ECLI:NL:RBAMS:2023:7535

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
C/13/742374 / KG ZA 23-1005
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van conservatoir beslag in kort geding tussen Medz Europe B.V. en Formadent D.O.O.

Op 24 november 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een kort geding tussen Medz Europe B.V. en Formadent D.O.O. Medz, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J. Verweij, heeft een vordering ingediend om de opheffing van conservatoire beslaglegging door Formadent, die beslag had gelegd op twee rekeningen van Medz bij ABN AMRO Bank. Formadent had het beslag gelegd omdat Medz vier facturen ter waarde van circa € 65.860,00 onbetaald had gelaten, wat door Medz werd betwist. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de opheffing van een conservatoir beslag kan worden bevolen indien er summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het ingeroepen recht of dat het voortduren van het beslag niet kan worden gerechtvaardigd. In dit geval heeft de rechter geconcludeerd dat de belangenafweging in het voordeel van Medz uitvalt. De rechter heeft vastgesteld dat er substantieel verweer wordt gevoerd door Medz, waardoor niet kan worden vastgesteld of de vorderingen van Formadent summierlijk deugdelijk zijn. Bovendien is het belang van Medz om haar bedrijfsvoering voort te zetten zwaarder gewogen dan de noodzaak voor Formadent om zekerheid voor haar vordering te verkrijgen. De rechter heeft daarom besloten het beslag op te heffen en Formadent in de proceskosten te veroordelen.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/742374 / KG ZA 23-1005 VVV/MvG
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak op 24 november 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDZ EUROPE B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 20 november 2023,
advocaat mr. A.J. Verweij te Ermelo,
tegen
de vennootschap naar Sloveens recht
FORMADENT D.O.O.,
gevestigd te Šempeter pri Gorici, Slovenië,
gedaagde,
advocaat mr. G.C.G. Metz te Den Haag.
Partijen zullen hierna Medz en Formadent worden genoemd.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, en mr. M.F. van Grootheest, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- aan de zijde van Medz: [naam 1] , [functie] ,
[naam 2] , gevolmachtigde, en mr. Verweij;
- aan de zijde van Formadent: mr. Metz.
Partijen hebben producties in het geding gebracht en ter zitting over en weer het woord gevoerd aan de hand van een pleitnotitie. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 29a lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt, dat op 24 november 2023 aan partijen is afgegeven.

1.De gronden van de beslissing

Formadent heeft beslag laten leggen op twee rekeningen van Medz bij ABN AMRO Bank. Formadent heeft hieraan ten grondslag gelegd dat Medz vier facturen onbetaald heeft gelaten. Medz betwist de verschuldigdheid van deze facturen.
De opheffing van een conservatoir beslag kan onder meer worden bevolen, indien op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen zijn verzuimd, summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag, of dat het voortduren van het beslag om andere redenen niet kan worden gerechtvaardigd. Ook als niet is gebleken van de summierlijke ondeugdelijkheid van de vordering kan een belangenafweging ertoe leiden dat het beslag moet worden opgeheven. Dat laatste is hier het geval.
Uit de dagvaarding blijkt en ter zitting is gebleken dat er substantieel verweer wordt gevoerd door Medz tegen de vordering van Formadent van circa € 65.860,00 in hoofdsom. Zodanig dat nu niet meer valt vast te stellen of de vorderingen summierlijk deugdelijk zijn. Dat betekent nog niet dat vastgesteld kan worden dat de vorderingen summierlijk ondeugdelijk zijn. Evenwel een belangenafweging leidt ertoe dat het beslag dient te worden opgeheven.
Daarbij speelt een rol dat informatie over het standpunt van Medz bij het verzoekschrift niet is overgelegd en daarmee geen compleet beeld van het verweer is gegeven. Van belang is ook dat recente jaarstukken van Medz bij de Kamer van Koophandel zijn gedeponeerd, anders dan in het verzoekschrift is vermeld. Verder speelt mee dat Medz graag de handelsrelatie met Formadent wil voortzetten en dat uit hetgeen door het beslag getroffen is (€ 350.000,00) blijkt dat Medz in staat is haar verplichtingen jegens Formadent na te komen. Het gelegde beslag op alle rekeningen van Medz belemmert uiteraard, gezien hetgeen door het beslag getroffen is, de bedrijfsvoering van Medz, die haar salarisbetalingen niet meer kan verrichten, indien het beslag wordt gehandhaafd.
Kortom de noodzaak voor Formadent om zekerheid voor haar vordering te verkrijgen is onvoldoende groot in vergelijking met het belang van Medz om haar bedrijfsvoering te kunnen voortzetten. Daarnaast is onvoldoende duidelijk in hoeverre de vordering van Formadent in een eventuele bodemprocedure toewijsbaar zal blijken te zijn.
Formadent heeft bezwaar gemaakt tegen de late indiening van producties 7 tot en met 9 door Medz - pas gisteravond laat - en heeft verzocht om een akte te mogen indienen. De producties zijn ter zitting besproken en worden toegelaten tot de procedure, maar zijn niet zodanig relevant voor de inhoud van deze beslissing dat een reactie bij akte noodzakelijk is, aangezien de beslissing is gebaseerd op de dagvaarding en op hetgeen overigens ter zitting is verklaard.
Het voorgaande leidt ertoe dat de vordering van Medz om de beslagen op te heffen zal worden toegewezen. Om praktische redenen zal de voorzieningenrechter de beslagen zelf opheffen.
Formadent wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

2.De beslissing

2.1.
heft op de op 14 november 2023 door Formadent ten laste van Medz onder ABN AMRO Bank gelegde conservatoire derdenbeslagen,
2.2.
veroordeelt Formadent in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Medz begroot op € 106,73 aan kosten dagvaarding, € 676,00 aan griffierecht en € 1.079,00 aan salaris advocaat,
2.3.
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
2.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.