ECLI:NL:RBAMS:2023:7451

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 augustus 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
23/013410
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot beëindiging van strafvervolging op grond van artikel 29f Sv

Op 22 augustus 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een strafzaak met parketnummer 81-052736-22, waarin een verzoek op grond van artikel 29f van het Wetboek van Strafvordering (Sv) werd behandeld. Het verzoekschrift was op 26 mei 2023 ingediend en had als doel om te verklaren dat de strafzaak tegen de verzoekster was geëindigd. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar raadsman mr. O.S. Pluimer, stelde dat het Openbaar Ministerie geen vervolging meer voor ogen had, aangezien een eerder uitgebrachte dagvaarding was ingetrokken en er geen sepotbrief was verstrekt.

De officier van justitie, mr. N. Huisman, verzet zich niet tegen de toewijzing van het verzoek en bevestigde dat de vervolging niet zou worden voortgezet. De rechtbank heeft het verzoek in besloten raadkamer behandeld op 8 augustus 2023, waarbij de rechtbank kennisnam van het raadkamerdossier en het procesdossier. De rechtbank oordeelde dat het belang van de verzoekster voorop staat en dat er voldoende redenen zijn om te concluderen dat de vervolging niet zal worden voortgezet.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek toegewezen en verklaard dat de zaak met het genoemde parketnummer is geëindigd. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 22 augustus 2023 door de voorzitter mr. D. van den Brink en de rechters W.M.C. van den Brink en H.E. Hoogendijk, in tegenwoordigheid van griffier G. Jenuwein. Een herstelbeslissing werd later getekend op 17 oktober 2023, waarbij werd bevestigd dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
Zittingsplaats Amsterdam
herstelbeslissing d.d. 17 oktober 2023
raadkamernummer : 23/013410
parketnummer : 81-052736-22 (voorheen13-846022-19)
datum : 22 augustus 2023
beslissing van de meervoudige raadkamer op het verzoek op grond van artikel 29f van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[verzoekster] ,

statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
domicilie kiezende op het kantooradres van haar raadsman,
mr. O.S. Pluimer, Amstelplein 40, 1096 BC Amsterdam,
hierna te noemen: de verzoekster.

Procedure

Het verzoekschrift is op 26 mei 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 8 augustus 2023 het verzoek in besloten raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft [naam] namens de verzoekster, haar raadsman en de officier van justitie, mr. N. Huisman, op zitting gehoord.

Verzoek

Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank zal verklaren dat de zaak met bovenvermeld parketnummer tegen de verzoekster is geëindigd.
Namens de verzoekster is aangevoerd dat het evident is dat het Openbaar Ministerie geen vervolging van de verzoekster meer voor ogen heeft. Een uitgebrachte dagvaarding werd ingetrokken met als reden dat de officier van justitie de zaak geseponeerd zou hebben. Een sepotbrief is echter niet verstrekt.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich niet tegen toewijzing van het verzoek. De zaak dient te worden beëindigd sepotcode 01, maar dat kan pas worden doorgevoerd na intrekking van het verzoekschrift door de verzoekster of als de rechtbank een beslissing op het verzoek heeft genomen.

Beoordeling

De rechtbank heeft kennisgenomen van het raadkamerdossier en het procesdossier in de strafzaak.
Bij de toepassing van artikel 29f Sv staat het belang van de verzoeker voorop om duidelijkheid te verkrijgen omtrent de tegen hem aangevangen en nog niet beëindigde vervolging door het Openbaar Ministerie.
Maatstaf bij de beoordeling van het verzoek is of in de zaak van de verzoeker, die nog niet formeel is geëindigd, niettemin gezegd kan worden dat de vervolging niet wordt voortgezet.
De officier van justitie bevestigt dat de aangevangen vervolging tegen de verzoeker niet zal worden voortgezet en de rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek toe en verklaart dat de zaak met bovenvermeld parketnummer is geëindigd.
Deze beslissing is gegeven door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
en mrs. W.M.C. van den Brink en H.E Hoogendijk, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2023.
Herstelbeslissing getekend door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
en G. Jenuwein, griffier,
op 17 oktober 2023
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.