ECLI:NL:RBAMS:2023:7496

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
AMS 23/6305
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake openbaarmaking kansspelbeleid

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 november 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, een inwoner van Uithoorn, afgewezen. Verzoekster had verzocht om de Kansspelautoriteit te verplichten om uiterlijk op 30 november 2023 alle deelbesluiten te nemen op haar Woo-verzoek. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van onverwijlde spoed, omdat de Kansspelautoriteit al drie deelbesluiten zal nemen vóór de deadline van 4 december 2023, en verzoekster niet heeft onderbouwd waarom het vierde deelbesluit essentieel is voor haar verdediging in een civiele procedure die gepland staat op 14 december 2023.

De voorzieningenrechter wijst erop dat verzoekster de mogelijkheid heeft om uitstel van de comparitie te vragen aan de civiele rechter, indien zij meent dat het vierde deelbesluit onmisbaar is. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 23/6305

uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 november 2023 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit Uithoorn, verzoekster

(gemachtigden: mr. G.J.M.E. de Bont en C.J.M. Perraud).
en

de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit, verweerder.

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, inhoudende dat verweerder uiterlijk op
30 november 2023 alle deelbesluiten neemt op het Woo [1] -verzoek van verzoekster.
1.2.
Op grond van artikel 8:81 van de Awb [2] kan de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
1.3.
De voorzieningenrechter kan op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb zonder behandeling op zitting uitspraak doen, onder meer als het verzoek kennelijk ongegrond is. De voorzieningenrechter ziet aanleiding van deze bevoegdheid gebruik te maken.

Feiten en omstandigheden

2.1.
Verzoekster heeft op 21 april 2022 verzocht om openbaarmaking van bescheiden inzake het kansspelbeleid. Verweerder heeft dit verzoek afgewezen, waartegen verzoekster bezwaar heeft gemaakt. Op 5 oktober 2022 heeft verweerder een beslissing op het bezwaar genomen en beslist dat geen documenten openbaar zullen worden gemaakt.
2.2.
Op 15 november 2022 heeft verzoekster beroep ingediend tegen de beslissing op bezwaar. Deze zaak is bij de rechtbank bekend onder zaaknummer AMS 22/5485 . De rechtbank heeft de behandeling van de zaak gepland op een zitting van 31 maart 2023.
2.3.
Op 24 maart 2023 heeft verweerder de beslissing op bezwaar ingetrokken en laten weten uiterlijk op 31 mei 2023 een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De rechtbank heeft op verzoek van verweerder de behandeling van het beroep op de zitting van 31 maart 2023 verdaagd en de zaak op een zitting van 11 september 2023 gepland.
2.4.
Op 31 mei 2023 heeft verweerder laten weten niet in staat te zijn uiterlijk 31 mei 2023 een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Op 22 augustus 2023 heeft verweerder bekendgemaakt dat het verzoek in deelbesluiten zal worden afgehandeld en een eerste deelbesluit genomen.
2.5.
De rechtbank heeft de zitting van 11 september 2023 verdaagd en de behandeling van de zaak op een zitting van 19 december 2023 gepland.
2.6.
Verzoekster heeft op 3 november 2023 haar verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Dit verzoek geldt als een verzoek gedaan hangende het beroep bij de rechtbank.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3.1.
De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81 van de Awb een voorlopige voorziening als ‘onverwijlde spoed’ dat vereist.
3.2.
Verzoekster voert aan dat het spoedeisend belang is gelegen in de geplande comparitie in een civiele procedure op 14 december 2023, waarvoor gemachtigden tot uiterlijk 4 december 2023 nadere stukken aan het dossier kunnen toevoegen. Verzoekster heeft alle deelbesluiten van verweerder nodig vóór 4 december 2023, zodat zij deze in de civiele procedure kan inbrengen. Verzoekster verzoekt de voorzieningenrechter te oordelen dat verweerder alle deelbesluiten uiterlijk 30 november 2023 dient te nemen en de verzochte documenten uiterlijk op 30 november 2023 openbaar dient te maken.
3.3.
De voorzieningenrechter heeft verweerder op 3 november 2023 gevraagd wanneer de resterende deelbesluiten zullen worden genomen. Verweerder heeft op 10 november 2023 laten weten dat het tweede deelbesluit (over het Document Management Systeem) in de week van 20 november 2023 zal worden genomen en dat het derde deelbesluit (over de Outlook mailboxen) in de week van 27 november 2023 zal worden genomen. Verweerder heeft daarbij aangegeven dat bij de eerste drie deelbesluiten de voornaamste informatiebronnen binnen de Kansspelautoriteit zijn onderzocht. Verweerder verwacht niet dat in de werkmappen op de fileserver documenten worden gevonden die relevant zijn en waarop niet reeds in een eerder deelbesluit is beslist. Volgens verweerder worden documenten ook opgeslagen in het Document Management Systeem, dat reeds voor het tweede deelbesluit is bevraagd. Eventuele relevante e-mails komen naar voren bij het derde deelbesluit. Verweerder stelt dat de zoekslag binnen de fileserver daarentegen wel omvangrijk is, vanwege de zoektermen die zijn opgegeven door verzoekster en het handmatig moeten beoordelen van de relevantie van de documenten. Verweerder zet daarom haar capaciteit in om in november het tweede en derde deelbesluit af te ronden.
3.4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen sprake is van onverwijlde spoed. Uit de toelichting van verweerder volgt dat verweerder drie deelbesluiten zal nemen vóór
4 december 2023. Uit de toelichting volgt ook dat bij de drie deelbesluiten de voornaamste informatiebronnen van verweerder zijn onderzocht. Verzoekster heeft niet onderbouwd waarom het onderwerp van het vierde deelbesluit zodanig van belang is dat deze onmisbaar is voor het voeren van de verdediging in de civiele procedure.
3.5.
Overigens heeft de voorzieningenrechter verzoekster voorgesteld uitstel van de comparitie te vragen aan de civiele rechter indien zij zich op het standpunt stelt dat de inhoud van het vierde deelbesluit onmisbaar is voor het voeren van die procedure. Het is de voorzieningenrechter niet gebleken of verzoekster dit heeft geprobeerd.

Conclusie

4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Hirzalla, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. I.G.A. Karregat, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 november 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Wet open overheid.
2.Algemene wet bestuursrecht.