ECLI:NL:RBAMS:2023:7449

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
23 november 2023
Zaaknummer
21/6507
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op klaagschrift ex artikel 552a Wetboek van Strafvordering inzake opheffing van beslag en teruggave van in beslag genomen voorwerpen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Klager, geboren in 1965 en woonachtig op het adres van zijn raadsman, heeft verzocht om opheffing van het beslag op verschillende in beslag genomen voorwerpen, waaronder voertuigen, horloges, onroerend goed en bankrekeningen. Het klaagschrift is op 6 december 2021 ingediend en de rechtbank heeft meerdere zittingen gehouden, waarbij klager en zijn raadsman, mr. R.A. van der Horst, zijn gehoord. Het Openbaar Ministerie heeft zich verzet tegen de opheffing van het beslag, onder verwijzing naar de noodzaak van verder onderzoek naar de herkomst van de in beslag genomen goederen en de geldstromen vanuit Indonesië en Singapore. De rechtbank heeft vastgesteld dat klager verdacht wordt van witwassen, maar dat hij een niet onaannemelijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van het geld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de lange duur van het beslag en het feit dat de meeste transacties traceerbaar zijn, aanleiding geven om het beslag op te heffen. De rechtbank heeft daarom besloten om de teruggave van de in beslag genomen voorwerpen aan klager te gelasten. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en er staat beroep in cassatie open voor zowel klager als het Openbaar Ministerie.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/291763-20
RK: 21/6507
Beslissing op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:

[klager] ,

geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ),
woonplaats kiezend op het adres van zijn raadsman, mr. R.A. van der Horst,
Franz Zieglerstraat 16, 1087 HN Amsterdam,
hierna te noemen: klager, tevens beslagene.

Procesgang

Het klaagschrift is op 6 december 2021 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 25 januari 2022 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 1 februari 2022, 7 april 2022, 16 augustus 2022 en 15 november 2022
klager, zijn raadsman, mr. L.J.B.G. van Kleef, en de officier van justitie, mr. C.M. Casteleijns, in openbare raadkamer gehoord.
De rechtbank heeft op 29 november 2022 een tussenbeslissing gegeven, waarbij de rechtbank de behandeling in raadkamer heeft heropend en geschorst tot een nadere zitting, teneinde de resultaten uit de rechtshulpverzoeken naar Indonesië en Singapore af te wachten.
Het Openbaar Ministerie heeft op 19 juni 2023 zijn standpunt kenbaar gemaakt.
Op 20 juni 2023 is het klaagschrift opnieuw in openbare raadkamer behandeld. Gehoord zijn klager, zijn nieuwe raadsman, mr. R.A. van der Horst, en de officier van justitie, mr. C.M. Casteleijns.

Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag en teruggave van de in beslag genomen
voorwerpen, te weten de onderstaande auto’s, horloges, onroerend goed en bankrekeningen:
[adres 1]
  • Voertuig, Mercedes K- [kenteken 1] -TB, 6114031;
  • Voertuig, Mercedes [kenteken 2] , 5891594;
  • Voertuig, Biro Bromfiets [kenteken 3] , 6114043;
  • Voertuig, Vespa wit snorscooter [kenteken 4] , 6114037;
  • Voertuig, Mercedes [kenteken 5] (2x), 6114042;
  • Voertuig, Range Rover [kenteken 6] (2x), 6114045;
  • Voertuig, Smart [kenteken 7] , 6114051.

KBH/OM

  • Tablet, Samsung, 6114085;
  • Iphone, zonder herkenning van [klager] , 6114070;
  • Horloge, Rolex, 6115263;
  • Horloge, Cartier, 6115265;
  • Horloge, Rolex Submarine, 6115266;
  • Horloge, Rolex Oyster, 6115268;
  • Horloge, Rolex Oyster zilver/goud. 6115269;
  • Horloge, Panerai radiomir, 6115272;
  • Horloge, Addemars Piguet, 6115274;
  • Ring, Diamond Koster, 6115286;
  • Ring, Zilverkleurig, 6115292;
  • Airsoft wapen, Star dragon, 6114430;
  • Airsoft wapen, Hackler & Koch, 6114432;
  • Sjaal, Hermes, 6114480;
  • Sjaal, Hermes, 6114484;
  • Sjaal, Hermes, 6114485;
  • Sjaal, Hermes, 6114488;
  • Tas, Chanel goud, 6114405;
  • Tas, Chanel zwart, 6114414;
  • Tas, Dior zwart met roze, 6114407;
  • Tas, Rood, 6114416;
  • Tas, Chanel zwart met goud, 6114420;
  • Tas, Louis Vuitton Groen, 6114424;
  • Clutch, Versace groen, 6114429;
  • Tas, Hermes Oranje, 6114423;
  • Clutch, Hermes gouden sluiting, 6114425;
  • Tas, Hermes Beige drukknoppen, 611443 1;
  • Tas, Hermes portemonnee bruin, 6114439;
  • Rugzak, Chanel geschakelde handvaten, 6114440;
  • Tas, Chanel roze geschakelde handvaten, 6114443;
  • Tas, Hermes Blauw, 6114449;
  • Tas, Hermes Rood, 6114496;
  • Tas, Dior Rood, 6114507;
  • Portemonnee, Louis Vuitton, 6115295;
  • Toilettas, Louis Vuitton, 6115283;
  • Tas, Louis Vuitton, 6115281;
  • Riem smal, Louis Vuitton, 6115287;
  • Riem oranje, Louis Vuitton, 6115289.

Afgestort DFEO

  • Geld, 1650,- euro, 6114382;
  • Geld, 1375,- euro, 6114386;
  • Geld, 3700,- euro, 6114374;
  • Geld, 660,- euro, 61 l4358;
  • Geld, 3820,- euro, 6115262.

Voertuigen

  • Mercedes AMG GT63S 4Matic;
  • Land Rover Range Rover Sport.

Onroerend goed

  • [adres 2] A’dam - koopsom € 750.000 - 31-08-2020 met hypotheek;
  • [adres 1] Amstelveen - koopsom € 750.000- 03-04-20 18 met hypotheek;
  • [adres 3] Amstelveen - koopsom € 520.000 - 08-08-20 14 met hypotheek;
  • [adres 4] Hilversum - koopsom € 330.000 - met hypotheek;
  • [adres 5] Amstelveen- koopsom € 35.000 - 08-08-2008 zonder hypotheek;
  • [adres 6] Amstelveen - koopsom € 35.000 - met hypotheek;
  • [adres 7] , Amsterdam- koopsom € 47.000,- met hypotheek;
  • [adres 8] Amstelveen.

Bankrekeningen

  • 6113529 (NL741NGB0000812615) beslagene [klager] :
  • 6113531 (NL441NGB0008464224) beslagene [naam] ;
  • 6113533 (NL15SNSB0874302404) beslagene [klager] ;
  • 6113522 (NL95RAB00126839522) beslagene [klager] .
De raadsman van klagerheeft, naar aanleiding van het standpunt van het Openbaar Ministerie en ter toelichting op het klaagschrift, aan de hand van een pleitnota kort samengevat het volgende aangevoerd.
Het beslag op voornoemde voorwerpen is inmiddels 20 maanden geleden gelegd. Na de tussenbeslissing van 7 maanden geleden is er niets meer vernomen van het Openbaar Ministerie. De duur van het beslag dient mee te wegen bij de beoordeling van de proportionaliteit ervan.
Klager heeft een klemmend belang bij opheffing van de beslagen, die bovendien niet gerechtvaardigd zijn op grond van de belangen van de artikelen 94 en 94a Wetboek van Strafvordering.
Alle inkomsten en uitgaven die in het dossier zijn beschreven zijn, op een enkele volstrekt ondergeschikte uitzondering na, giraal en traceerbaar. Er is nergens sprake van een contante instroom.
De personen in Indonesië die als lening geld hebben overgemaakt zijn allen familieleden van de klager en zijn echtgenote. Er is geen enkele aanwijzing dat er met deze leningen iets mis is. Indonesië staat niet toe dat grotere bedragen naar het buitenland worden overgemaakt, daarom is het via meerdere familieleden gegaan.
Uit het dossier blijkt niet dat klager onverklaarbare contante uitgaven heeft gedaan.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie – verklaard zich te verzetten tegen opheffing van het beslag en teruggave van de in beslag genomen voorwerpen aan klager en heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Tot op heden heeft er geen verdere medewerking plaatsgevonden van klager en zijn vrouw. Bij het laatste nadere verhoor hebben zij zich op hun zwijgrecht beroepen.
De vraag is hoe lang gewacht moet blijven op een antwoord vanuit Indonesië. Als er geen antwoord komt, is er geen mogelijkheid voor het OM om de verklaring van klager te verifiëren. Voor de vraag welke partij aan zet is, speelt een rol welke partij de meest logisch aangewezen partij is om onderzoek te doen. Zo kan een verdachte die verklaart te beschikken over familiekapitaal veel gemakkelijker bepaalde vermogensbestanddelen blootleggen dan het Openbaar Ministerie. Als dat zo is, dan valt niet in te zien waarom het op de weg van het Openbaar Ministerie zou liggen om onderzoek te doen naar vermogensbestanddelen die liggen in de persoonlijke of familiesfeer van de verdachte.
Klager moet via zijn zussen aantonen waar het geld vandaan komt én hoe zij aan het geld zijn gekomen.
Het door de artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave, nu niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter de verbeurdverklaring zal bevelen, dan wel dat het (ingevolge artikel 94a lid 1 en 2 Sv) niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, aan klager een geldboete zal opleggen en/of een ontneming zal opleggen.
De geldstromen van de toko’s staan niet meer ter discussie. Het onderzoek concentreert zich nog op de geldstromen uit Indonesië en Singapore ter financiering van onroerend goed. De verklaringen van de zussen kloppen niet met de gegevens van de notaris. Het is raar dat de ene zus wel een groot bedrag kan overmaken en de andere zus niet.
Het klaagschrift dient ongegrond verklaard te worden.

De beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op de voet van artikel 94 Sv zijn voornoemde voorwerpen in beslag genomen.
Klager wordt – kort gezegd – verdacht van witwassen.
De rechtbank is van oordeel dat klager tegen de witwasverdenking een niet op voorhand onaannemelijke verklaring over de herkomst van het geld heeft afgelegd. Bijna alle transacties zijn giraal gegaan en dus traceerbaar.
Ook met betrekking tot de financiering van het pand aan de [adres 1] is duidelijk dat het geld afkomstig is van de zussen van klager in Indonesië en Singapore. Dat de zussen later niet meer wilden verklaren is niet zo vreemd indien zij meer geld naar het buitenland hebben overgemaakt dan Indonesië toestaat en zij zich daarmee wellicht schuldig (denken te) hebben gemaakt aan een strafbaar feit.
De rechtbank zal, ook gelet op het tijdsverloop, het klassieke beslag op de goederen opheffen en de teruggave daarvan aan klager gelasten.
Dat laat onverlet dat er eventueel nog sprake is van conservatoir beslag. De rechtbank kan daarover niet oordelen, omdat het klaagschrift zich daar niet tegen richt en er in het dossier geen stukken zitten waaruit blijkt dat en waarop conservatoir beslag is gelegd.

De beslissing

De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beklag
gegronden gelast de opheffing van het beslag en teruggave van de hiervoor genoemde in beslag genomen voorwerpen aan klager.
Deze beslissing is gegeven door
mr. R.A. Overbosch, voorzitter,
mrs. A.A. Spoel en M.A.E. Somsen, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Jenuwein, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor de klager en het Openbaar Ministerie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank: voor de klager binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beslissing en voor het Openbaar Ministerie binnen veertien (14) dagen na de dagtekening van de beslissing.