ECLI:NL:RBAMS:2023:7531

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
10403338 CV EXPL 23-4076
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toets consumentenrecht in huurzaak met afwijzing van vordering en geen vaststellingsovereenkomst opgenomen in het vonnis

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 23 november 2023 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund N.V. (eiseres) en een consument (gedaagde). De procedure begon met een dagvaarding op 8 maart 2023, gevolgd door verschillende processtukken en een mondelinge behandeling op 16 november 2023. Tijdens deze zitting zijn beide partijen niet verschenen, omdat zij een minnelijke regeling hadden getroffen, maar dit niet tijdig aan de kantonrechter hadden doorgegeven.

De kantonrechter heeft in zijn vonnis benadrukt dat de overeenkomst tussen Bouwinvest en de gedaagde een consumentenovereenkomst betreft, wat betekent dat er ambtshalve toetsing aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht moet plaatsvinden. Bouwinvest was in de gelegenheid gesteld om de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden in het geding te brengen, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor was de kantonrechter niet in staat om de bedingen op oneerlijkheid te toetsen, wat essentieel is in het kader van consumentenbescherming.

De rechter concludeerde dat Bouwinvest niet aan haar stelplicht had voldaan, omdat zij de benodigde documenten niet had overgelegd. Dit leidde tot de afwijzing van de vordering. De kantonrechter heeft ook bepaald dat Bouwinvest in de proceskosten van de gedaagde wordt veroordeeld, maar deze kosten zijn begroot op nihil. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10403338 CV EXPL 23-4076
vonnis van: 23 november 2023
fno.: 34626

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de naamloze vennootschap Bouwinvest Dutch Institutional Residential Fund N.V.

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Bouwinvest
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s.
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

Verloop van de procedure

Bouwinvest heeft [gedaagde] gedagvaard. [gedaagde] is verschenen. In het dossier bevinden zich de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 8 maart 2023 met producties;
- het proces-verbaal van het mondeling antwoord met producties van 28 maart 2023;
- het tussenvonnis van 13 april 2023;
- de conclusie van repliek met een productie van 22 juni 2023;
- het tussenvonnis van 17 augustus 2023;
- de dagbepaling mondelinge behandeling.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 november 2023. Beide partijen noch gemachtigden zijn verschenen. Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.
Kort na de zitting heeft de gemachtigde van Bouwinvest bij e-mail van 16 november 2023 meegedeeld dat de reden dat geen van partijen ter zitting zijn verschenen erin is gelegen dat zij inmiddels een minnelijke regeling hebben getroffen, die zij in een vonnis vastgelegd wilden hebben, maar dat is verzuimd dit aan de kantonrechter door te geven. Bouwinvest heeft verzocht dit alsnog te doen.

Gronden van de beslissing

1. Hetgeen is overwogen in het tussenvonnis van 17 augustus 2023 dient als herhaald en ingelast te worden beschouwd.
2. De overeenkomst die in deze procedure centraal staat is gesloten met een consument, zodat ambtshalve toetsing aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht moet plaatsvinden. Dit geldt ook in het geval partijen ter zake een minnelijke regeling hebben getroffen, die zij in een vonnis of in een andere voor executie vatbare titel vastgelegd willen hebben.
3. Om de huurovereenkomst en de algemene voorwaarden te kunnen toetsen heeft de kantonrechter bij tussenvonnis van 17 augustus 2023 Bouwinvest in de gelegenheid gesteld om deze stukken bij akte op 14 september 2023 in het geding te brengen. Bouwinvest heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Ook op een later moment heeft Bouwinvest deze stukken niet in het geding gebracht, terwijl Bouwinvest op de hoogte wordt geacht te zijn van het belang van deze stukken, mede gezien al gewezen vonnissen in zaken van Bouwinvest.
4. Nu Bouwinvest niet de huurovereenkomst en de op de overeenkomst van toepassing verklaarde algemene voorwaarden heeft overgelegd, is toetsing van bedingen op oneerlijkheid niet mogelijk. Door de voor de beoordeling van belang zijnde feiten niet volledig aan te voeren heeft Bouwinvest de taak van de kantonrechter, te weten ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden, onmogelijk gemaakt.
5. Als in een vonnis een regeling wordt opgenomen in een consumentenzaak, zoals Bouwinvest verzoekt, dient de kantonrechter de vaststellingsovereenkomst eveneens te toetsen. Dit is niet mogelijk nu de huurovereenkomst en algemene voorwaarden niet zijn overgelegd. Ook is niet gebleken dat [gedaagde] op de hoogte is van zijn rechten als consument en de gevolgen daarvan voor zijn verplichtingen uit de overeenkomst en dat hij bewust hiervan afstand heeft gedaan.
6. Bouwinvest heeft dan ook niet voldaan aan haar stelplicht, zodat de vordering wordt afgewezen.

Beslissing

De kantonrechter:
I. wijst de vordering af;
II. veroordeelt Bouwinvest in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.