In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 november 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan verduistering in dienstbetrekking. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met anderen in de periode van 12 november 2018 tot en met 24 januari 2019 116 iPhones te hebben verduisterd die toebehoorden aan een telecomprovider. Daarnaast werd hem verweten dat hij in dezelfde periode een poging had gedaan tot verduistering van 43 iPhones door een bestelling te plaatsen en deze met 100% korting te laten bezorgen. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 24 oktober 2023 gehouden, waarbij de verdachte aanwezig was. De officier van justitie, mr. P.L.J. Smit, heeft de vordering gedaan, terwijl de verdediging werd gevoerd door mr. M.L. van Gaalen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte opzettelijk had bijgedragen aan de hem verweten gedragingen. De medeverdachten hebben weliswaar bekend dat zij iPhones hebben verduisterd, maar de rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte op de hoogte was van hun handelingen of dat hij opzettelijk zijn gegevens ter beschikking had gesteld voor deze verduisteringen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen bewijs was voor een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten.
De benadeelde partij, de telecomprovider, had een vordering ingediend voor schadevergoeding, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte werd vrijgesproken. De rechtbank heeft bepaald dat de kosten voor de benadeelde partij en de verdachte voor eigen rekening komen.