In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 november 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV. Eiser, die zich op 5 oktober 2016 ziekmeldde, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het UWV weigerde deze omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiser was het niet eens met deze beslissing en heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De rechtbank heeft het beroep van eiser beoordeeld aan de hand van de medische situatie op 3 oktober 2018, de datum waarop het UWV stelde dat eiser 20,69% arbeidsongeschikt was.
De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiser geen recht heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiser op overtuigende wijze heeft gemotiveerd en dat er geen reden is om aan de geschiktheid van de geduide functies te twijfelen. Eiser heeft zijn standpunt niet voldoende onderbouwd, waardoor de rechtbank geen aanleiding ziet om het UWV te volgen in de bezwaren van eiser. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en dat de door hem gemaakte proceskosten niet vergoed worden.
De uitspraak is gedaan door mr. M. de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Centrale Raad van Beroep.