens dat verdachte hulp nodig heeft. Verdachte lijkt gemotiveerd te zijn om hieraan mee te werken.
7.3.8Gelet op het bovenstaande verbindt de rechtbank aan het voorwaardelijke deel van de onder 7.3.6 geformuleerde straf de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapport van 7 november 2023. Verdachte heeft op de dag van de uitspraak in totaal 204 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht. De op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf betekent dat verdachte effectief nog drie weken in detentie zit. Dit geeft de betrokken hulpverlening naar verwachting voldoende tijd om aansluitend aan de detentie van verdachte een opnameplek voor hem te regelen.
7.3.9De rechtbank legt aan verdachte, conform het voornoemde reclasseringsadvies, ook een onmiddellijk houdverbod voor honden op. Aangezien er, gelet op de omstandigheid dat verdachte zich meermalen heeft schuldig gemaakt aan het mishandelen van zijn hond, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat de gezondheid of het welzijn van een of meer dieren benadeelt, zal de proeftijd tien jaren zijn. De rechtbank koppelt aan deze voorwaarde een medewerkingsplicht, teneinde de reclassering, de Landelijke Inspectie Dierenbescherming, de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en de politie in staat te stellen de toezichthoudende taken te kunnen uitoefenen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
7.3.10Verdachte heeft zich onder andere schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, te weten [slachtoffer 1] . Gelet op de psychische problematiek die speelt bij verdachte is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de aan verdachte op te leggen bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
Schuldigverklaring zonder oplegging van een straf of maatregel t.a.v. zaak B
7.3.11Verdachte heeft zich ten aanzien van het in zaak B ten laste gelegde schuldig gemaakt aan een overtreding. Gelet op de voor de overige feiten aan verdachte op te leggen voornoemde straf verklaart de rechtbank verdachte voor dit feit schuldig, maar legt zij aan hem geen straf of maatregel op.