8.3Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft een omgebouwd gasrevolver, zijnde een vuurwapen, en daarvoor geschikte munitie in zijn woning voorhanden gehad (zaak A). Het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen mee. Vuurwapenbezit leidt meer dan eens tot vuurwapengebruik, waarbij slachtoffers kunnen vallen.
Verdachte heeft daarnaast een flinke hoeveelheid hennep (9,2 gram) en cocaïne (5,96 gram) aanwezig gehad (zaak B). Dat zijn kwalijke feiten. Het is algemeen bekend dat harddrugs een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Het is ook een feit van algemene bekendheid dat een groot deel van de criminaliteit direct of indirect haar oorsprong vindt in het gebruik van drugs. Verdachte is hier door zijn handelen medeverantwoordelijk voor.
De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij, twee dagen nadat hij in vrijheid was gesteld in zaak A, is aangetroffen in een drugshuis met de hoeveelheden drugs in zaak B. De rechtbank ziet hierin aanleiding om aan verdachte, naast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, ook een fors voorwaardelijk strafdeel op te leggen.
De ernst van de feiten, en met name het bezit van een vuurwapen en munitie, rechtvaardigt de oplegging van een gevangenisstraf van enige duur. Het opleggen van een taakstraf naast een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een groot voorwaardelijk strafdeel, zoals de raadsvrouw heeft voorgesteld, doet naar het oordeel van de rechtbank geen recht aan de ernst van de feiten.
Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Volgens de oriëntatiepunten van de rechtbank (LOVS) wordt doorgaans voor het bezit van een vuurwapen, zoals bewezen is verklaard in deze zaak, een gevangenisstraf opgelegd van vier maanden.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het strafblad van verdachte van 3 augustus 2023, waaruit blijkt dat hij al eerder geldboetes opgelegd heeft gekregen voor het bezit dan wel de handel in drugs in Duitsland. Verder blijkt uit het strafblad van verdachte dat hij niet eerder voor vuurwapenbezit is veroordeeld. Het strafblad van verdachte heeft, voor wat betreft het vuurwapenbezit geen strafverzwarende invloed.
Alles afwegend acht de rechtbank, zoals door de officier van justitie is geëist, een gevangenisstraf van 130 dagen, waarvan 40 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, passend en geboden. Het voorwaardelijk strafdeel dient om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Verbeurdverklaring
De in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 5 STK Patroon, itemnummer 6353279 en
- 1 STK Revolver, itemnummer 6353277,
die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot die voorwerpen het in zaak A bewezen geachte is begaan.