ECLI:NL:RBAMS:2023:7536

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
C/13/741172 / KG ZA 23-940
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslag op bankrekeningen in geschil tussen moeder en dochter over lening of schenking

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en haar dochter. De dochter, eiseres, vorderde de opheffing van conservatoire beslagen die door de moeder, gedaagde, waren gelegd op haar bankrekeningen. De moeder had op 24 juli 2023 een bedrag van $300.000,00 overgemaakt naar de bankrekening van de dochter, met de bedoeling om samen een Bed and Breakfast te starten. De dochter stelt dat dit bedrag een schenking was, terwijl de moeder beweert dat het een lening betrof voor een gezamenlijk project. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en bewijsstukken overgelegd. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van de moeder niet summierlijk ondeugdelijk was, en dat het beslag in beginsel gehandhaafd moest blijven. De rechter weigerde de gevraagde voorzieningen en verrekende de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de belangen van beide partijen af te wegen, en dat het beslag dient om te waarborgen dat verhaal mogelijk is in een eventuele bodemprocedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/741172 / KG ZA 23-940 MDvH/MvG
Vonnis in kort geding van 21 november 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres bij dagvaarding van 30 oktober 2023,
advocaat mr. M.J. de Vries te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] (Aruba) ,
gedaagde,
advocaat mr. M.F. Schouten te Zeist.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2023, waar partijen en hun advocaten aanwezig waren, heeft [eiseres] de vordering zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is de moeder van [eiseres] (25 jaar oud). [naam 1] (hierna: [naam 1] ) is de ex-man van [gedaagde] en de vader van [eiseres] . Zij hebben samen nog twee zonen, [naam 2] en [naam 3] , en een dochter, [naam 4] (de broertjes en het zusje van [eiseres] ).
2.2.
[gedaagde] is in 2017 verhuisd naar Aruba . [naam 1] , [eiseres] en [naam 3] wonen in de voormalige echtelijke woning in [woonplaats 1] . [naam 2] en [naam 4] studeren in Engeland.
2.3.
[gedaagde] heeft meerdere zorgondernemingen, onder meer op Aruba en in Colombia en Guatemala . De onderneming in Guatemala heet [bedrijf] en deze drijft zij samen met [naam 5] (hierna: [naam 5] ). [eiseres] heeft de afgelopen twee jaar gewerkt voor de onderneming van [gedaagde] op Aruba . Medio mei 2023 is zij hiermee gestopt.
2.4.
[gedaagde] en [eiseres] hebben vervolgens besproken om samen iets te ondernemen. In dat kader hebben zij elkaar op 20 juli 2023, voor zover van belang, de volgende WhatsApp-berichten gestuurd:
[gedaagde] : Kunnen (…) we voor 300k samen egens een bed en breakfast beginnen?
[gedaagde] : Maar liver niet in Nederland maar ergens in Europa?
[eiseres] : Ja dat kan zeker, leuk! Heb je nu 300k?
[gedaagde] : We moeten iets zoeken dat we ook nog budget hebben om het te verbouwen
[gedaagde] : Mijn top 3 is: Hotel of B%B of restaurant en wijngaard met een klein winkeltje erbij
[gedaagde] : Waar we zelf kippen kunnen houden en ook koeien etc en groenten kunnen verbouwen
[gedaagde] : Het liefste in Italië of Spanje of zuid Frankrijk
[gedaagde] : En jij???
[gedaagde] : [link naar een te koop staand landhuis met wijngaard in Piëmont, vzr.]
[eiseres] : Ja dat lijkt me Ook heel leuk!
[gedaagde] : Morgen wordt geld overgemaakt
[gedaagde] : En dan kunnen we los
[gedaagde] : Wij gaan samen op ontdekkingsreis
2.5.
Op 24 juli 2023 is een bedrag van $ 300.000,00 overgemaakt op de bankrekening van [eiseres] bij de Rabobank. Dit bedrag is overgemaakt door [naam 5] vanaf de zakelijke bankrekening van [bedrijf] .
2.6.
In september 2023 heeft [gedaagde] aan [eiseres] gevraagd het geld aan haar terug te storten. Daarover hebben zij elkaar op 7 september 2023, voor zover van belang, de volgende WhatsApp-berichten gestuurd:
[gedaagde] : Ik moet wat regelen met het geld
[eiseres] : Hoe bedoel je?
[gedaagde] : Ik heb het geld nodig wat op jouw bankrekening
[gedaagde] : Staat
[eiseres] : Voor wat?
[gedaagde] : Om iets te kopen
[gedaagde] : Een huis
[gedaagde] : kunnen we dat morgen overmaken?
[eiseres] : Een b&b? We zouden dat toch samen doen en kijken
[gedaagde] : Nee een huis waar ik al een jaar mee bezig ben. Ik ga dat verhuren aan mijn eigen organisatie
[gedaagde] : Maar ik moet het morgen overmaken
[eiseres] : Wat bedoel je?
[gedaagde] : Waarom doe je zo?
[gedaagde] : Het is mijn geld
[gedaagde] : En ik ga jou ook geld geven
[gedaagde] : Voor een B&b
[eiseres] : Je moet eerlijk zijn, je gaat een huis kopen met [naam 5] in guatamala. Vergeet je dat je mij dagen huilend belt omdat deze man je steeds in de steek laat en niks om je geeft. Je geeft je geld aan de verkeerde mensen
[gedaagde] : Nee (…) dit is niet waar
[gedaagde] : Ik ga een gebouw kopen waar we [bedrijf] Guatemala in gaan doen
2.7.
Bij verzoekschrift van 28 september 2023 heeft [gedaagde] de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht om ten laste van [eiseres] beslag te mogen leggen onder de ABN AMRO Bank en de Rabobank. Bij beschikking van 29 september 2023 is het verlof verleend met begroting van de vordering op € 297.970,00.
2.8.
[gedaagde] heeft vervolgens op 29 september 2023 beslag gelegd ten laste van [eiseres] onder de ABN AMRO Bank en de Rabobank. Het beslag onder de ABN AMRO Bank heeft doel getroffen voor een bedrag van € 70.981,95 en onder de Rabobank voor een totaalbedrag van € 9.395,85, alsmede een hoeveelheid effecten (ING Groep). Beide banken hebben meegedeeld dat sprake is van een beslagvrij bedrag van € 1.892,73.
2.9.
[eiseres] heeft tijdens de mondelinge behandeling desgevraagd verklaard dat zij van een deel van het geld een woning heeft gekocht in Algerije (althans heeft besteed aan de inrichting van die woning), samen met haar vriend [naam 6] (hierna: [naam 6] ), die zij omstreeks april 2023 online heeft leren kennen.
2.10.
In een verklaring van [naam 5] van 28 oktober 2023 staat, voor zover van belang, het volgende:
“- The bank account (…) is a common account of [naam 5] (…) and (…) [gedaagde] .
- This bank account is a common bank account from the beginning of the opening of this bank account (August 2022).
- This bank account is only used for our company [bedrijf] Guatemala and is being used as our business account.
- The use of common bank accounts for business purposes is a common practice in Guatemala .
- The 300.000 USD, I transferred on behalf of (…) [gedaagde] on the 24th of July to (…) [eiseres] (…) for a common investment was from the bank account we use only for [bedrijf] Guatemala . This 300.000 USD will be seen as a loan of [bedrijf] to (…) [gedaagde] on her current account (rekening courant).
- In my previous declaration there was a typing error in the date I gave in the declaration. I made this declaration the 11th of September and not the 1th of September.”

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – [gedaagde] te veroordelen de gelegde conservatoire beslagen op te heffen, op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [gedaagde] in de proces- en nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiseres] heeft het volgende aan haar vordering ten grondslag gelegd. [gedaagde] heeft haar het geld geschonken. Aanvankelijk hebben partijen gesproken over het starten van een Bed and Breakfast (B&B), maar toen dit niet van de grond kwam heeft [gedaagde] gezegd dat [eiseres] een huis van het geld mocht kopen. Indien [gedaagde] het geld had willen gebruiken voor een B&B had ze het geld op haar eigen rekening kunnen laten staan. Er zitten zeven weken tussen het moment van het overmaken van het geld, tot het moment dat [gedaagde] aan [eiseres] vraagt om het geld terug te storten. Als het niet de bedoeling was geweest het geld aan [eiseres] te schenken, dan had [gedaagde] wel eerder en meer stappen ondernomen om het geld terug te krijgen. (Telefoon)gesprekken die [eiseres] heeft gevoerd met haar vader, [naam 2] en haar oma (de moeder van [gedaagde] , hierna: de oma) zijn opgenomen op een camera dan wel op haar telefoon. Uit die gesprekken volgt dat [gedaagde] haar het geld heeft geschonken. Bovendien is de schenking door [naam 5] verricht vanaf zijn privérekening, zodat alleen hij een vordering heeft op [eiseres] en het geld van haar kan terugvorderen, mocht er geen sprake zijn van een schenking maar een lening. [eiseres] heeft belang bij het opheffen van het beslag. Het beslag ligt zowel op haar bank- als spaarrekening. Vanwege dit conflict met [gedaagde] , is de relatie tussen [eiseres] en haar vader bekoeld geraakt en woont ze niet langer bij hem in huis. [eiseres] kan op dit moment geen boodschappen doen en is niet in staat een huis te huren. In feite zorgt het beslag ervoor dat [eiseres] dakloos is.
3.3.
[gedaagde] heeft het volgende verweer gevoerd. [eiseres] heeft van jongs af aan extra begeleiding en aandacht gekregen in het gezin en op school om structuur te bieden dan wel te geven aan haar leven. Bij [eiseres] is sprake van een disharmonisch profiel, waardoor sprake is van een aanzienlijk verschil tussen de verbale en de performale intelligentie. [eiseres] kan heel veel dingen niet, maar heel veel dingen ook wel. Zo is ze heel creatief en gastvrij. [gedaagde] en [eiseres] hebben het plan opgevat om samen een B&B te starten. [eiseres] zat op dat moment slecht in haar vel. [gedaagde] wilde [eiseres] de kans geven om in haar kracht te staan en haar talenten te benutten. In het kader van ‘geen woorden maar daden’ heeft [gedaagde] het geld naar [eiseres] overgemaakt. Dit betrof – juridisch – een investering in de vorm van een (verbruik)lening ten behoeve van het gemeenschappelijke plan. [gedaagde] heeft nooit op enig moment daarna tegen [eiseres] gezegd dat ze van het geld een woning voor zichzelf mocht kopen. [naam 5] , de zakenpartner van [gedaagde] in Guatemala , heeft ingestemd met de overboeking van het geldbedrag en heeft de betalingsinstructie aan de lokale bank aldaar verstrekt. Dat deze betaling van de gezamenlijke bankrekening van [gedaagde] en [naam 5] ten behoeve van de onderneming is overgemaakt, komt doordat [gedaagde] op haar privérekening niet beschikte over een dergelijk bedrag. Het bedrag is vervolgens in rekening-courant geboekt ten laste van [gedaagde] . Het betreft daarom een privé-gerelateerde overboeking van [gedaagde] naar de bankrekening van [eiseres] . [gedaagde] heeft dan ook in privé een vordering op [eiseres] . De door [gedaagde] in het geding gebrachte schriftelijke verklaringen van [naam 1] , [naam 2] en de oma geven een andere context aan de gesprekken die zij met [eiseres] hebben gehad en door haar zijn opgenomen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of dat het voortduren van het beslag om andere redenen niet kan worden gerechtvaardigd. Tevens dienen de belangen van beide partijen te worden afgewogen.
4.2.
De voorzieningenrechter acht de vordering waarvoor beslagen zijn gelegd voorshands niet summierlijk ondeugdelijk. Daartoe is het volgende redengevend.
4.3.
[eiseres] heeft niet betwist dat het geld door [gedaagde] aan haar is overgemaakt in het kader van een samen te starten B&B. Dat het geld om die reden aan [eiseres] is overgemaakt volgt voorshands ook uit de onder 2.4 aangehaalde WhatsApp-berichten die partijen elkaar op 20 juli 2023 hebben gestuurd. Toen dit plan vervolgens niet van de grond kwam, heeft [gedaagde] – zo stelt [eiseres] – het geld aan haar geschonken en tegen haar gezegd dat ze er een woning van mocht kopen. Volgens [gedaagde] heeft ze dit nooit tegen [eiseres] gezegd. De onder 2.6 aangehaalde WhatsApp-berichten tussen partijen op 7 september 2023 geven geen steun aan de stelling van [eiseres] , integendeel. Als [gedaagde] haar vraagt het geld terug te storten in verband met de aankoop van een huis in Guatemala , reageert [eiseres] met: “
Een b&b? We zouden dat toch samen doen en kijken”. Dit is geen voor de hand liggende reactie van iemand die meent het geld geschonken te hebben gekregen. [eiseres] neemt in de berichten ook niet het standpunt in dat het geld aan haar is geschonken.
4.4.
[gedaagde] heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat het bedrag ten laste van haar in rekening-courant is geboekt, en dat het bedrag van $ 300.000,00 ten laste van haar vermogen aan [eiseres] is overgemaakt. Het komt ook hoogst onaannemelijk voor dat [naam 5] zo’n groot bedrag ten laste van [bedrijf] Guatemala overmaakt aan de dochter van een zakenpartner.
4.5.
De door [eiseres] in het geding gebrachte video- en geluidopnames van gesprekken tussen haar en haar vader ( [naam 1] ), haar broertje ( [naam 2] ) en haar oma, werpen geen ander licht op de zaak. [gedaagde] heeft van hen schriftelijke verklaringen in het geding gebracht waarin zij schrijven dat de inhoud van deze gesprekken, voor zover daarin overigens al wordt gesproken over een schenking, in een andere context moeten worden gezien.
4.6.
Bij deze stand van zaken kan niet worden geconcludeerd dat de vordering van [gedaagde] waarvoor beslagen zijn gelegd in de bodemprocedure geen kans van slagen heeft. Nu van de ondeugdelijkheid van de vordering niet summierlijk is gebleken, moet het beslag in beginsel gehandhaafd blijven.
4.7.
Een afweging van de wederzijdse belangen van partijen leidt er ook niet toe dat het beslag moet worden opgeheven. Met het beslagvrije bedrag van € 1.892,73 bij zowel de Rabobank als de ABN AMRO Bank kan [eiseres] voorzien in haar primaire levensbehoeften. Het belang van [gedaagde] bij handhaving van het beslag is, gelet op het doel van het beslag, evident: het beslag strekt ertoe te waarborgen dat verhaal mogelijk is als haar vordering in de bodemprocedure (geheel of gedeeltelijk) wordt toegewezen.
4.8.
De proceskosten zullen, zoals gebruikelijk in geschillen tussen een ouder en een kind, worden verrekend, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
verrekent de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MvG