ECLI:NL:RBAMS:2023:7485

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
10486749 CV EXPL 23-6313
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen en proceskosten door stichting NWP tegen HAL24K B.V.

In deze civiele procedure vordert de stichting Netherlands Water Partnership (NWP) betaling van openstaande facturen van de besloten vennootschap HAL24K B.V. (HAL). De vordering betreft een totaalbedrag van € 15.646,50, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De procedure is gestart met een dagvaarding op 14 april 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord en een tussenvonnis op 6 juli 2023. HAL heeft een deel van de facturen erkend, maar betwist de hoogte van de bedragen en de verplichting tot betaling. NWP heeft de facturen onderbouwd met bewijsstukken, waaronder inschrijfformulieren en correspondentie over de congressen WEFTEC Chicago en Aquatech Amsterdam, waarvoor HAL een standplaats had gehuurd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat NWP voldoende bewijs heeft geleverd voor de overeenkomst en de verschuldigdheid van de facturen. HAL is veroordeeld tot betaling van het volledige gevorderde bedrag, inclusief rente en proceskosten, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 10486749 \ CV EXPL 23-6313
Vonnis van 24 november 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING NETHERLANDS WATER PARTNERSHIP,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eisende partij,
hierna te noemen: NWP,
gemachtigde: mr. L. Bentohami,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HAL24K B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: HAL,
gemachtigde: mr. W.J. Tielemans.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 april 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 6 juli 2023, waarin is bepaald dat schriftelijk zal worden voortgeprocedeerd,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de constatering op de rol van 29 september 2023 dat HAL niet van dupliek heeft gediend, waarna het recht om dat alsnog te doen is komen te vervallen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
NWP is een koepelorganisatie ten behoeve van de Nederlandse watersector.
2.2.
In 2019 was NWP betrokken bij de organisatie van de congressen WEFTEC Chicago 2019 en Aquatech Amsterdam 2019. HAL heeft bij NWP een (deel van een) standplaats gehuurd voor deze congressen. NWP heeft HAL hiervoor de volgende facturen gestuurd:
  • een factuur van 27 mei 2019 ter hoogte van € 8.349,00 inclusief btw met als referentie ‘Deelname WEFTEC Chicago’,
  • een factuur van 29 oktober 2019 ter hoogte van € 3.630,00 inclusief btw met als referentie ‘Deelname Aquatech 2019’.
2.3.
Op 11 februari 2021 heeft HAL een bedrag van € 998,25 aan NWP betaald.
2.4.
HAL is op enig moment lid geworden van NWP. Op 12 maart 2021 en 2 maart 2022 heeft NWP een bedrag van € 1.500,00 aan HAL gefactureerd voor de contributie van 2021 en 2022.
2.5.
Incassobureau Ultimoo Incasso B.V. heeft HAL schriftelijk en telefonisch gesommeerd de facturen van NWP te voldoen. Een afgesproken betalingsregeling is niet nagekomen door HAL.
2.6.
De advocaat van NWP heeft HAL met een brief van 14 februari 2023 gesommeerd om de openstaande factuurbedragen van in totaal € 13.980,75 te voldoen. Ook is in deze brief aanspraak gemaakt op vergoeding van de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
2.7.
De advocaat van HAL heeft op de sommatie gereageerd met de mededeling dat hij graag met de advocaat van NWP in overleg treedt over de wijze waarop een en ander kan worden opgelost.

3.Het geschil

3.1.
NWP vordert, samengevat, dat de kantonrechter HAL bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeelt tot betaling van:
€ 15.646,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 13.980,75 vanaf 15 februari 2023,
de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Het bedrag van € 15.646,50 is opgebouwd uit € 13.980,75 aan hoofdsom, € 750,94 aan wettelijke handelsrente tot en met 14 februari 2023 en € 914,81 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
NWP legt aan haar vordering ten grondslag dat zij recht heeft op betaling van de facturen op grond van de overeenkomsten die zij met HAL heeft gesloten en het deelnemerschap van HAL aan NWP. Omdat HAL de facturen niet tijdig heeft betaald en meerdere incassowerkzaamheden zijn verricht, maakt NWP daarnaast aanspraak op vergoeding van wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
HAL voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
HAL erkent dat zij enkele malen gebruik heeft gemaakt van diensten van NWP, maar voert aan dat zij niet verplicht is om de facturen te voldoen. Zij heeft toegelicht dat, voor zover bekend, geen overeenkomst is gesloten op grond waarvan NWP dergelijke hoge bedragen in rekening kon brengen.
4.2.
Wat betreft de facturen voor de congressen heeft NWP bij repliek toegelicht en met stukken onderbouwd dat HAL zich voor de congressen heeft ingeschreven met een online inschrijfformulier. Daarnaast heeft zij correspondentie tussen partijen over de congressen overgelegd, waaruit onder andere blijkt dat partijen contact hebben gehad over de grootte van de standplaats voor WEFTEC Chicago en de inrichting van de stand voor Aquatech Amsterdam.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat NWP hiermee voldoende heeft onderbouwd dat partijen een overeenkomst hebben gesloten op grond waarvan HAL een vergoeding is verschuldigd voor de deelname aan de congressen. Voor zover HAL zich op het standpunt stelt dat de factuurbedragen te hoog zijn, heeft zij dit standpunt onvoldoende onderbouwd. Zij heeft niet toegelicht waarom zij vindt dat de bedragen niet kloppen en de beschikbare stukken bieden ook geen aanknopingspunten voor deze conclusie. Het gefactureerde bedrag voor de deelname aan Aquatech Amsterdam sluit juist aan bij deze stukken. In de emailwisseling van eind september 2019 schrijft een medewerkster van HAL namelijk dat zij een budget heeft kunnen loskrijgen van € 3.000,00. Hierna heeft een medewerkster van NWP een aantal opties gegeven die aansluiten bij dat bedrag. De factuur voor het congres vermeldt een bedrag van € 3.000,00 exclusief btw en is dus in lijn met het contact dat partijen hebben gehad over de vergoeding voor de deelname aan dat congres. Het had daarom op de weg van HAL gelegen om haar standpunt nader te onderbouwen, maar dat heeft zij niet gedaan.
4.4.
Als onderbouwing van de facturen voor de contributie voor het deelnemerschap heeft NWP bij repliek het door HAL ingevulde ‘Aanmeldformulier deelnemers NWP’ overgelegd. Op dit formulier is bij de jaarlijkse contributie het vakje ‘€ 1.500,00 (< 50 werknemers)’ aangekruist. Onderaan het formulier staat dat het deelnemerschap alleen schriftelijk kan worden opgezegd tegen het einde van het kalenderjaar met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twee maanden. NWP stelt dat HAL het deelnemerschap niet dan wel niet schriftelijk heeft opgezegd en dat zij daarom de contributie voor de jaren 2021 en 2022 verschuldigd is. HAL heeft dit niet betwist. Ook heeft zij de hoogte van de contributie niet betwist. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding voor de conclusie dat HAL de facturen voor de contributie van 2021 en 2022 niet hoeft te betalen.
4.5.
HAL voert verder nog aan dat zij nooit algemene voorwaarden heeft ontvangen of geaccepteerd. Zij heeft echter niet toegelicht waarom het niet ter hand stellen of accepteren van algemene voorwaarden in dit geval tot een bevrijding van haar betalingsverplichting zou kunnen leiden. De kantonrechter ziet zelf ook geen aanleiding voor een dergelijke conclusie. Wat HAL verder heeft aangevoerd, maakt ten slotte ook niet dat zij de facturen niet hoeft te betalen.
4.6.
Het vorenstaande betekent dat de kantonrechter HAL veroordeelt tot betaling van de openstaande factuurbedragen van € 13.980,75.
4.7.
NWP vordert wettelijke handelsrente over de facturen. HAL heeft de verschuldigdheid van deze rente niet betwist, zodat de rente zal worden toegewezen zoals gevorderd.
4.8.
NWP vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. NWP heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en wordt daarom toegewezen.
4.9.
Hieruit volgt dat het gevorderde bedrag van € 15.646,50 volledig wordt toegewezen.
4.10.
HAL is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van NWP worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
109,44
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
792,00
(2,00 punten × € 396,00)
- nakosten
132,00
Totaal
2.417,44
4.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt HAL om aan NWP te betalen een bedrag van € 15.646,50, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over een bedrag van € 13.980,75, met ingang van 15 februari 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt HAL in de proceskosten van € 2.417,44, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als HAL niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet HAL ook de kosten van betekening betalen,
5.3.
veroordeelt HAL in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.L.S. Kalff, kantonrechter en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2023.