8.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een 6-pack bier. Winkeldiefstal is een ergerlijke vorm van criminaliteit die voor winkeliers veel hinder en schade oplevert. Verdachte heeft door zijn handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van het desbetreffende winkelbedrijf.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van GGZ Reclassering Inforsa van
26 april 2023, opgemaakt door mevrouw [persoon] . Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Bij verdachte is sprake van ernstige middelenproblematiek. Verdachte gebruikt alcohol en hij rookt cocaïne. Verdachte verblijft veelal bij zijn moeder, die net als hij verslaafd is aan drugs. Verder beschikt verdachte niet over werk. Verdachte staat onder bewindvoering vanwege zijn schulden. Verdachte is gediagnostiseerd met een angststoornis en PTSS.
Er is meermalen met reclasseringstoezicht geprobeerd om de negatieve spiraal waarin verdachte zich bevindt te doorbreken, maar verdachte heeft daar niet of onvoldoende gebruik van gemaakt. Verdachte is herhaaldelijk zijn afspraken met de reclassering niet nagekomen.
Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. Het wordt noodzakelijk geacht om een langdurige klinische behandeling in te zetten om tot gedragsverandering te komen en het hoge risico op recidive te verminderen. De reclassering ziet geen mogelijkheden meer om verdachte in een drangkader te begeleiden. De forse verslavingsproblematiek, de zwakke huidige sociaal maatschappelijke situatie en de beperkte responsiviteit en probleembesef maken dat alle interventies tot nu toe niet hebben geleid tot het doorbreken van de vicieuze cirkel en daarmee vermindering van de kans op recidive. Binnen het kader van de ISD-maatregel kan verdachte zijn huidige motivatie tonen en kan er worden gewerkt aan gedragsverandering. De reclassering adviseert aan verdachte de onvoorwaardelijke ISD-maatregel voor de duur van twee jaar op te leggen.
De rechtbank heeft ter terechtzitting van 4 mei 2023 reclasseringswerker [persoon] , verbonden aan GGZ Reclassering Inforsa te Amsterdam, als deskundige gehoord. Zij heeft verklaard – kort samengevat – dat zij het advies tot oplegging van de ISD-maatregel handhaaft. Zij heeft hierop nog aangevuld dat verdachte de ernst van zijn verslaving niet inziet en dat het doel van verdachte, om terug te keren naar [land] en daar bij zijn familie zijn leven weer op te bouwen, onvoldoende is om abstinent te blijven van alcohol. Verdachte heeft professionele begeleiding nodig om zijn abstinentie vol te houden, aldus [persoon] .
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van het bewezen geachte feit aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt.
Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, te weten een diefstal.
Uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 31 maart 2023 (strafblad) blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan het plegen van de diefstal (op 5 februari 2023) ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf. Verder is die diefstal begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er moet, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan.
Blijkens het strafblad is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt. Verdachte is namelijk een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven. Het gaat hierbij om ‘misdrijf
feiten’ en niet zoals door de raadsman is gesteld om processen-verbaal. Een proces-verbaal kan dus zien op meerdere feiten. Verder is ten minste één van die processen-verbaal opgemaakt in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Ook eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande
de ISD-maatregelopleggen. Anders dan de officier van justitie en de reclassering ziet de rechtbank echter aanleiding deze maatregel in
voorwaardelijke vormop te leggen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank heeft zoals gezegd acht geslagen op het reclasseringsrapport waarin staat beschreven dat verdachte een hardnekkige alcohol- en drugsverslaving heeft en dat hij, in combinatie met zijn onstabiele leefsituatie, steeds komt tot het plegen van strafbare feiten. Eerder aan verdachte opgelegde voorwaarden en interventies hebben niet tot gedragsverandering of vermindering van het recidiverisico geleid. De rechtbank constateert echter ook dat verdachte nu langer dan ooit eerder in detentie zit, al enige tijd stelt abstinent te zijn en zeer gemotiveerd is om op eigen kracht de negatieve spiraal te doorbreken en abstinent te blijven.
Gelet op de door verdachte ter zitting van 4 mei 2023 geuite wil om naar [land] te vertrekken, om aldaar bij zijn vader en andere familieleden te gaan wonen en werken, ziet de rechtbank een alternatief voor het opleggen van de onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
De rechtbank ziet, op grond van het hiervoor overwogene en in dit specifieke geval, aanleiding om verdachte nog één kans te geven om op eigen benen, máár met de ISD-maatregel als grote stok achter de deur, zijn leven op de rit te krijgen. De rechtbank zal daarom de ISD-maatregel in voorwaardelijke vorm opleggen. Verdachte heeft in de eerder aan hem opgelegde straffen, waarbij hij zich niet heeft weten te houden aan de gestelde voorwaarden, niet een dergelijke grote stok achter de deur gehad. De rechtbank vindt dat verdachte die kans nog moet worden geboden en ziet daartoe ook ruimte, gelet ook op het strafblad van verdachte. Alle omstandigheden afwegend vindt de rechtbank onvoorwaardelijke oplegging van de ISD-maatregel nu nog een stap te ver.
Mocht verdachte toch in Nederland opnieuw een strafbaar feit plegen, dan zal verdachte de nu voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel alsnog moeten ondergaan.
De rechtbank bepaalt dat de maatregel voor een termijn van twee jaar wordt opgelegd en dat de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering wordt gebracht op de duur van de maatregel.